Halloween

1.2K 71 12
                                    

Ik ben altijd goed in huiswerk. Net als in lessen. Pearl niet zo dus schuif ik mijn huiswerk naar haar toe. Na tien minuten overschijven gaan we naar bed. We zijn allebei moe.

Langzaam open ik mijn ogen. Ik voel me erg uitgerust. Vandaag beginnen we een uur later. Ik kijk op mijn horloge. 6:00. Een mooie tijd. Om 7:30 begint het ontbijt en om 10:00 hoef ik pas naar geschiedenis van de toverkunst. Snel stap ik uit bed.

De dag was al voorbij gevlogen. Pearl en ik lopen vermoeid naar onze leerlingenkamer. Het was een drukke dag geweest. "Rose, wist je dat Harry Potter onze nieuwe zoeker word? Ik bedoel, hij is een eerste jaar!" Ik knik. Ik wist het allang. Ik ben er blij mee. Ze smeekte altijd of ik zoeker wilde worden omdat ik zo goed in vliegen ben. Maar ik had afgewezen. Ik had geen zin in dat gedoe. Als we in onze kamer komen plof ik op mijn bed. Snel maak ik mijn huiswerk en kleed ik me om. Ik val als een blok in slaap.

Het is niet te geloven. Maar inmiddels zijn er al weer twee maanden voorbij. Vandaag is het halloween. We zijn klaar met de laatste les. De les etiqeutte is geschrapt vanwege het halloween banket. Pearl en ik zijn daar net naar op weg. Buiten onweert het. Echt halloween weer. Als we de zaal binnenkomen is die mooi versierd. Aan het plafond hangen allemaal vleermuizen. Pearl en ik gaan aan de tafel zitten. Bijna iedereen is er al.  Ik pak wat pompoensap. Dan komt professor Krinkel binnen rennen. "Trol...in de kerker. Ik dacht laat ik het maar even zeggen." Dan valt hij flauw. Iedereen begint te praten. Ik kijk eens goed naar hem. Volgens mij is hij niet echt flauwgevallen. Ik weet hoe dat eruitziet. Pearl valt namelijk vaak flauw. Perkamentus zegt wat maar ik trek me er niks van aan. "Pearl, hij is gewoon nog wakker." Pearl kijkt naar hem. "Je hebt gelijk. Hij was vast uitgeput ofzo. Kom, we moeten naar de leerlingen kamer." Ik kijk nog even om me heen. Als ik naar Perkamentus kijk kijkt hij naar mij met zijn doordringende ogen. Snel kijk ik weg. Het litteken op mijn arm brand opeens erg. "Auw." Ik grijp naar mijn arm. "Wat is er Rose?" Vraagt Pearl. "Mijn arm...het litteken brand." Pearl kijkt me verbaasd aan. "Kan dat?" Zegt ze terwijl we de rest volgen naar de leerlingenkamer. "Ik weet het niet. Het is nu alweer minder." Dan hoor ik wat dof gebonk beneden. "Pearl, ik ga even wat doen." Dan ren ik weg. Snel pak ik mijn toverstaf. Ik volg het gebonk en kom uiteindelijk bij de meisjes wc. Ik kijk naar binnen. Daar zie ik Harry voor de trol staan, onder de wastafel zit een meisje die ik in de trein had gezien, ik geloof dat haar naam Hermelien is. En in een hoek staat een Wemel. Ik handel snel, ik denk de spreuk die ik wil gebruiken en richt mijn toverstaf op de trol. Nadat de spreuk de trol heeft geraakt zakt hij op de grond. Het was een verlamingsspreuk. Ik loop verder de wc in. "Waren jullie gek geworden?" Zeg ik fel. Niemand antwoord en ze kijken achter mij. Ik draai me vlug om. Daar staat professor Anderling en professor Sneep. Ze kijkt eerst naar de eerstejaars en dan naar mij. "Wat is dit?" Ze kijkt naar mij. "Ik hoorde gebonk dus ik ging hier kijken, het bleek dat ze aangevallen werden door die trol dus verlamde ik hem." Stamel ik. Ze knikt. "Wacht op de gang op me, ik praat eerst even met deze drie hier." Vlug loop ik langs Sneep die me een dodelijke blik werpt, ik plof iets verder weg tegen de muur aan. 

Na een kwartiertje lopen de eerstejaars weg, de twee professoren lopen naar mij toe. Ik sta op. "Wat dacht je wel niet? Dit was erg gevaarlijk." Zegt professor Anderling. "Maar wie weet hoe het anders was afgelopen." Zeg ik. Ik zie bij Sneep een lachje opkomen, een teken van straf in zijn geval. Ze zucht en kijkt naar Sneep in hoop op advies. "Mijn idee is om haar twee weken lang het toverdranken lokaal na afloop schoon te maken." Ik kijk hem woedend aan. "Waar slaat dat nou weer op?" Zeg ik. "Zeg, niet zo brutaal!" Zegt professor Anderling. Ik doe mijn armen over elkaar en kijk vragend naar beide. "Ik stel voor dat we de straf aan Perkamentus overlaten, de eerstejaars kan ik nog wel begrijpen, maar jij bent immers wat ouder." Ik zucht en volg beide professoren op weg naar perkamentus. Bij een soort waterspuwer stoppen ze. "Zuurtjes." Zegt professor Anderling. Ik heb moeite mijn lach in te houden. Zuurtjes? Meen je dat nou? Maar het blijkt te werken want de waterspuwer schuift aan de kant en onthult een trap. Ze knikt naar de trap toe. "Ik moet gaan, net als professor Sneep, vraag maar naar de straf." Ik knik en beide lopen ze weg, ik stap op de trap die direct omhoog tolt. Als ik bij een grote houte deur kom staat die op een kier. Ik open hem zachtjes en loop naar binnen. Er is niemand hier. Ik besluit maar wat rond te kijken. Overal aan de muur hangen schilderijen van mensen die ik niet ken. Op een bureau licht een boek open, het lijkt op een spreuken boek. Maar als ik er in kijk blijkt het een boek met stambomen te zijn. Dit is de familie Potter. Nieuwsgierig kijk ik erin. Dit moet wel de stamboom van Harry zijn, van mijn ouders heet er maar eentje Potter, en dat is mijn vader. Ik zie er die bekende naam staan: James Potter. Daarnaast staat zijn vrouw. Lily Potter. En daaronder staan weer hun kinderen. Harry Potter, daarnaast staat nog een naam. Rose Potter. Ik wankel wat achteruit naar adem happend, mijn hoofd begint te draaien en ik word duizelig. Ik zak tegen de muur aan op de grond. Een traan ontsnapt. Is er mijn hele leven tegen me gelogen? "Dit meen je niet." Fluister ik tegen mezelf. "Wat meen je niet?" Ik kijk op naar Perkamentus. Hij wist het al die tijd gewoon. Opeens maakt het verdriet plaats voor woede. Ik sta op. "U wist het al die tijd gewoon!" Hij loopt wat naar achteren. "Ga even zitten, alsjeblieft." Ik loop om het bureau heen. Ik plof op de stoel neer en staar naar het boek dat op het bureau ligt. Hij  neemt plaats achter het bureau. "Het spijt me zeer dat je er zo achter moest komen, ik wou het eigenlijk zelf vertellen binnenkort. Ik zal uitleggen hoe het zit." Ik kijk hem gepikeerd aan. "Uitleggen hoe het zit? Is er dan nog meer dat ik moet weten?" Hij kijkt me even aan en knikt. "Er is inderdaad meer dat je moet weten, weet je hoe je aan dat litteken bent gekomen?" Ik kijk snel naar mijn opgerolde mouwen en ik zie het litteken. "Je maakt een grapje? Is de oorzaak ervan ook al gelogen!?" Hij knikt. "Dit komt door Voldemort, toen hij Harry Potter raakte kaatste de vloek terug naar hem, maar voordat hij terugkaatste had hij ondertussen al een tweede vloek naar jou toe gestuurd, je zat naast Harry dus ook jij werd beschermd door je moeder." Mijn woede zakt weg. "Wat bedoelt u met beschermd?" Hij zucht een keer diep voordat hij begint. "Hij vuurde de vloek des doods op jullie af, maar die bereikte jullie niet omdat jullie moeder ervoor sprong, hierdoor weerkaatste de spreuk terug naar hem. Nu zweeft hij ergens rond, zoekend naar iets of iemand waardoor hij weer tot leven kan komen." Ik kijk naar de tafel. "En mijn vader?" Verdrietig kijkt hij naar me. "Die werd door hem vermoord toen hij de deur opendeed." Ik laat een traan ontsnappen. "Wat afschuwelijk..." Fluister ik. Perkamentus knikt instemmend. "Stel je voor dat hij dat iets of iemand vindt, zou hij dan wraak op ons beide willen nemen?" Perkamentus knikt weer. "Dat zal hij zeker willen. Ook zou hij dan een manier proberen te vinden om weer tot leven te komen." Ik wil opstaan als ik me weer wat herinner. "Ik moest van professor Anderling nog naar mijn straf vragen over..." Ik hoef mijn zin niet af te maken want hij neemt het over. "Over de trol, dat wist ik inderdaad al. En Griffoendor krijgt er tien punten bij, omdat jij die eersterjaars gered hebt. Een straf krijg je niet, ik had hetzelfde gedaan." Hij glimlacht vriendelijk naar mij. Ik had dit niet verwacht, maar ik ben er wel blij mee. "Kan ik anderen vertellen dat mijn ouders niet mijn echte ouders zijn?" Hij schud zijn hoofd. "Nee dat kan niet, ik wil dit graag geheim houden. Dat is voor je eigen bestwil. En Harry die weet het ook nog niet. Ik zal het hem een keer vertellen. En in het vervolg leg ik dit niet zo maar ergens neer." Hij glimlacht en wijst naar het stambomen boek. Ik glimlach en sta op. "Ik ga maar weer, anders gaan mensen nog denken dat ik die trol achterna ben gegaan en dat die me zo knock-out heeft geslagen." Hij glimlacht. "Tot ziens." Ik knik en loop weer naar de deur en ik stap op de trap die weer naar beneden gaat. Als ik de gang op stap mist een groene spruek mij op een haar na. Geschrokken kijk ik om me heen. Ik zie professor Krinkel iets verder in de gang staan met zijn toverstaf. "Ik...dit..." Dan rent hij weg. Ik wist welke spreuk dit was. De spreuk die ook mijn vader en moeder om het leven had geholpen. "Hé! Kom terug!" Ik pak mijn toverstaf en zet de achtervolging in. Hij struikelt af en toe maar komt dan weer snel overeind. Uiteindelijk duikt hij een gang in. De derde verdieping. "Dat is verboden!" Schreeuw ik en ik ren naar de plek waar hij de hoek omging. Daar is hij door een deur gegaan. Maar ik bepaal om niet naar binnen te gaan. Ik ren weer terug naar Perkamentus zijn kantoor en zeg bij de waterspuwer buiten adem het wachtwoord. Terwijl ik weer op adem kom klop ik aan. "Binnen." Hoor ik hem zeggen. Ik strompel naar binnen. Daar zie ik Sneep tegenover hem zitten. Hij staart me even aan en loopt dan naar buiten, als hij langs mij komt word ik ruw aan de kant geduwd. "Kijk uit!" Zeg ik tegen hem. Maar hij negeert het en is dan alweer weg. "Wat is er?" Zegt Perkamentus verbaasd. "Net toen ik naar de gang liep mistte een spreuk me net. Het was die spreuk des doods, ik weet wel hoe die eruitziet. En geloof het of niet maar die spreuk kwam van Krinkel! Die daarna vluchtte, ik was hem gevolgd maar hij ging naar de derde verdieping. Toen ben ik weer hier naartoe gerend." Hij luisterd rustig en kijkt me dan even doordingend aan. "Ik geloof je wel, ik zal met hem spreken. En als ik jou was zou ik nu eens rusten, hier dit is een drankje waardoor je snel in slaap valt." Hij geeft me een klein flesje met een soort hoestdrank achtige substantie. "Dank u wel." Ik sta op en zeg gedag. 

Bij de leerlingenkamer aangekomen loopt Pearl snel naar me toe. "Ik was zo ongerust! Waar bleef je?" Ik zucht. "Ik kwam die trol tegen met een paar eerstejaars. Ik had ze gered en toen kwamen Anderling en Sneep, dat is alles." Ze kijkt me even aan. "O oke." Ik loop naar onze kamer. "Ik ga slapen, ik ben echt moe." Ze knikt en loopt naar wat andere meiden bij het haardvuur. Ik slof de kamer binnen en verkleed me vlug in mijn pyjama. Ik drink een slokje van het flesje en direct voel ik me slaperig. Snel ga ik in bed liggen en direct val ik in een diepe droomloze slaap.

My Secret (Harry Potter)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu