Hoofdstuk 9.

22 2 0
                                    

Voorzichtig open ik mijn ogen. Ik herinner me voor een moment helemaal niks totdat alles weer heel langzaam terug komt. Het parkje, de val en zoals ik al gelijk voel, de enorme pijn op mijn achterhoofd. Ik beweeg mijn arm naar mijn hoofd en haal de plukken haar uit mijn gezicht. Dan voel ik een ruwe doek om mijn hoofd. Ik vertrek als ik er beter aan voel. Ik probeer overeind te komen en kijk rond. Ik ben nog steeds in het enorme bos. Dan zie ik Alain zitten. Hij zit op een boomstam en speelt met een mesje rond zijn vingers. Een stukje verderop zie ik een enorme stronk van een boom waarbij verschillende takken een boog er om heen vormen.

"Welkom in Luna Dragos." zegt Alain. Hij kijkt me aandachtig aan. Ik frons mijn voorhoofd. Ik sta op en steun mezelf tegen een tak. Alain stopt zijn mes weg en loopt naar een struik. Hij steekt zijn hand er direct in en haalt er een rugzak uit. Het is geen gewone rugzak, het is meer een tas die je om je schouders hangt van leer.

"Kom je?" vraagt Alain ongeduldig. Ik sta nog wankelend tegen een tak aan en probeer mijn evenwicht te bewaren.

"Uhm.." probeer ik met een schore stem. "Kan je effetjes geduld hebben? Dankje." Ik kijk verbaasd naar de grote stronk die ik eerder ook al opmerkte, Boven de oppervlakte van de stronk zweven steentjes vrij in de lucht.

Mijn benen kunnen mijn gewicht niet meer verdragen en ik zak in een op een andere stronk. Alain kijkt me geïrriteerd aan en gaat ook weer zitten. Ik wijs naar de enorme stronk met een boog van takken.

"Wat is dat?" vraag ik op een hele normale manier.

"Gaat je niks aan." snauwt Alain me direct toe.

"Als jij me nu niet alles gaat uitleggen ga je maar weg hoor." zeg ik vervolgens op een brutale manier. Alain kijkt me verrast aan. In mezelf voel ik een kleine overwinning. Dat hij even leert dat hij niet zo tegen mij moet praten. Alain begint tegen zijn zin te praten.

"Toen ik hier nog woonde ging ik dit bos in om te proberen waardevolle dingen te vinden. Totdat er patrouille kwam, in jouw wereld noem je dat politie. Ik moest schuilen en kwam achter deze plek. Zodra ik onder de boog op de stronk ging staan werd ik naar aarde gestuurd." vertelt hij.

Dus zo is hij op de aarde gekomen. Door een stomme boomstronk. Mijn moeder gebruikte het vast om heen en weer te reizen tussen de werelden. "En waar zijn we nu precies?" vraag ik vervolgens.

Alain haalt een kaart uit de tas en legt hem op een steen. De kaart ziet er oud uit en is ook gemaakt van een soort leer.

"Luna Dragos, mijn wereld. We moeten een tocht maken naar Interis, daar woont mijn familie. Interis is een van de drie grote steden. Je hebt nog Essos, de hoofdstad en Glacius, de waterstad. Op onze weg naar Interis zullen we langs Glacius komen. Ik ken daar iemand dus we kunnen daar uitrusten. We moeten eerst onze weg vinden door dit verrekte bos zonder gezien te worden. Dit is verboden land voor gewone mensen en het krioelt hier van patrouille."

Ik knik en geef het een tweede kans om op te staan.

"Let's go then." Alain staat ook op en loopt naar me toe. Hij zoekt naar iets uit zijn tas en haalt er een parelkleurige steen uit. Hij duwt het in mijn hand.

"Luminant. In deze wereld bestaat geen elektriciteit. Luminant is onze lichtbron en elektriciteit soort van.  Het licht op in het donker. Doe er voorzichtig mee want ik heb er maar twee." Hij pakt zelf ook een steen uit zijn tas en doet hem in zijn broekzak.

De steen voelt bijzonder licht aan. Als ik dichterbij kijk zie ik dat de steen in werkelijkheid een paar millimeters boven mijn hand zweeft. Ik doe de steen ook in mijn zak en zet een paar stappen. Ik ben nog steeds duizelig van de val maar doe mijn best om dat niet te merken.

Na uren lopen begin ik me steeds slechter te voelen. Overal waar we gaan is het precies het zelfde dan voorheen. De bomen, de barre grond en hier en daar een klein wezentje dat langs mijn hoofd vliegt.

Toen ik de beestjes eerst zag vond ik ze prachtig. Ik had nog nooit zulke beestjes gezien, vlinders met acht puntige vleugels, eekhoorntjes met geweien of kleine vosjes in verschillende kleuren. Nu zijn ze alleen maar strontvervelend. De geluiden die ze maken doen na een tijd pijn aan je oren. Alain legt ondertussen uit wat alles is. 

Hij lijkt nergens last van te hebben. Hij loopt nog steeds in sneltempo door alle takken heen. Ik vraag me af wat voor leven hij hier had, of hij een rijke jongen was, of niet. Of hij in een groot huis woonde of in een huis van karton. Hij is enorm gesloten. Hij praat nooit over zijn verleden.

Het is inmiddels al pikdonker en ik schat dat het bijna middernacht is door de maan. Mijn luminant heb ik in mijn hand om te zien waar ik loop.

"Zijn we er bijna?" vraag ik. Mijn voeten doen enorm pijn en mijn benen trillen van vermoeidheid. Alain geeft geen antwoord maar staat plots stil.

"Sh." Hij drukt zijn hand tegen zijn mond en duikt achter een struik. Ik doe instinctief het zelfde en zie nu waarom hij zo doet. Een stukje verderop loopt een pad door de bomen. Op het pad zijn in de verte lichten te zien die in een sneltempo onze kant op komen.

"Bedek je luminant!" sist Alain naar me. Ik doe wat hij zegt en leg een stuk van mijn jas over de luminant. Voorzichtig kijk ik naar de gedaantes die onze kant op komen. Als ze dichtbij genoeg zijn kijk ik er met grote ogen naar toe.

Drie mannen op paarden om precies te zijn. De paarden hebben aan de voorkant maar één poot en zijn allebei pikzwart. De ogen daarentegen zijn felblauw, net zoals die van Alain. Op de paarden zitten drie mannen gekleed in zwarte gewaden. Op hun hoofden staan glimmende helmen met luminanten. Ik houd mijn adem in en verroer me niet. Naast mij zie ik Alain het zelfde doen.

Ze komen verschrikkelijk dichtbij. Mijn hart klopt in mijn keel. Een van de mannen mompelt iets en alle drie de paarden stoppen. Hij kijkt mijn kant op. Ik kijk hem aan door de takken van de struik en hij kijkt mij recht in de ogen. Er gaat van alles door mijn hoofd: Ik heb het verpest, hij heeft ons gezien. We hebben een probleem.

Control - On HoldWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu