Hoii, ik hoop dat jullie de inleiding wat vonden en graag verder willen lezen :) Verwacht niet teveel van dit boek, het is mijn eerste boek wat ik ook schrijf! Het begin vind ik een beetje raar, dus als jullie nog wat opmerkingen hebben hoor ik het graag :) Ik hoop dat jullie het wat vinden, veel leesplezier, en reacties zijn altijd welkom :)
de moordenaar
Hij zag haar. Bang keek ze rond, ogen schoten heen en weer. Hij glimlachte. Net een bang egeltje, dacht hij. Gedreven in een hoekje. Hier heeft hij heel lang op gewacht. De schemering ging langzaam over in het donker. De duisternis. Daar hield hij van. Vanuit de duinen leek ze zo kwetsbaar. Hij zag de angst in haar ogen en vroeg zich af hoe ze eruit zou zien als ze dood was. Hij grinnikte in zichzelf. Dat zou hij zo te weten komen. Hij voelt de spanning stijgen. Wat als ze opeens wegrent? Of niet meewerkt? Niet teveel nadenken. Gewoon doen. Dit plan is goed uitgedacht. Dit kan niet misgaan. Hij weet het zeker. Een keer in zijn leven is hij zelfverzekerd. Hij denkt terug aan zijn verleden, aan het pesten. Aan het duwen, trekken, slaan. Aan het alleen staan in de pauzes, aan het gevoel van eenzaamheid. Het was verschrikkelijk. Maar het is veranderd. Hij is sterker. En hij kan dit aan. Langzaam staat hij op. Het gaat werken, denkt hij. Ze ziet hem niet.Hij kijkt nog een keer zijn zakken na. Heeft hij alles? Het mes? Ja, het zit in zijn zak. Hij voelt aan de punt. Die is scherp, denkt hij , behoorlijk scherp. Hij lacht weer.
Langzaam loopt hij op haar af. Ze ziet hem. En ze schrikt. 'Rustig' zegt hij. 'ik ben het maar'. Stap voor stap nadert hij. 'Wie ben jij?' vraagt ze. 'En wat doe jij hier?' Hij glimlacht. Als ze dat eens zou weten. In gedachten grinnikt hij. 'Ik liep hier toevallig' zegt hij. Langzaam liep hij op haar af. Haar ogen stonden bang en verbaasd. Een perfect moment. Ze was bang, en verward. Snel vroeg hij iets. 'Wacht je op iemand?' Deze vraag had hij van te voren al bedacht. Eigenlijk wist hij het antwoord al. 'Ja, een vriend van me' zegt het meisje snel. Misschien iets té snel. Je kunt slecht liegen, denkt hij. Ze wachtte op hem. Maar dat wist ze nog niet. Stap voor stap kwam hij dichterbij. 'Kan ik naast je gaan zitten?' Vraagt hij aan haar. Deze vraag was twijfelachtig, maar ze reageerde heel goed. . 'Eum, ja is goed. Ik denk dat hij voorlopig dan nog niet komt' Ze probeerde stoer te klinken, maar haar plan was mislukt. Hij kende hem zó goed, dat hij wist dat ze bang was. Ze had het niet door. Het loopt nog goed. Hij glimlacht en gaat zitten. Het meisje glimlacht terug.
Hij voelt de stilte. Geen van hun tweeën weet iets meer te zeggen. Zoiets had hij niet verwacht. Snel vraagt hij het eerste wat in hem opkomt: 'Heb je misschien een zakdoekje voor me?' Vraagt hij. Dit was dom. Geen goede zet. Hij kon zichzelf wel voor zijn kop slaan. Hij wist dat hij een sukkel was wat betreft het bijzijn van mensen. Hij was veel beter in mailtjes en brieven sturen. In zijn eentje was hij veel beter. Maar het meisje reageert goed. Beter dan dat hij ooit had gedacht. Hij voelt opluchting, maar ook spanning. 'Ja, tuurlijk' zit zei 'ik zal er even een voor je pakken'. Ze klink vertrouwd en rustig. Net als toen ze haar telefoongesprekken afluisterde. Hij kijkt rond. Hij kan niet geloven dat hij dit meisje zo lang gevolgd heeft. Dat hij zo veel van haar weet, en dat zij het niet doorheeft. En nu zit hij naast haar alsof hij haar nog nooit gezien heeft. Alsof hij haar niet kent. De takken zwiepen heen en weer. Er staat een stevige wind. Diezelfde wind gooit zijn krullen alle kanten op. Gelukkig heeft hij een muts op. Dit herfstweer is typisch Nederlands. Met dit wisselvallige klimaat komt hij niet vaak buiten. Hij houd dan wel van de duisternis, maar niet van kou. Hij komt bijna nooit buiten. De mensen staren hem altijd zo aan als hij buiten komt. Hij haat mensen. Ondertussen rommelt het meisje nog steeds in haar tas. Haar lange wimpers vallen hem nu pas op. In het donker is ze nog mooier. In het donker is alles mooier. Plotseling gaat er een schok door hem heen. Dit is een perfect moment. Maar hij voelt dat hij moet wachten. Het meisje is nu druk bezig om de inhoud van haar tas er één voor uit te halen. Voor hem. Voor de zakdoekjes waar hij om gevraagd heeft. Ze is lief voor hem. Maar dat was hij niet. Een vlaag van woede schiet door hem heen. Hij weet weer waarom hij dit doet. Zijn handen trillen. Snel stopt hij ze in zijn zakken. Ze mag het niet zien. Niet nu. Het meisje komt weer omhoog.
'Ik kan het pakje nergens vinden' zegt ze verbaasd. 'ik dacht dat ik het er vanmorgen nog in had gedaan, ik ben namelijk ook snotverkouden'. Terwijl ze dat zegt haalt ze haar neus op. Dit was waar. 'Misschien zit het in dat ene vakje dat kapot is' zegt hij. Hij denkt na. En hij realiseert wat hij gezegd heeft. Dit was foute boel. Het meisje merkt het nu ook. 'Hoe weet jij da...' Verder komt ze niet. Hij handelt snel. Zijn handen grijpen om de keel van het meisje. Het meisje had dit overduidelijk niet aan zien komen en probeert heel hard te schreeuwen en te gillen. Hij wist dat het nu nog maar een paar seconden zou duren voordat ze geen adem maar zou hebben. Maar ze gaf het niet snel op. Ze probeert op alle manieren los te komen, maar dat kost alleen nog maar meer adem. Ze worstelt en worstelt, zonder resultaat. Hij knijpt nog harder. Het meisje kijkt hem smekend aan, alsof hij zich nog zou bedenken. Hij glimlacht. Een gevoel van macht stroomt door zijn lichaam. Ze probeert hem nog te schoppen, maar het is al te laat. Hij voelt dat het leven uit haar stroomt.
De bewegingen van het meisje verminderen en ze schopt nog voor een laatste keer. Langzaam laat hij haar keel los. Hij blijft het meisje aanstaren. Het meisje staart met een dode blik terug. Ze is dood. Zijn handen trillen nog na en hij voelt dat zijn lichaam trilt. Een harde windvlaag laat hem bibberen en hij rilt. Het mes valt uit zijn zak. En dan heeft hij opeens een goed idee. Hij pakt het mes van de grond en pakt de pols van het meisje beet. Hij kerft er een paar woorden op. Het bloed sijpelt uit de pols van het meisje. Hij is klaar hier. Hij staat op. Trots kijkt hij naar het meisje. Hij laat een hint achter, maar hij weet zeker dat niemand er ooit achter komt. Als hij wegloopt kijkt hij naar de hemel. Boven hem staat de mooiste sterrenhemel die hij ooit heeft gezien. Hij trekt zijn jas nog steviger om zich heen en glimlacht. Hij had nooit gedacht dat hij iets als dit zou doen. Maar hij heeft het gedaan. En hij is trots op zichzelf. Dit gevoel was nieuw voor hem, en hij zou dit gevoel graag willen leren kennen...
JE LEEST
Gestrand
Mystery / ThrillerKelly, Lin, Lotte, Anna, Naomi, Bas en Tony zijn een hechte vriendengroep. Ze kunnen goed met elkaar opschieten, alleen breken er soms nog al wat ruzies uit. Als ze stuk voor stuk het bericht krijgen dat Kelly is vermoord, stort hun wereld in. Kelly...