Wit Motief

109 5 0
                                    

Ik open mijn ogen en ben weer terug in de witte kamer. Waarom? Waarom steeds hier? Ik voel nog steeds de pijn in mijn hart. Ik heb net een geweldig persoon ontmoet waar ik de rest van mijn leven mee door wou brengen, maar ik werd van hem weggerukt en daarna zag ik hem voor mijn ogen sterven. Wie doet dit met mij? Waarom doet diegene dit met mij?

De twee meiden zijn er nog steeds. Deze keer zijn ze wel bij bewustzijn. "Hoe heten jullie?" weet ik uit te brengen. Het meisje naast me zegt: "Ik heet Charlotte, geloof ik." Het meisje tegenover me zegt twijfelend: "Suzanne". Ik stel mezelf voor als Madelief. Ik zie Suzanne bedachtzaam kijken. "Jullie komen me bekend voor," zegt ze. "Ik heb het zelfde!" zegt Charlotte iets te hard, waardoor ik last krijg van mijn oren. Dan weet ik het weer. "Wij zijn vriendinnen!" zeg ik. "We zitten bij elkaar in de klas en hadden gym!" "Nu je het zegt," zegt Charlotte. "We deden een warming-up en vonden een oude kleedkamer met een vreemde deur." "Ja, en toen bij die gang, en we kwamen uit bij een grot, en toen kwam het water omhoog, en toen.." zegt Suzanne. We zijn allemaal een moment stil. Dan begint Charlotte te huilen. Doordat ik viel, de vorige keer dat ik hier zat, zit ik nu veel verder weg van Charlotte, ik denk dat er zo'n anderhalve meter tussen zit.Ik wil naar haar toe schuiven, haar troosten en mijn arm om haar heen slaan, maar merk dat dat niet gaat omdat ik nog steeds vastgebonden lijk te zitten. Ik zie alleen niet waarmee. "Wat hebben jullie allemaal meegemaakt, hoelang zitten jullie hier al?" vraagt Suzanne. Ik doe mijn mond open om iets te zeggen, als ik een vreemde geur ruik. Het komt me bekend voor. Ik zie een vloeibaar stroompje ontstaan die een cirkel om me heen vormt. Ik zie dat hetzelfde gebeurt bij Suzanne en Charlotte. "Dat is benzine!" zegt Suzanne. "Goor!" Ik snap het niet. En niet alleen omdat ik niet weet waar het vandaan komt. Ik kijk een tijdje naar Charlotte. Dan zie ik haar blik verstarren. Als ik kijk naar de plek waar zij heen keek, zie ik een brandende lucifer liggen bij de plek waar het stroompje begon. Het vuur jaagt zich een weg door de benzine, tot het zich heeft verspreid over de cirkels rond om ons drie. Ik kan nog maar net door de vlammen heen kijken. Ik zie dat Suzanne en Charlotte erg hun best doen om zich te beschermen, maar de enige beweging is in hun gezicht te zien. Zij zitten dus ook vast. De hitte is ondraaglijk. Dan zie ik de benzine naar me toe stromen. Het stroomt eerst onder mijn voeten, dan verder tot ik in een plas van benzine zit. "Shit, wat doen we nu?!" hoor ik Suzanne schreeuwen. Ik hoor Charlotte paniekerig ademhalen. Het vuur komt dichterbij. Ik probeer het wanhopig uit te blazen, maar dat heeft een averechtse werking. Het vuur heeft mijn voeten gevonden. Au! Dat is heet! De hitte prikt in mijn ogen. Ik begin te tranen van de hitte en kan het niet weg wrijven, want ik kan me niet bewegen. Het is wazig voor mijn ogen, maar voor zover ik kan zien, staan mijn kleren nu in brand. De pijn is niet te verdragen. Ik hoor Charlotte niet meer ademhalen. Suzanne krijst en daarna hoor ik ze allebei niet meer. Ik voel me alsof mijn maag zich heeft omgekeerd. Mijn lichaam brandt aan alle kanten en het doet vreselijk veel pijn. Ik begin te huilen. Het is me teveel. Ik blijf huilen en huilen, tot ik alles om me heen zie draaien en dan ben ik opnieuw buiten bewustzijn.

Ik ben voor de zoveelste keer op een vreemde plek. Ik begin er inmiddels aan te wennen dat ik steeds heen en weer geflitst word. Maar wat is echt en wat niet? Ik scan mijn omgeving. Ik sta in een soort weiland met verschroeid gras. Er zijn een aantal dorre, kale bomen. Ik zie hier en daar wat kleine heuveltjes en kuilen. Ook zie ik wat kale stronkjes wat struikjes voor moesten stellen. Als ik beter kijk, zie ik in de verte nog twee mensen staan. Zij lijken het ook op te merken, want ze komen naar me toe gelopen. Ik loop ze tegemoet en zie dat het Suzanne en Charlotte zijn. 

We kijken elkaar verbaasd aan en beginnen dan te lachen. We zijn weer herenigd als vriendinnen! "Dit heb ik nou de hele tijd," zegt Suzanne, "Ik zit in die witte kamer en dan gebeurt er iets waardoor ik dood lijk te gaan, dan kom ik in een situatie ergens en daar ga ik ook dood, en dan ben ik weer in de witte kamer." "Ik heb hetzelfde!" zegt Charlotte. Ik antwoord dat ik ook hetzelfde heb. We geven elkaar een knuffel en glimlachen. "Goed, waar zijn we," zeg ik. We kijken om ons heen. Dan zegt Suzanne: "Ik moet jullie iets bekennen, meiden. Dit zit me al een tijdje dwars." Dan hoor ik een brommend geluid van een vliegtuig of zoiets. We kijken omhoog. Ik heb een vreemde hobby, namelijk vliegtuigen bekijken, op schaal nabouwen, tekenen en herkennen. Deze herken ik. Het is een A-10 Thunderbolt II, wat betekent dat het een bommenwerper is. Ik zie het vliegtuig een rondje cirkelen en dan zie ik langzaam een aantal zwarte silhouetten dichterbij komen. "Zoek een schuilplaats!"schreeuw ik snel, terwijl ik wegren op zoek naar een kuil of heuvel. "Het is een bom!" Geschrokken rent Charlotte weg. Suzanne blijft twijfelend staan. "Zoek een kuil waar je in kunt liggen! Buk en hou je hoofd vast, bedek je oren!" zeg ik. Ik heb inmiddels een kuil gevonden die net groot genoeg is voor mij. Ik ga in de foetushouding liggen en ik trek mijn vest uit om mijn gezicht mee te bedekken. Ik hou mijn handen over mijn oren en wacht angstig af tot de bommen de grond raken.  Ik zie dat Charlotte ook een plek heeft gevonden. Suzanne staat nog steeds rechtop. Ik zie dat ze het moeilijk heeft. Dan begint ze te praten. "Als ik jullie niet meer zie, wil ik jullie nog dit zeggen. Jullie weten toch nog wel over mijn vriendje? Dat vriendje bestaat niet. Ik heb hem verzonnen omdat ik jullie jaloers wilde maken. Het spijt me. Verder wil ik jullie nog iets belangrijks zeggen, namelijk dat ik..." Op dat moment komen de bommen neer. Ik maak mezelf zo klein mogelijk. Als het ergste voorbij is en ik merk dat ik nog leef, zie ik Suzanne door de lucht vliegen. Althans, een deel. Ze is ernstig gewond geraakt en toen door de kracht weggeslingerd. Ik steek mijn hoofd voorzichtig naar boven en zie Charlotte. Ze leeft nog. Ze wijst naar rechts en als ik daar kijk zie ik Suzanne roerloos liggen. Ze zit onder het bloed en haar linkerarm ligt helemaal open. Een splinter van een van de bommen doorboort haar bovenarm. Ik kijk naar boven om te zien of het veilig is en zie dat het vliegtuig weg is. Ik gebaar naar Charlotte dat het veilig is.  Ik sta voorzichtig op. Mijn benen trillen nog van de spanning en de klap, waardoor ik eerst bijna door mijn knieën zak. Dan loop ik naar Charlotte toe en help haar omhoog. We lopen naar Suzanne toe. Charlotte huilt. Ook ik sta met tranen in mijn ogen te kijken naar het roerloze lichaam. "" Wat zei ze nou, voordat de bom neerkwam?" zegt Charlotte. "Iets over haar vriendje, Tim. Zei ze nou dat hij niet bestond?" Op het moment dat ik de naam Tim uitspreek, bedenk ik me dat dat ook de naam is van de jongen die ik in het zwembad ontmoette. Mijn hart breekt opnieuw en ik barst in huilen uit. "Wat is er?"vraagt Charlotte bezorgd. "Niets," snik ik. "Het is me allemaal gewoon een beetje teveel." Ze legt een arm om me heen. Dat voelt fijn. "Zullen we maar verder lopen? Ik zie daar in de verte een paar huizen staan, geloof ik."zegt ze. "Goed plan, we kunnen hier toch niet blijven." zeg ik. We werpen nog een laatste blik naar Suzanne, die eigenlijk geen Suzanne meer is, en lopen dan weg. "Geeft niets, Suzanne," fluister ik zachtjes, zodat niemand me hoort.

Het Begin Van Het Einde (16+)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu