Na een paar lange nachten en dagen met veel enge dromen en gedachten over de mysterieuze jongen met de grauwe ogen en de kleine uitstekende hoorntjes, zat ik muziek te luisteren, de country- achtige klanken galmden door mijn hoofd terwijl ik ze een beetje mee zat te neuriën. Mijn zus zat naast me in de auto, op precies dezelfde manier. Maar dan luisterde ze naar pop muziek. Mijn ouder kon je net door de muziek heen horen. Mijn vader zat alsmaar met de tomtom te prutsen terwijl mijn moeder er steeds erger zich begon te irriteerde aan het onprettige gevoel van nooit-werkende technologie. We reden naar het vliegveld Schiphol, om daar met het vliegtuig naar Australië te vliegen. De autorit duurde niet lang.
Daar aangekomen op het vliegveld, hoorde je alleen maar mensen praten, een mensen massa. door de grote zee van toeristen en geliefden die afscheid moesten nemen of elkaar knuffelden omdat ze elkaar een hele lange tijd niet meer hebben gezien, moesten wij met z'n viertjes door heen kruipen. Na een half uur wachten tot ons vliegtuig werd omgeroepen moesten we heen en weer slingeren om nog aan boord te kunnen komen.
Het is uren vliegen en er leek geen eind aan te komen. De muziek die ik luister begint al te vervelen. Ik doe mijn oordopjes uit en hou ze in mijn hand.
'Moet je kijken wat een uitzicht' hoor ik van vele kanten komen. Sommige mensen vinden het eng of spannend terwijl anderen alleen maar gefascineerd zijn door het uitzicht of de hoogte.
'Wat een belevenis' zei een jongeman een paar stoelen achter mij. 'Ik heb medelijden voor de mensen die niet kunnen zien'. Ging hij verder... Boosheid en verdriet gingen door mij heen! De tijd leek stil te staan! Ik hoorde mijn hart door mijn hele lichaam heen bonken. Die ene zin leek voor de rest van mijn leven in mijn hoofd te blijven plakken.
'Hoe kan je dat zeggen!', dacht ik ben mezelf, wat ik bijna hardop wou roepen. Het lijkt erop dat deze wereld mij in de weg wil zitten. 'Het lijkt dat de mensen van deze planeet niets begrijpen van andere mensen, mensen met gevoelens en nergens rekening mee houden'. Hoorde ik mijn eigen stem door mijn hoofd roepen. Dit vliegtuig is veranderd in een gevangenis, een hel. De zachte, comfortabele vliegtuigstoel voelt heel wat minder zacht aan en ik lijk wel er aan geketend.
'Begrijpen ze dan niet dat je leven als je blind bent super kut is'. Ik wil wel huilen. Zo hard dat het vliegtuig overstroomd!
Ik tik mijn moeder zachtjes aan, tot ze haar tijdschrift neerlegt en vraagt wat er is.
'Ik moet naar het toilet' zeg ik zacht, omdat er een oudere man voor ons ligt te slapen.
'ik loop wel mee' zacht ze op precies de zelfde toon. En ze pakt mijn hand.
Haar hand voelt zacht aan en je kan haar trouwring om haar vinger voelen.
'Ver lopen kan het niet zijn', dacht ik bij mezelf.
Mijn moeder opende de deur. Er kwam koude lucht uit het toilet, en het was daar kouder binnen, dan ik had gehoopt. Het toilet voelde ook koud aan. Er was een ruisend geluid. Met mijn rechter hand hielt ik een buisvormig voorwerp vast, waarvan ik geen idee heb wat het is of wat het moet voorstellen. Ik probeerde me te ontspannen. Ik hoorde mijn moeder een voorbijganger, gedag zeggen.
Uit woede trapte ik met mijn beide voeten voor me uit. Ik raakte een voorwerp, een licht, rechtopstaand voorwerp. Het maakte een hels kabaal. Het leek aan alle kanten te rammelen waar het rammelen kon. 'Wat gebeurd daar?' Vroeg mijn moeder van achter de deur.
'uhh.... er.... Er is wat gevallen' zei ik wat onzeker.
'Gaat het wel goed,' vroeg mijn moeder bezorgd.
Ik gaf geen antwoord.
'Ik word echt moe van dat bezorgde gedoe, al die hulp en aandacht', dacht ik bij mezelf.
Zodra de avond valt en de zon niet meer in zicht is ben ik in slaap gevallen. Wil niet slapen, ik wil niet meer vluchten voor mijn eigen dromen, ik wil iet meer realiteit zijn. Het maakt me zo moe. Ik probeer mijn ogen te openen, zo ver als het kan. Mijn zus was wakker en ze zag dat ik ook wakker was geworden.
'we vliegen boven de zee '. zei ze dromerig. 'De zee is mooi, mooi voor alles. Laat je bedolven door de woeste golven van liefde.' Zei mijn zus poëtisch. Ik sluit mijn ogen en val rustig in slaap.