Hoofdstuk 23

81 32 2
                                    

{Luna}

"Het was echt niet de bedoeling om dit zolang voor je te verzwijgen Luna.. Ik meen het, het spijt me."

Het waren de laatste woorden die door de kamer galmde.
Voor een kort moment was het stil, tot hij de ongemakkelijke stilte onderbrak.

"Luna kun je alsjeblieft wat zeggen?"
Het klonk gebroken maar vooral smekend.

Ik was laaiend, ik was echt heel boos..
Ik wist alleen niet wat ik moest zeggen, zonder dat ik het wilde schoot ik in de automatische piloot en dat betekende mijn bitchmode..
"Goh Daan, ik zou niet weten wat ik moest zeggen nadat mijn lieftallige vriendje me verteld dat onze relatie gebaseerd is op leugens."
Nog steeds vol ongeloof keek ik voor me uit, ik was echt heel boos. Langzaam stond ik op en begon heen en weer te lopen, uiteindelijk besloot ik te praten..;

"Waarom Daan?  Waarom ik?
Waarom moet je mij dit aan doen?
Na alle overtuigingen en vertrouwens gebaren?
Ik.. Ik snap het echt niet.."
Het was het enige wat ik op dit moment kon zeggen. Ik keek hem aan, hij was gebroken, je kon het duidelijk van zijn gezicht aflezen.. Maar hij brak mij, ik hem niet, dus het boeide me niet.

Langzaam begonnen de tranen over mijn wangen te rollen. Ik draaide me weg van Daan en zakte toen in elkaar als een klein miezerig hoopje.
Onrustig hoorde ik zijn voeten verschuiven op het tapijt dat in zijn kamer lag en niet veel later voelde ik 2 armen om me heen.

Wild duwde ik hem weg en stond direct op..

"Wat denk je nou? Dat je nog het recht hebt om me op welke manier dan ook aan te raken? Na alles wat je hebt geflikt? Droom maar lekker verder Daan."

Mijn eigen harde woorden zorgden er niet alleen bij Daan voor dat de tranen onophoudelijk over zijn wangen stroomden, het zorgde er bij mij ook voor dat ik nog harder moest huilen dan 15 seconden eerder.

Langzaam keek ik hem aan, hard en onvoorzichtig beet ik op mijn lip, hij deed hetzelfde. Een tijdje bleven we elkaar aan staren, tot ik de verbinding verbrak door huilend zijn kamer uit te rennen.
Alles ging te snel, mijn tranen zorgde ervoor dat ik bijna een paar traptreden over het hoofd zag, maar het ging nog goed, gelukkig.

Als een gek haastte ik me naar het station. Ik moest zo snel mogelijk hier weg. Met alle kracht dat nog over was in mijn tengere lichaam, rende ik in volle snelheid richting het station.
Als snel waren de spoorbomen in zicht en omdat ze langzaam sloten, besloot ik de gok te wagen en een onhandig sprintje te trekken.
Ik had al snel door dat het niet zo'n slim idee was achteraf, ik was namelijk nou niet echt de meest behendige persoon op aarde.

Half struikelend sprong ik nog net op tijd, langs de incheckpaal, de trein in.
Ik had werkelijk géén idee waar de trein me mee naar toe zou voeren, maar om heel eerlijk te zijn maakte het me ook niet echt uit, ik had wel wat anders aan m'n hoofd.

Meteen schoten mijn gedachtes naar de gebeurtenis die zich 1/2 uur terug had afgespeeld, langzaam begon ik opnieuw onophoudelijk te huilen. Het deed echt ontiegelijk pijn.
Ik kon gewoon niet geloven dat Daan het me nooit heeft verteld, dan daarbij als hij het wél had verteld aan het begin van onze relatie, dan was ik niet eens boos geweest, het zou alleen maar voor een kleine twijfel zorgen...
Maar nee, hij deed het niet op die manier, hij deed het op de meest foute manier, de manier waarmee je iemand te veel pijn doet, meer dan ze verdienen.

Een hand op mijn schouder haalde me uit mijn diepe en boze gedachtes, ik keek op en keek recht in 2 vaag bekende diepblauwe ogen.
Een beetje beschaamd keek ik naar de vloer, het laatste wat ik nu wou was dat iemand me zo hopeloos en verdwaald zag zitten.

De hand, die nog steeds op mijn schouder lag, kneep zachtjes in mijn schouder en het zorgde ervoor dat ik hem wel aan moést kijken. Zo gedacht zo gedaan. Langzaam tilde ik mijn hoofd op en vond mijn weg naar zijn ogen.

"Hey." Het was het enige wat de jongen (die me nog steeds vaag bekend voor kwam, maar waarvan ik nog steeds niet wist waarvan ik hem moest kennen) zei. Geen; "gaat het wel?"
Nee, de jongen vertelde me een simpele groet. Nogal verbaasd reageerde ik op zijn simpele begroeting. "Hoi."

Even was het stil, maar nadat de jongen op de stoel tegen over me plaats nam, verbrak hij de stilte met zijn opgewekte maar voorzichtige stem.. "Herken je me niet meer? Luna is het toch?"
Hij sprak mijn naam helder uit, het zorgde ervoor dat ik even kort een rilling door mijn gehele lichaam voelde. Even dacht ik na en opeens, wist ik het weer. Het was hem, hij, hij van het station. De jongen waar ik gister tegenop botste. Opeens begon alles te dagen..

Zijn blonde krullen, zijn diepblauwe ogen, ze waren zó diep dat ik er meteen weer in verdronk. Zijn lengte, de ongeveer een halve kop groter. Zijn simpele maar toch hippe kledingstijl. Ik herinner me alles weer. Glimlachend kijk ik hem, door m'n tranen heen, aan.

"Ja, nu je het zegt, ik herinner me weer wat er gister is gebeurd. Heb ik je trouwens nog blauwe plekken bezorgd?" Hij grinnikt even kort, maar schud daarna zijn hoofd. "Nee hahah, maar alsnog, blauwe plekken van een knap meisje is nooit zo erg toch?" Hij kijkt me uitdagend aan terwijl ik blozend weg kijk. Langzaam schud ik mijn hoofd en zeg zacht "Ik denk het niet nee, maar ik ben niet knap dus het was wél erg geweest." Stiekem hoop ik dat ik het zo zacht uitsprak dat hij het niet zou horen, maar dat was helaas niet zo. Hij reageert niet op mijn woorden waardoor ik toch twijfel of hij me wel gehoord heeft. Al snel word mijn vraag beantwoord. "Jawel, Luna het was vrijwel het eerste wat me aan je opviel; hoe mooi je bent."

Bij het horen van die woorden vergat mijn hart even te kloppen. Maar aan de andere kant kon ik het niet aanhoren, niet nu al, niet na wat er is gebeurd. Hoe langer ik er over na denk, hoe gekker ik mezelf maak en na een paar seconden trek ik het niet meer en ik ren snel de trein uit, die net op het punt stond om te vertrekken. Ik hoor nog vaag geroep achter me, maar het interesseert me niet meer, ik heb teveel pijn..

I should've told you..Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu