Hoofdstuk 1

21 3 0
                                    

Demianne en Amhrán liepen tijdens de nieuwe maan door het bos van Tondone. Ze konden bijna niks zien door hun menselijke ogen, waardoor ze extra voorzichtig moesten zijn. Je wist maar nooit wie of wat je in de gaten hield. Om deze tijd zouden ze zich hier niet moeten bevinden, maar Hatilla had weer eens een idee. Robin Goodfellow aka Puck aka Puckiewuckiedoodah voerde volgens haar weer iets in zijn schild en Hatilla was vastberaden om erachter te komen wat datgene is. Haar geweldige vriendinnen Amhrán, Demianne en Lorhine, zeiden dat ze dat alleen kon doen als zij mee mochten, denkende dat ze dan liever niet zou gaan, want kom op, wie wilt er nou op reis met 2 mensen en een duivel? Precies! Alleen Hatilla. Dus ze besloot hen mee te sleuren en momenteel liepen Amhrán en Demianne samen rond in een bos op zoek naar een plek om te overnachten, terwijl Lorhine en Hatilla samen op zoek waren naar eten. Demianne botste bijna tegen een boom en begon boos te mopperen. 'Wat denk jij wel niet, jij stomme boom! Je ziet toch dat ik daar wilde lopen!' Amhrán keek haar met opgetrokken wenkbrauwen aan, wat Demianne natuurlijk niet kon zien door de duisternis waar ze in waren omhuld. 'Wat is er?' Demianne schopte chagrijnig tegen een steen. 'Wat denk je dat er is? Die rot bomen gaan niet eens aan de kant en het slaat nergens op dat wij een tweetal zijn, no offense by the way. Want natuurlijk is het zo logisch om een tweetal van twee mensen te maken en de andere van een fae en een duivel! Logisch toch? Maar ja, wie ben ik om daarover te zeuren?' Amhrán deed haar best haar lach in te houden. 'Ik geloof dat je Demianne bent... Of heb je me iets te vertellen.' Amhrán vernauwde haar ogen, waarna Demianne een steen naar haar toe gooide, die Amhrán wist te ontwijken. 'Ha. Ha. Ha. Laten we doorlopen, misschien dat die bomen eindelijk manieren krijgen...'

Nadat ze een kamp hadden opgezet in het midden van een dorre woestijn moesten ze daar op bevel van Hatilla blijven zitten en wachten tot Hatilla en Lorhine zouden komen met het eten. Amhrán en Demianne vonden dit maar onzin, maar uit angst besloten ze toch Hatilla's advies op te volgen en bleven ze zwijgend naast elkaar zitten. Na een hele tijd werd het eerste woord pas weer gezegd. 'Ik ben eigenlijk best jaloers op Hatilla.' Amhrán keek verbaasd op. 'Hoezo dat? Alleen maar omdat ze geniaal, geweldig, awesome, logisch en legendarisch is?' Demianne haalt haar schouders op. 'Ook. Maar ik momenteel ben ik eigenlijk vooral jaloers op haar talent voor schrijven, haar talent om altijd te weten wat ze moet zeggen en het feit dat ze een fae is en dus veel en veel sterker is dan wij ooit zullen zijn.' Amhrán knikte in zichzelf, waarna beide meiden in gedachten verzonken en het weer een tijdje stil was. 'Ze zag er vandaag wel sipper uit dan normaal, vind je ook niet?' Amhrán keek Anne van opzij vragend aan. 'Natuurlijk is ze sipper dan normaal... Je weet toch wel wat er is...?' Amhrán rolde met haar ogen. 'Natuurlijk weet ik wat er is, ik ben dan 100% mens en heb geen magisch zwaard meer, maar ik ben niet dom hoor.'
'Noouuu.....'
'Hé!'
Demianne hield verdedigend haar handen omhoog. 'Kidding kidding, alleen vergeleken met Hatilla ben je dom.'
'Vergeleken met haar is iedereen dom...'
Die zin was net uitgesproken toen beide wezens opschrokken door een geluid. 'Ik geloof dat er iets komt...' Demianne verstopte zich snel achter Amhrán. 'No shit, daar was ik nog niet achter.'
'Nou dan weet je het nu!' Ze wilden net gaan kibbelen toen ze het geluid opnieuw hoorden, deze keer dichterbij... en het duurde dit keer langer... Voetstappen... Terwijl er niemand anders in de buurt hoorde te zijn... Er was niet genoeg maanlicht, waardoor Amhrán en Demianne niet konden zien of er iemand was en wie dat dan was. Het werd weer stil, Amhrán en Demianne wilden zich net weer ontspannen toen er twee gekken tevoorschijn sprongen. 'Boe!' Demianne begon al gillend rondjes te rennen uit paniek terwijl Amhrán haar magische zwaard tevoorschijn haalde, maar vergat dat ze die niet meer bij zich had. Panikerend begon ze om zich heen te kijken. 'Wie was dat?!' Geen antwoord. 'WIE?! WAS?! DAT?!' Nog steeds geen antwoord. Wel gelach. Bekend gelach. 'Hatilla? Lorhine? Serieus?' Amhrán zuchtte. 'Was dit nodig.' Al lachend stak Lorhine een vuurtje aan. 'Je had helemaal gelijk, Hatilla'tje, dat was geweldig!' Langzaam kwam Demianne ook weer naar hen toe gelopen. 'Flauw...' pruilde ze. Met zijn allen gingen ze rond het vuur zitten, Hatilla en Lorhine lachend, Amhrán en Demianne mokkend. Een paar minuten later was dit voorval echter al vergeven en vergeten. Ze waren er wel aan gewend, aangezien het constant gebeurde. Alle vriendinnen pestten elkaar en irriteerden elkaar, maar de truc is om door te hebben dat niemand het echt meent als die gemeen is. Daardoor wordt je een eenheid en daardoor hebben deze 4 meiden/wezens een hele sterke band samen. En niks of niemand kan die speciale band verbreken, wat ze ook proberen.  

Looking for PuckWhere stories live. Discover now