Hoofdstuk 5 - Rennen!
Zo lopen ze zo snel mogelijk in de richting van de stadspoort.
"O jee, o jee.", mompelt de dokter. "Ik hoop dat we het gaan redden."
Ze lopen steeds sneller en sneller. Als de stadspoort in zicht komt, beginnen ze te rennen. Als ze op 100 meter afstand van de stadspoort zijn, komen ze abrupt tot stilstand. De deuren komen in beweging en gaan dicht! Ze zijn te laat! Dan zien ze de wachters aan beide kanten van de deuren staan. Het zijn twee grote mannen, met allebei een dikke snor en een grote riem om, waaraan allerlei dingen hangen, zoals twee touwen, een geldbuideltje, een waterzakje, een fluitje en nog een paar zaken die Rowena in het donker niet kan zien.
De wachters zien hen ook en roepen: "Stop, wie zijn jullie en waarom zijn jullie nog buiten?"
"O jee, o jee.", mompelt de dokter weer. "Ik ben dokter Bosman en dit zijn mijn 2 assistenten." Hij wijst naar Rowena en Philly. "Wij hebben vandaag een aantal van mijn patiënten bezocht en waren net weer op weg naar huis."
"Jullie zijn nog wel laat op pad dokter.", zegt een van de wachters, die inmiddels naar onze vrienden is toegelopen.
"Het is al donker.", en hij wijst naar de inmiddels donkere lucht.
"Het spijt me, maar ik was de tijd vergeten. Het was een drukke dag vandaag.", legt de dokter uit.
"Dat kan wel zo zijn, maar regels zijn regels, dat weet u net zo goed als ik.", antwoordt de wachter.
"Maar we waren al bijna buiten de poort en mijn huisje is net binnen de rand van het bos. Kunt u voor deze ene keer geen uitzondering maken?", smeekt de dokter.
"Nee dat gaat niet. U weet wat de straf is voor mensen die na het donker nog buiten zijn. Ik arresteer u hierbij op grond van artikel 1.", deelt de wacht hem op een onvriendelijke toon mee.
De dokter fluistert zo zachtjes dat de wacht het niet kan horen tegen Rowena en Philly: "Als ik zeg "NU!", dan rennen jullie zo hard je kan weg en zoeken de andere uitgang. Die is 200 meter die kant op!" En hij wijst heel stiekem, zodat de wacht het niet ziet, naar links een eindje verderop in de grote muur om de stad. "Hier, neem mijn boek alvast, die zullen jullie nodig hebben.", en hij geeft het boek achter zijn rug aan Rowena, zonder dat de wacht het ziet.
Rowena en Philly knikken allebei eenmaal - ook weer stiekem - ten teken dat ze het begrepen hebben.
De wacht pakt één van de touwen aan zijn grote riem en zegt: "Handen achter de rug dokter." De dokter doet wat hij zegt. De wacht bindt zijn handen vast met het touw. Dan opeens begint de dokter rare geluiden te maken en zwaar te ademen alsof hij veel pijn heeft. Hij bukt zich voorover en begint te schreeuwen dat hij vreselijke buikpijn heeft. De wacht is daardoor afgeleid en draait zijn rug naar Rowena en Philly.
De dokter geeft de wacht opeens een kopstoot en roept “Nu!”. Dat hoeft hij niet twee keer te zeggen. Rowena en Philly sprinten ervandoor en rennen zo hard ze kunnen naar de andere uitgang. De wacht die bij de dokter staat wil achter ze aan rennen maar de dokter laat hem struikelen, zodat hij plat op zijn buik belandt. De andere wacht staat verbaasd naar het spektakel te kijken, voordat hij door heeft wat er precies aan de hand is. Dan snapt hij het en begint achter Rowena en Philly aan te rennen.
Onze twee vrienden rennen uit alle macht en zoeken ondertussen naar de andere uitgang, maar in het donker is het moeilijk te zien.
JE LEEST
Het Kontenimperium
PertualanganRowena is een jong meisje dat altijd dingen kwijt raakt en vergeet. Op een nacht komt ze via een magische tunnel in een andere wereld terecht. Een wereld waar mensen hun kont kunnen vergeten en er een echte kontenfabriek bestaat. - verhaal voor kind...