hoofdstuk 1.
Het was diep in de nacht. Kalutah kon niet slapen, morgen moesten ze naar de stad, daar zou een feest zijn waar Welian en zijzelf heen mochten. Onrustig draaide ze zich om. Ze was dan wel prinses, maar zo voelde ze zich echt niet altijd. Meestal wel, maar soms niet. Ze had van haar moeder een nieuwe jurk gekregen. Een heel donkerblauwe, fluwelen jurk met aan de bovenkant allemaal kleine steentjes. Die zou ze morgen aan doen. Ze gaapte even. Haar oogleden waren erg zwaar maar ze kon niet slapen. Ze keek naar haar creme plafond. Toen stapte ze uit bed, ging haar kamer uit en liep over de koude stenen van de lange gang. Ze kwam uit bij de ridderzaal. dat was hun woonkamer. Ze ging op haar eigen plekje in het raam zitten en sloeg de dikke wollen deken om zich heen en tuurde naar buiten. Ze hoorde de deur kraken en er kwam een dienstmeisje naar binnen. Het was Tigavon, een van Kalutah's beste vriendinnen. "hallo" fluisterde Tigavon. "hallo" fluisterde Kalutah. "Kun je niet slapen? moet ik wat water voor je halen misschien?" vroeg Tigavon. "Tigavon, water kan ik zelf pakken, dat hoef jij niet te doen. ik kan inderdaad niet slapen. ik ben zo opgewonden!" antwoordde Kalutah. Tigavon ging naast Kalutah zitten, en keek haar aan. Kalutah had heel lang bruin haar en knalblauwe ogen met een zwart randje er omheen. "Ik, ik ben bang voor Morion..." zei Kalutah. "Ik anders ook wel!" zei Tigavon. Morion was groot, had sliertig blond haar dat langs zijn smalle gezicht bungelde. Hij had een piepklein staartje aan de achterkant van z'n haar, en hij had vuurrode ogen. Die ogen waren het die de meeste mensen deden afschrikken. Kalutah was een beetje jaloers op Tigavon. Die had juist bijna wit haar en zwarte ogen! Ze had een getinte huidskleur en ze was ontzettend knap. Niet dat Kalutah dat niet was maar toch. Kalutah's vader was haar grote voorbeeld. Hij had haar zo veel geleerd! Ze was in ieder geval blij dat hij haar vader was.
JE LEEST
ciafar, morion
Fantasyin het land van de heerser morion genaamd de heerser van het duister, was het altijd herfst. voor sommigen was dat vervelend, voor sommigen was dat niet het geval. de bossen leken vredig maar diep in de ziel van het bos, zoals morion zei, was het du...