In de deuropening staat een wit gestalte. Het is een lang mager persoon, dat eerder dood dan levend lijkt. Aan het postuur en het lange zwarte haar dat haar halve gezicht bedekt te zien is het een jonge vrouw. Haar rechter been staat in een positie waar een normaal been niet in hoort te staan. Ze draagt een dunne, witte, lange jurk met scheuren erin. haar gezicht is angstaanjagend. Haar ogen zijn bijna helemaal wit omdat haar pupillen zo klein zijn. Uit haar ooghoek stroomt bloed, net alsof ze in plaats van tranen, bloed huilt. Er druipt ook bloed van haar voorhoofd af op haar voeten en jurk. Haar mond lijkt een zwart gat dat je ziel elk moment kan opzuigen.
zodra mijn ogen de hare ontmoeten lijk ik vastgenageld aan de grond te staan. Ze loopt kreupel en lijkt haar verminkte been mee te slepen. Haar magere armen lijken naar me te grijpen met haar ijzerscherpe nagels. Ik heb het gevoel dat alles in slow motion gaat vanaf dat moment. Ik die sta toe te kijken tot het monster me heeft bereikt. Het moment dat het monster in het midden van de kamer is en Thomas me mee trekt om het monster heen het lokaal uit.
Ian volgt ons op de voet terwijl we door de gangen rennen. Trap op, trap af. De ene na de andere gang. We stoppen met rennen als we zeker weten dat ze niet meer in de buurt is. "Denk je dat ze ons hier zal vinden?'' vraag ik. Ian ziet nogal bleek, maar vermand zichzelf al snel als hij antwoord geeft. "Ze beweegt niet zo snel. Het zal wel een tijd duren voordat ze ons heeft ingehaald. Plus dit gebouw is enorm. " antwoord hij een beetje hijgend. Ian verandert merk ik. Hoewel hij vroeger nog bang was voor een muis merk ik dat hij zich nu vermand en zoekt naar oplossingen. Ik kijk even naar Thomas en werp hem een dankbare blik toe. Hij weet gelijk wat ik bedoel en geeft me knikje terug. Wie weet wat er met me was gebeurd als Thomas me niet had weggetrokken. "Wat nu?" Thomas kijkt rond. "Misschien een nieuwe plek zoeken. Als we hier blijven vind ze ons zo."
We lopen al een tijdje door de gangen opzoek naar een lokaal dat open is. Alles lijkt haast een droom, ook al weet ik dat het geen droom is. Een ingang die verdwijnt. Een raar monster dat ons volgt. Ik ben zo in gedachten dat ik bijna tegen een muur loop. "Let op waar je loopt Naomi." grijnst Thomas. Ik bloos even en loop weer verder. Ondertussen probeert Ian elke mogelijke deur te openen, maar tot nu toe zijn ze allemaal dicht.
Ik ben met Thomas aan het praten als Ian opeens niet meer achter ons loopt. Als we ons om draaien zien we een van de lokaal deuren open staan. "Ian?" ik krijg geen antwoord. Thomas en ik lopen langzaam naar de donkere ruimte. "Ian?" roept Thomas door de donkere ruimte. "Ik ben hier" horen we zachtjes. Ian komt aangelopen. "Ian, je moet niet zomaar weggaan." zeg ik een beetje gefrustreerd. "We kunnen hier even tijdelijk blijven.''
Ian doet de deur achter ons dicht en schuift wat meubels voor de deur. "Die komt er niet meer in." hij zucht. Ik pak mijn zaklamp en schijn de ruimte door. De ruimte is groter dan de vorige. Er staat niet veel in op een paar stoelen en tafeltjes na. Op de grond zijn bloederige afdrukken van voeten te zien. Ze was hier dus ook! Thomas ziet waar ik naar kijk. "Geen zorgen, die komt hier niet binnen hoor." en hij gaat op de grond zitten. Het enige licht dat er in de kamer is komt van de maan die naar binnen schijnt. Ik ga ook op de grond zitten en zet mijn zaklamp weg, wat voor enigszins wat licht zorgt. Ian komt er uiteindelijk ook bij zitten. Ian ziet er moe uit. In tegenstelling tot Thomas die er juist beter uit ziet. Ik heb plotseling hele erge hoofdpijn. Vast nog van die val die ik eerder heb gemaakt. "Gaat het Naomi?" Ik zie Ian bezorgt kijken. "Het gaat, maak je geen zorgen om mij." hij knikt, maar ik weet dat hij het toch doet.
"Wat moeten we doen?" vraagt Thomas. "Nou ja, de uitgang is verdwenen. Ik weet niet."
"Ian praat alsjeblieft niet zo" ik snap Ian wel, de moed zakt hem in zijn schoenen net als bij mij. "We komen hier weg. We moeten gewoon een uitgang vinden. We komen hier weg. Met z'n drieën, beloofd." ze glimlachen naar me en kijken daarna weer weg."Weet iemand misschien waar we zitten?" vraagt Thomas en kijkt ons om de beurt aan. "Niet meer dan jij wist in ieder geval." antwoord ik. "Ik heb het verhaal ook alleen maar gehoord, ik weet echt helemaal niks van deze plek." ik denk na waar we informatie zouden kunnen vinden. "Dit is een schoolgebouw toch? Dan zullen ze vast een bibliotheek hier hebben met informatie over de school. Misschien kunnen we met die informatie te weten komen hoe we hier kunnen ontsnappen." dat klinkt als een goed idee. "Goed idee Ian! het is in ieder geval al een stuk beter dan hier steeds nutteloos rondlopen." Ik knik en zucht even.
"Hier eet wat." Ian gooit mij en Thomas chocola toe. "We moeten zuinig zijn met het eten. We hebben best veel bij, maar ik denk dat we hier nog wel wat langer zitten." Ik geniet bij de gedachte dat deze reep chocola helemaal voor mezelf is. We zitten wat te praten totdat we iets horen. "Sjjj" zegt Thomas. We horen nu duidelijk iets door de gang lopen. Het word weer benauwd. Niet zo erg als eerder, maar je voelt het toch. Ian en Thomas knippen de zaklampen uit zodat we weer in het donker gehuld zijn. Het geluid nadert de deur. Ze is hier! Ian en Thomas komen wat dichter bij me zitten en we houden alle drie onze adem in zodra en tegen de deur geduwd word.
JE LEEST
exit
HorrorIk ren door de gangen zonder om te kijken. Zou het me nog volgen? Ik kom aan in een gang die doodloopt. Is dit het einde? Opeens bedekt een hand mijn mond en trekt me mee de duisternis in. 3 vrienden, 1 uitgang Elke zaterdag een nieuw deel!