Hoofdstuk 2

397 27 7
                                    

Er gingen een aantal dagen voorbij en Eva dacht steeds minder na over wat er was gebeurd. Een van de zaken waar ze mee bezig waren kwam in een stroomversnelling terecht en na het maken van een flink aantal overuren konden ze een paar arrestaties verrichten. Na een intensief en urenlang durend verhoor hadden ze dan eindelijk een bekentenis en konden ze de familie van een jonge vrouw inlichten dat de moordenaar van hun dochter gearresteerd was.

Die avond zaten Eva en Wolfs rond een uur of acht eindelijk aan hun avondeten. Wolfs had het, voor zijn doen, simpel gehouden en had spaghetti bolognese op tafel getoverd. Ze hadden allebei weinig energie over na een aantal lange dagen en aten in stilte. Ze waren halverwege hun maaltijd toen er opeens hard en dwingend op de deur geklopt werd.

"Wie zou dat nou zijn?" Eva zuchtte en maakte aanstalten om op te staan zodat ze de deur kon openen.

Wolfs haalde zijn schouders op. "Geen idee. Blijf lekker zitten, ik doe wel open. Het is vast een of ander collecte; die wimpel ik wel af." Met een knipoog naar Eva stond Wolfs op. Eva hoorde hoe hij de trap op liep en de deur opende. Ze hoorde haar partner met iemand praten, maar kon niet verstaan wat er gezegd werd. Toen Wolfs na een paar minuten nog niet terug was besloot ze om maar gewoon verder te eten en niet op Wolfs te wachten. Eva had haar bord bijna leeg gegeten toen Wolfs dan eindelijk weer de trap afkwam.

"Toch niet zo goed in mensen afwimpelen als je dacht, hè?" begroette Eva hem.

Toen Wolfs niet direct op haar reageerde keek ze op van haar bord. Wolfs was zijn jasje aan het aantrekken. Toen hij zag dat ze hem aankeek sprak hij. "Ik moet weg."

Eva keek hem verbaasd aan. "Nu?"

Wolfs knikte.

"Is er iets met Fleur?" Nu klonk Eva bezorgd. De enige reden die Eva kon bedenken waarom Wolfs nu zo opeens weg moest was omdat er iets met zijn dochter aan de hand was.

"Nee, nee. Fleur is okee. Maar ik moet echt weg nu."

"Wat is er dan aan de hand? Hebben we een zaak?" Soms werden Eva en Wolfs door geüniformeerde agenten opgehaald als er een dringende zaak was in de avond- of nachturen. Weer maakte Eva aanstalten om op te staan, deze keer om met Wolfs mee te gaan.

"Nee, je kunt gewoon dooreten. Maar ik moet echt weg. Ik vertel later wel wat er is, goed?" Nog voordat Eva kon reageren was Wolfs alweer onderweg naar boven en niet veel later hoorde ze de voordeur met een klap dicht slaan. Even staarde ze voor zich uit. "Nou ja zeg." Toen haalde ze haar schouders op en at snel de rest van haar bord leeg. Dat Wolfs nu zo nodig weer eens mysterieus moest doen was voor haar geen reden om haar eten koud te laten worden. Hij moest zelf maar weten wat hij allemaal wel of niet deed. Als hij haar niet wilde vertellen wat er aan de hand was, dan kon hij het ook lekker zelf oplossen.

FM

Wolfs was 's avonds pas laat thuis gekomen. Of beter gezegd, om half 3 's nachts had Eva hem binnen horen komen. Nu zat ze op het politiebureau achter haar computer, te wachten op haar partner. Het was ondertussen alweer elf uur in de ochtend en hoewel ze van plan waren geweest om wat later te starten, was elf uur wel erg laat. Toevaliggerwijs was Mechels ook nog niet aanwezig, waardoor Eva even niet zo goed wist wat ze met haar tijd kon doen. De meest belangrijke zaak hadden zij en Wolfs de dag daarvoor opgelost en voordat ze met hun andere zaken verder kon, had ze toestemming van Mechels nodig om een aantal telefoons uit te peilen en surveillances op te zetten. Nu zat ze een beetje doelloos op de computer oude zaken te bekijken of om zich heen te staren. Toen Mechels uiteindelijk toch de kantoortuin binnen kwam viel het Eva dan ook als eerste op. Mechels zag dat Eva naar haar keek en liep direct op haar af.

Ingehaald door het Verleden - Flikken MaastrichtWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu