Proloog

246 2 2
                                    

PROLOOG

Hij voelt haar zachte huid, bevend tegen zich aan drukken. Haar bloed met de adrenaline door haar lichaam razen. De kleine haartjes in haar nek die overeind staan. Hij voelt haar adem, de warme lucht die in sliertjes opgaat. Breekbaar. Alsof ze van dun glas is gemaakt. Haar dunne armen die slap langs haar lichaam hangen en haar rode lippen die langzaam van kleur vervagen. Angst? Kou? Kleurloos?
Haar ogen sluiten. Hij sluit zijn armen nog wat steviger om haar heen. Hij voelt hoe ze slapper wordt. Machteloos, terwijl hij zich machtiger voelt worden.
Zijn zachte armen houden haar nog wakker en staand. De energie stroomt door zijn lijf. Hij voelt hoe ze probeert tegen te werken, zonder enige werking. Haar mond opent, alleen maar lucht. Nog wat steviger houdt hij haar vast, bang  dat ze elk moment kan neervallen en het over is. Het mag niet over zijn, het moet doorgaan. Het moet.
Haar stem bibbert. Als een klein windbriesje klinken er vage klanken.
"Alsjeblieft." De prachtige, maar vage klanken verdwijnen net zo snel als ze kwamen. Hij voelt haar nog zwakker worden. Zich zelf energieker. Kleur komt zijn lichaam binnen. Nog wat steviger houdt hij haar vast. Ze mag niet gaan. Nog niet.
Die zin blijft door zijn hoofd zweven. Hij kijkt haar aan. Stevig houdt hij haar vast terwijl haar hoofd zwaarder begint te worden. Ze wil roepen. Wat weet hij niet. Als ze nog geluid uit kon brengen had ze vast en zeker help geroepen. Of zou ze om vergevend hebben gevraagd? Maar hij kan het niet helpen, het moet.
Zachtjes buigt hij zich naar haar toe. Zijn zachte lippen drukken zich tegen haar kleurloze lippen. Alles wordt grijs. Voor haar. Voor hem wordt alles kleurrijker. Energieker.
Met zijn lippen beweegt hij zich langzaam naar haar oor toe. Fluisterend spreekt hij de woorden zachtjes haar oor in.
"Het spijt me."
Zodra hij dat heeft gezegd valt haar lichaam zwak op de harde grond.
Voorzichtig legt hij het meisje op het zachte mos. Haar hart bonkt zwak en zachtjes.
Haar gouden haren die inmiddels asblond zijn liggen keurig recht. Haar rode lippen zijn vervaagd. Haar witte jurk, bijna net zo wit als haar huid, ligt netjes terwijl ze daar o zo prachtig in het mos ligt.

"Ik doe het wel." Noah loopt naar het meisje toe. Hij heft zijn hand boven het lichaam van het meisje en zegt het woord. Het enge, verlossende woord.
Hij kijkt niet. Hij luistert niet. Hij kan het niet.
Starend naar de sterren hoort hij de groep langzaam naar het midden toe te lopen.

"Je wist dat het moest. Je wist dat het het enige was wat we konden doen. Om te overleven." Noah staat naast hem. Samen starend naar de sterren.
"Waarom liet je mij niet mijn gang gaan?"
"Het moest dan als nog en we konden niet nog iemand verliezen, Jasper."
Hij kijkt boos naar Noah.
Nog steeds voelt hij haar adem. Het zachte bonken van haar hart. De kleuren die om hun heen vlogen.
Samen lopen ze terug naar de groep. Iedereen klinkt opgewekt en vrolijk. Allemaal kleurrijk en energiek. Wat hij ook zal moeten zijn, als het niet haar was geweest. Maar Noah had gelijk. Zonder haar zouden ze niet kunnen leven. Ze zijn monsters.
De groep danst vrolijk. Hij wordt mee getrokken door Theadora die hem mee laat draaien in de cirkel vol kleuren. Blijdschap. Een gevoel stroomt naar binnen. Een prettig gevoel. Al het verdriet van net is over. Geluk stroomt naar binnen.

"Jasper, Theadora. Kom met mij mee." Noah wenkt Jasper en Theadora. Ze volgen hem tot ze op een rustig plekje aankomen. Op de achtergrond nog steeds de vrolijke stemmen en muziek te horen. Jasper ademt de diepe geur van het bos in. Een uil vliegt boven hun hoofd. Een muis vliegt voorbij. En gek genoeg doet Thedora geen moeite om hem te pakken.
Noah pakt het oog. Het oog om alles te zien. Net als een glazen bol van een waarzegster. Om te zien waar ze is. De volgende.

Een meisje. Een meisje met donker bruin, bijna zwart haar. Fel blauwe ogen. Een witte, vlekkeloze huid. Gewoon prachtig. bijna lichtgevend. Zelfs betoverend. Vrolijk dansend over een pleintje met fonteintjes. Haar crème kleurige kanten jurk die om haar heen draait. Haar lange haren die dansen in de wind.
Jasper merkt hoe Theodora's ogen feller worden. Fel groen van opwinding. Lust.
"Is dit haar, Noah? Ja, ze is mooi en lijkt erop maar ze heeft iets, iets waardoor ik het gevoel heb dat het haar niet is. Maar ze lijkt me wel heel erg lekker." Met haar tong slikt Theadora langs haar roze lippen.

De groep danst nog steeds vrolijk. Iedereen is blij en weer vol energie.
Jasper bekijkt het volgende meisje nog eens.
"Ze doet me aan iemand denken." Jasper kijkt bedenkelijk. De warmte drukt op zijn vacht. Het licht van de sterren schijnt op zijn gezicht. Zijn kille gezicht.
Weer kijkt hij naar het meisje door het oog. Ze heeft een prachtige uitstraling. Waarom doet ze hem ergens aan denken?
Door het oog ziet hij haar dansen. Vrolijk zijn, nu ze daar nog alle tijd voor heeft. Met haar lippen, de kleur van een zachte perzik, zingt ze. Ze draait rondjes. De prachtige jurk lijkt gegoten voor haar. Ze danst op blote voeten. De armbanden om haar pols rinkelen mee met de melodie van het lied. De fonteinen op het plein dansen ook mee. Springen omhoog wanneer ze dat moeten doen. Haar donkere haren dansen om haar hoofd heen, alsof ze een eigen leven hebben gekregen en dat willen benutten met dansen en dansen en dansen.
Hij wilt weten waar ze hem aan doet denken. Niet aan het meisje van net, Sophie. Maar aan wie doet ze hem dan denken?
Hij bekijkt het meisje weer en voelt de lust opkomen. Net als bij Theadora. En de rest van de groep als zij haar zo zagen bewegen.
Hij voelt hoe de ogen van Theadora nog steeds feller worden. Fel groen.
"Ik wil een groot stuk." Krast Theadora met haar stem die niet meer zo lief klinkt als daarnet.
"Nee, dat kan niet. Ik ben jonger en heb het dus harder nodig." Hij weet dat hij haar tegen moet praten want als Theadora haar zinnen ergens op zet krijgt ze het meestal ook nog en dat wil Jasper absoluut niet in dit geval. Niet na wat er net is gebeurt. Nog steeds lopen de rillingen over zijn lijf als hij er weer aan denkt. Het vreselijke moment wat voor hem o zo goed voelde maar o zo verkeerd was.

Terwijl Jasper en Theadora druk aan het bek vechten zijn om wie het grootste deel mag zet Noah een stap dichterbij. Zijn ogen zij donkerder. Beheerster.
"Stop met bekvechten!" Noah's diepe, zware stem laat de haren van Jasper en Theadora overeind springen.
"Maar.." Probeert Theadora nog maar als Noah nog een stap dichterbij zet stapt Theadora bang naar achteren. Haar ogen al minder fel maar zodra ze weer naar het volgende meisje kijkt worden haar ogen alweer feller. Iets te fel.

Jasper bestudeert het meisje nog eens. Ze danst alsof ze vliegt. Zo sierlijk. Haar voeten landen op de grond alsof ze op een zacht kussentje landt. Hij voelt de opwinding. De lust. De lust naar haar. De lust om zijn energie te gebruiken. De kleuren te laten barsten. Haar vast houden. Zachtjes bijten. De macht voelen.
Hij voelt hoe zijn ogen zijn veranderd van donker, diep groen naar gifgroen. Hij voelt zijn huid tintelen. Hij wil haar nu. Hij weet dat hij moet wachten. Wachten tot ze het zeker weten. Zeker weten dat zij het is.
Jasper draait zijn hoofd. Hij kijkt naar het meisje, het meisje wat op het mos ligt, Sophie. Zachtjes vervaagt ze. Alle kleuren weg. Al haar vrolijkheid weg. En dat alles door de lust. De lust naar haar, de lust van honger, de lust van de kleuren en energie en de lust naar het leven.
Zonder haar zouden ze nou wegkwijnen. Of nou ja, dat werd Jasper verteld. Hij heeft nooit geweten wat er echt gebeurt en dat wil hij ook niet laten gebeuren. Je weet nooit wat er zou kunnen gebeuren. Sommige zegen dat het beter is. Ze zijn monster. Kunnen niet lief hebben. Maar toch, het is een instinct om te vechten. Te overleven. Niet op te geven.

"Jasper.."
Jasper draait zich om. Noah kijkt hem aan met zijn donkere ogen.
"Jasper, ik wil dat jij uitzoekt of het haar is. Of zij de goede is."
"Wat? Ik?!" Hij schikt wakker uit zijn gedachten. Hij.. mag eindelijk het doen. Uitzoeken of zij het is?
"Maar? Waarom jij?" Sputtert Theadora tegen maar voor ze antwoord krijgt is hij al verdwenen.
Langzaam verandert de groep in hun ware gedaantes, Theadora ook.
"Laten we gaan."
En met Noah voorop vertrekken ze. Op weg naar een plaats waar niemand weet wat voor plaats het is.

The Black CatWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu