Toen ze volgende dag voor de deur van het huis stond klopte haar hart in haar keel. Op het moment dat haar hand voor de deur hing om aan te kloppen verstilde ze even in vertwijfeling, maar een seconde later klopte Eva dan toch resoluut op de deur. Ze had een foto van Wolfs bij zich om te laten zien aan degene die deur open deed.
Tot haar verbazing was het Wolfs zelf die de deur opende. Ook Wolfs zelf keek verschrikt op toen hij haar in de deuropening zag staan. Hij was wel de eerste die de stilte verbrak. "Eva, wat doe jij hier?"
"Dat kan ik jou ook vragen Wolfs. Of moet ik Kats zeggen?"
Wolfs' ogen werden groot van schrik. Hij kon haar even niet meer recht in de ogen kijken en liet zijn hoofd zakken. Eva hoorde hem zachtjes vloeken. Uit het niets greep Wolfs vervolgens Eva bij haar arm en trok haar het huis in. "Wat doe je?" riep Eva uit.
"Sst," maande Wolfs haar tot stilte. Hij bleef haar arm vasthouden en trok haar de trap op en een van de slaapkamers in. Eva keek om zich heen en zag dat het huis er van binnen niet veel beter uit zag dan van buiten. Het was karig gemeubileerd en de meubels die er stonden hadden beter op de vuilstort kunnen staan. Toen ze snel de woonkamer bekeek zag ze dat overal vuile vaat stond en er veel rommel op de grond stond. Eenmaal boven in de slaapkamer draaide ze zich boos naar Wolfs toe en rukte haar arm los.
"Wat ben je allemaal aan het doen man!"
Wolfs hield zijn armen omhoog in verontschuldiging. "Sorry, sorry. Maar het is niet veilig."
Toen hij niet direct verder sprak spoorde Eva hem aan. "Wat is niet veilig?" Nu ze de kans had om Wolfs wat beter te bestuderen zag ze dat hij heel anders gekleed was dan ze van hem gewend was. Hij had een oude spijkerbroek en een sweatshirt aan. Voor ze meer aandacht kon schenken aan zijn verschijning sprak Wolfs alweer. "Als ze je zien willen ze weten wat je hier doet."
Even waren zowel Wolfs als Eva stil, maar toen spraken ze tegelijkertijd. "Wie zijn 'ze'?" vroeg Eva, terwijl Wolfs juist aan Eva vroeg "Wat doe je hier?"
Wolfs was de eerste die zijn vraag herhaalde. "Eva, echt, wat doe je hier?"
"Het CIE kreeg geen contact met je, ze wilden dat ik het probeerde."
Wolfs zuchtte en keek weg. Eva hoorden hem zachtjes vloeken. "Ik heb de kans nog niet gehad," mompelde hij.
"Wie zijn 'ze', Wolfs?" vroeg Eva nogmaals, dit keer met een strenge stem.
"Hoeveel weet je?" Weer zuchtte Wolfs. Eva kreeg het idee dat hij dit liever niet met haar wilde bespreken.
"Ik weet dat je vroeger Adam Kats was en dat wij nu personen als Kats arresteren..."
Wolfs wreef zijn handen over zijn gezicht en haalde ze daarna door zijn haar. "Ga even zitten," met zijn arm zwaaide hij naar het bed. Nu pas keek Eva om zich heen. In de kamer stond een gammel uitziend eenpersoonsbed, een kast en een bureau. Verder was de ruimte leeg; er stond geen vuile vaat zoals in de andere kamers en alles was netjes opgeruimd.
Eva nam plaats op het bed en Wolfs ging naast haar zitten.
"Ik weet niet zo goed waar ik moet beginnen..." verzuchtte hij.
Eva kon het niet laten. "Bij het begin," stelde ze met een strak gezicht voor.
Wolfs keek haar schuin aan. "Okee dan. Ik ben inderdaad geboren als Adam Kats. Alles wat je waarschijnlijk hebt gelezen is waar. Ik was vroeger een klein crimineeltje, maar Eef, ik zweer het; ik heb mijn leven gebeterd! Ik heb een tweede kans gekregen en heb als volwassene niets illegaals meer gedaan, echt!"
Wolfs keek Eva bezorgd aan. Hij maakte zich echt zorgen of Eva hem zou geloven. Maar Eva keek hem sceptisch aan. "Hoe kan ik dat geloven? Niets van wat je me ooit heb verteld was waar!"
Wolfs draaide zich verder naar haar toe en pakte haar handen beet. "Eva, je kent me toch! Ik weet dat ik niet altijd alles volgens de regeltjes doe, maar echt, ik doe niets strafbaars meer!" Wolfs wilde nog meer zeggen, maar een deur die beneden dicht klapte onderbrak hem. Even keken Eva en Wolfs elkaar verschrikt aan. Plots sprong Wolfs op en trok hij Eva ook omhoog. "Snel, doe alsof je boos bent."
"Alsof?" Eva zei het zachtjes. Allebei konden ze een kleine grijns niet onderdrukken, maar toen ze voetstappen op de trap hoorden verdween die weer. Eva nam een stap naar Wolfs toe. "Je bent een grote leugenaar!" schreeuwde ze in zijn gezicht. Stiekem was dit wat Eva vanaf het moment dat Wolfs de deur open deed tegen hem had willen zeggen. "Je hebt nooit iets gezegd, nooit!" Ze hoorden hoe de voetstappen op de overloop voor de deur van de slaapkamer ophielden.
"Gore klootzak!" Voordat Eva wist wat ze deed sloeg ze met haar vlakke hand vol op de wang van Wolfs. Ze schrok er zelf een beetje van en keek Wolfs met grote ogen aan. Wolfs keek Eva ook verrast aan en instinctief bedekte hij zijn wang met zijn hand. Met zijn tong voelde hij de binnenkant van zijn wang en hij was niet verbaasd toen hij bloed proefde. Eva sloeg hard. Net toen hij het bloed uitspuugde kwam een man de kamer binnen gelopen. Eva schatte dat hij eind veertig was. Hij was ruim twee meter lang en was kaal maar had wel een stoppelbaardje.
"Wat is hier aan de hand?" riep de man. "Wie ben jij?" Vol wantrouwen bekeek hij Eva van top tot teen. Zijn blik was zo vuil dat Wolfs onbewust voor Eva ging staan om haar zo te beschermen voor de man. "Nou, kom op. Wie ben jij en wat moet je hier?"
***
Dank jullie wel voor al jullie lieve reacties tot nu toe!! Ik hoor graag van jullie :)
JE LEEST
Ingehaald door het Verleden - Flikken Maastricht
FanficEva en Wolfs krijgen te maken met een zaak die het geheime verleden van Wolfs aan het licht brengt. Kunnen ze samen grip krijgen op de gevolgen daarvan?