Hoofdstuk 8

935 25 1
                                    

Ik lig thuis op bed en ben ziek. Nou ja, ik doe alsof ik ziek ben.

Vandaag zouden we weer Frans en daarna mentor uur hebben. Sinds het gesprek met de Jong van vorige week durf ik haar niet meer onder ogen te komen.

***

Ik loop naar het lokaal. We hebben mentor uur. Eigenlijk was ik van plan om nog een dag ziek thuis te blijven, maar volgens mijn moeder zag ik er fit uit, dus moest ik naar school.

Vandaag begon de toetsweek. We hadden toetsen van Frans, wiskunde en biologie.

Ik heb er een best wel goed gevoel bij. Het gaat al beter dan de voorgaande weken.

"Welk cijfer schat je dat je hebt?"

Ik ga zitten naast Maud.

"Een 7?"

"Normaal haalde je altijd voor Frans allemaal negens! Wat is er aan de hand Liv?!"

"Er is niks, echt niets." Ik weet zelf ook wel dat het niet echt overtuigend klinkt.

"Er is wel wat en ik wil het weten ook! Liv, ik ben je vriendin. Je kunt alles aan me vertellen."

"Laat me nou maar gewoon."

De Jong houdt de toetsen in de lucht. "Ik heb de toetsen nagekenen en ze zijn over het algemeen goed gemaakt."

Ze loopt weer langs bij alle tafels. Als ze bij mij is bladert ze door de toetsen. "Liv. Ik durf hem bijna niet terug te geven."

Ik kijk op mijn blaadje. Een 2.4! Ik zucht. Hoe kan dit nou?!

"Na dit uur ben je uit toch?"

Ik knik alleen maar, te teleurgesteld om een word uit te spreken.

"Zou je dan zomenteen willen blijven zitten?"

"Ja mevrouw."

Dan loopt ze verder.

Ik kan niemand vertellen dat ik de hele dag aan haar moet denken en dat ik me daardoor niet meer op mijn toetsen kan concentreren.

***

De bel gaat.

"Fijne dag nog. Liv, jij blijft even zitten hè?" zegt de Jong als iedereen het lokaal uitloopt.

Het liefst zou ik nu weg willen rennen.

Ik blijf op mijn plek zitten. De Jong komt op me afgelopen en gaat op de tafel tegenover me zitten.

"Je cijfers..."

Verliefd op mijn leraresWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu