H12.

1.5K 46 2
                                    

Eva

'Ik heb hier het rapport van de patholoog.' Schoof Mechels een mapje over de tafel en liep zonder nog iets te zeggen richting haar kantoor. Verrast keek ik op. Wolfs trok het rapport naar zich toe en begon er in te lezen. Ik kon mijn geduld niet en op en rolde op mijn bureaustoel naast die van Wolfs. Dicht op Wolfs geplakt, een beetje te dicht misschien, las ik mee met de kleine lettertjes op papier. 'Omgekomen door een kogelschot tussen haar schouderbladen met een 9 mm patroon en schaafwonden van de val op haar gezicht en knieën. Verder zijn er geen verwondingen. De tijd van overlijden, tussen 02:00 en 05:00 's nachts. De identiteit is onbekend maar ze is van een noord Europese afkomst.' Keek ik verbaasd op. 'Vandaar dat we haar al niet konden vinden.' Momplde Wolfs. Ik knikte vaag, ondertussen al weer aandachtig verder aan het lezen.
Nadat ik uitgelezen was, rolde ik terug naar mijn plek en vauwde mijn handen in elkaar. 'Noord europa.' Verzuchtte Wolfs. 'Als ze nou nog ietsje specifieker konden zijn dan weten we waar we moeten zoeken. Noord Europa is nog best wel groot.' Tikte hij iets in op zijn toetsenbord en liet zijn ogen over het beeldscherm glijden. Waarschijnlijk kijkend naar een kaart van de landen en wateren van het noorden van europa. Weer knikte ik en hield onopgemerkt een pen aan mijn mond.
De kans was groot dat ze hier op vakantie was. Geen studie maatjes of werkgever had haar tot zover gemist, dus moest ze wel een toeriste zijn.
Wat betekend dat ze waarschijnlijk in een hotel, vakantie huisje, bed and breakfast en of tent verbleef. Nu is het niet het weer om te kamperen dus viel die laatste optie al af. Dat scheelde weer.
Nu kon ze hier ook nog illegaal zijn en of in een bordeel werken, maar aan die mogelijkheden wilde ik nog even niet denken. Het zou onbegonnen werk zijn om alle bordelen in de regio met alleen een foto van haar langs te langs te gaan.
'Wat zullen we doen?' Keek wolfs me vragend aan. Onverschillig haalde ik mijn schouders op.
'Alle hotelletjes in de omgeving maar eens afgaan.' Keek ik gespeeld optimistisch. Als we echt alle hotels en andere verblijfplaatsen in de omgeving af moesten gaan dan waren we zeker nog een dag bezig. Wolfs knikte en haalde een foto uit het dossier. 'Het zou wel moeten.' Had hij er al net zo veel zin in als ik.

Na 3 uur, verschillende hotels in de buurt bezocht te hebben, leken we eindelijk op het goede adres te zijn. De receptioniste dacht de vrouw te herkennen en na het even opgezocht te hebben, hadden we beet.
Het slachtoffer was de 23 jarige zweedse, Freja sørendsen. Sinds zondagavond ingecheckt op kamer 46. Ze verwachtte hoogstens een week te blijven, maar had haar derde ochtend al niet meer gehaald. Waarom en door wie ze om het leven was gekomen was nog wel de vraag. Toen ze gevonden was had ze niet bij zich. Ik hoopte maar dat haar kamer ons meer informatie kon verschaffen.
Met een loper op zak en een kopie van haar paspoort opende we haar kamerdeur. Wolfs ging mij voor naar binnen en verdween de eerste kamer in. Ik nam de volgende en doorzocht de ruimte zo grondig mogelijk. Hopend dat ik iets zou vinden dat meer licht op de zaak kon werpen.

Na de woonkamer en badkamer doorzocht te hebben, zonder succes, keek ik om de hoek van de masterbedroom.
Wolfs stond met zijn rug naar mij toe in het midden van de kamer en leek iets gevonden te hebben. 'In de woonkamer en badkamer is niets. Heb jij nog wat?' Vroeg ik hem. Wolfs, draaide zich om en hield een klein rood gekleurd notitieboekje omhoog. Niet groter dan A7 formaat en nog geen centimeter dik. 'Wat staat er in?' Wolfs haalde nonchalant zijn schouders op en zwaaide wat met het boekje. 'Geen idee. Kan jij het lezen?' Zuchtend liep ik naar hem toe en pakte het boekje uit zijn handen. 'Je kan toch wel lezen.' Mompelde ik storend en liet me op het bed zakken.
Toen ik het open sloeg stuitte ik al gauw op Wolfs zijn probleem. De geschreven tekst die de kleine bladzijdes vulde was volledig in het zweeds geschreven. Hier en daar dacht ik woorden te kunnen vertalen maar het geheel bleef een raadsel. 'Oh.' Bracht ik dan ook zuchtend naar buiten.
'Je kan het toch wel lezen?' Herhaalde Wolfs mijn eerder gemaakte opmerking. Het cynisme was overduidelijk te horen. Onzeker knikte ik ja. Ik kon het inderdaad wel lezen alleen had ik mijn god geen idee wat het moest betekennen.
'Sinds wanneer kan jij zweeds dan?' Werd ik ongelovig aangekeken. 'Ik kan het niet heel goed. Maar ik kan het wel lezen.' ging ik er in mee.
Wetend dat Wolfs mij toch niet serieus nam. Hij wist dat ik maar wat zat te dollen. Natuurlijk kon ik geen zweeds.
Ik las een zin hardop voor maar struikelde algauw over de lastige uitspraak en viel stil bij een letter die ik niet kende. 'Ik merk het, maar laten we het toch maar voor de zekerheid vertalen hé.' Haalde Wolfs lachend het boekje uit mijn handen.
Wederom knikte ik. 'dat lijkt me ook. Ik kan het wel doen maar ik ben er al een tijdje uit. Vandaar.' Grijnsde ik vervolgens. Wolfs lachte en sloeg zijn armen over elkaar. De twinkeling overduidelijk te zien in zijn ogen. 'Dat stelt me nou van u teleur, Missis Eriksson.' lachte hij. Ik knikte en keek blozend weg, denkend aan de zaak van zoveel jaar geleden aan hoe we toen met elkaar om gingen. We kende elkaar pas net. Onze samenwerking was nieuw en onwennig. Ik zat niet op een nieuwe partner te wachten. Helemaal niet op z'n 'Hollander.' Ik glimlachte.

'Echt al weer een tijd geleden hè.' Leek Wolfs mijn gedachtegang te raden. 'Ik zie je nog zo staal langs mij heen lopen.' Grinnikte hij. Ook ik glimlachte weer en voelde mijn wangen warm worden.
'Ja... toen mocht ik je nog niet.' Verbaasd werd ik aangekeken. Ik lachte om zijn gezichtsuitdrukking maar nam mijn woorden niet terug. Het was de waarheid. Ik mocht hem niet. Ik had een hekel aan hem en zag hem het liefst weer gaan. In de jaren is dat sterk veranderd. Ik ben naar hem toe getrokken en zo zijn we na zoveel jaar nog altijd partners.
'Ik mag je nu wel hoor.' gaf ik hem een speelse stomp toen hij na een tijdje niks meer gezegd had.
'Echt.' ging ik er vervolgens verder op in. Wolfs keek op maar zei nog steeds niets. Zijn ogen vingen de mijne en op dat punt leek ik mijn controle te verliezen. Die blik waarmee hij naar me keek maakte me gek. Gek van verlangens en van de vlinders die door mijn buik vlogen.
langzaam boog ik voorover en nam zijn hoofd in mijn handen. Teder plaatste ik mijn lippen op zijn onderlip. Zijn adem vermengde zich met de mijne en ik rook de sterke maar heerlijke geur van zijn aftershave. Ik verplaatste de kus omhoog naar beiden lippen en voelde hoe hij zijn handen op mijn heupen plaatste. Langzaam bewogen ze onder mijn shirt omhoog terwijl de warmte en de opwinding naar beneden leek te zakken. Net zo onverwacht als dat ik mijn controle kwijtraakte, vond ik het weer terug. Ik kwam weer bij zinnen, opende mijn ogen en keek opzij naar Wolfs die zijn ogen gesloten had. Onze tongen vonden elkaar, zijn handen gleden hoger en de spanning steeg. Ik moest hem los laten nu. Dit ging te ver. Het mocht niet gebeuren. Dit had niet mogen gebeuren. Dit was mijn partner. De man waarmee ik samen werk. De man waarmee ik zaken oplos en achter criminelen aan ren. Dit kan niet de man zijn waarvan ik mag houden. Van alle mannen in de wereld moest ik precies op mijn partner vallen. Juist de enige échte vriend die ik had. Waarom voel ik me zo tot hem aangetrokken. Waarom moet dit zo ingewikkeld zijn.
Genieten van de kus kon ik niet meer. Met open ogen keek ik over zijn schouder naar de muur van de hotel kamer. Wolfs had zijn ogen nog steeds gesloten, zijn handen gleden nog steeds over mijn lichaam en leken niets van mijn opkomende twijfels te merken. Ik sloot mijn ogen om van de kus te genieten, maar opende ze net zo snel weer. Ik kon het niet meer. langzaam haalde ik mijn mond van de zijne en hield mijn blik naar beneden gericht. Bijtend op mijn lip staarde ik naar het bloementjes patroon van het dekbed. De kus nog navoelend op mijn mond.

Door het vuur   Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu