1

65 2 0
                                    

Ik word wakker van een idioot dat op mij springt. 'Caleb' roep ik boos. 'Hallo liefste zus' zegt Caleb. Ik open mijn ogen en kijk hem boos aan. 'Je ligt al veel te lang in je bed' zegt hij terwijl hij recht gaat zitten. 'Het noemt ook vakantie' zeg ik glimlachend. 'Ja, maar ik wil dingen met jou doen! We kunnen voetballen' zegt hij. 'Ja, we gaan voetballen' roep ik en ik spring uit bed en trek mijn voetbalshort aan en een t-shirt van Caleb. Ik doe mijn haar in een staart en trek mijn schoenen aan en ren dan naar beneden. 'Goedemorgen' roepen Caleb en ik. 'Ontbijten' zegt mam streng. 'Nee' zeggen we weer tegelijk en we lopen de tuin in waar twee goals staan en een klimrek met glijbaan. Ik shot onze favoriete bal naar hem toe en zo beginnen we met voetbal. 'Jullie zouden eens Zwerkbal moeten spelen' zegt Jason die ook de tuin in komt. 'Ja, wij worden toch beter als jou' zeg ik. 'Maar dat is ook niet moeilijk' grinnikt Caleb. 'Kom hier jullie twee' roept hij en we beginnen schaterend weg te rennen met Jason achter ons aan. 'Catherine en Caleb! Eten' roept mam vanbinnen. 'Mama' zuchten Caleb en ik. 'Nu' beveelt ze ons. We lopen naar binnen en gaan naast elkaar zitten. 'één boterham' zeggen we tegelijk. 'Jullie zijn allebei zo koppig'zucht ze en ze geeft ons een boterham met choco. We zijn rustig aan het eten als er een uil binnenvliegt en op het hooft van mama gaat zitten. 'Donar' zucht mam. 'Een brief voor Jonas' zegt ze en ze geeft hem een brief. Caleb en ik zitten in spanning te wachten. 'Caleb' zegt ze en hij krijgt ook een brief. 'En Catherine' zegt ze en ik krijg ook een brief. 

Geachte Catherine Daniella Zwarts, 

Het doet me een genoegen om u te kunnen meedelen dat u in aanmerking komt voor een plaats aan Zweinstein Hogeschool voor Hekserij en Hocus-Pocus. Bijgaand treft u een lijst met schoolboeken en andere benodigdheden. Het schooljaar begint op 1 september. Gelieve voor 29 augustus te reageren per uil. 

Hoogachtend,
Minerva Anderling
Assistent-Schoolhoofd.

'Ik mag gaan' roepen Caleb en ik tegelijk en we geven elkaar een high-five. 'Dan zullen we morgen maar boeken en zo moeten kopen' glimlacht mam. 'Wij worden de beste Griffoendors ooit' zegt Caleb trots. 'Echt niet, mij verslaan jullie niet' zegt Jason. 'Pas maar op' grijns ik en we lopen weer de tuin in. 

De volgende ochtend ben ik vroeg wakker en spring ik deze keer op Caleb, we delen een kamer. 'Caleb, vandaag gaan we schoolspullen kopen' roep ik opgewonden. 'Kate' grinnikt hij. Ik loop naar mijn kast en trek een donker grijze jeansbroek aan en een trui van Caleb. Ik loop naar beneden en ga voor mama zitten. 'Twee vlechtjes' zeg ik. ze grinnikt en maakt twee ingevlochten vlechten. Ik kruip op mijn stoel en begin met mijn ontbijt, al snel zit Caleb naast mij en zitten we wat te klieren. 'Catherine, Caleb' zegt mam streng als we een stuk boterham in het bord van Jason gooien. 'Hij lokte het uit' zeg ik. 'Ja, inderdaad' zegt Caleb. 'Niet waar' zegt Jason boos. 'Wel waar' zeggen wij tegelijk. 'Caleb, Catherine' zegt mam boos. 'Altijd de schuld van de tweeling' zeggen wij tegelijk. 'Kom, kom, we gaan vertrekken' zegt mam en we lopen naar de schoorsteen. 'Jason, jij eerst' zegt ze. Jason pakt een hand brandstof en gaat staan. 'Wegisweg' roep hij en dan gaat hij op in een groene vlam. 'Catherine' zegt ze. Ik pak een hand en ga staan. 'Wegisweg' roep ik en dan word ik meegesleurd. Ik kom mooi recht en zie Jason glimlachen en me snel wegtrekt. Want nog geen tien seconde later verschijnt Caleb. Ik slaag mijn arm over zijn schouder, wat best onhandig is aangezien hij groter is. Al snel verschijnt mama ook en lopen we door voor al onze spullen, eerst ons gewaad en uniform, dan onze boeken, ketel, dan onze toverstaf, daar zijn we nu trouwens. 'Aha, de tweeling Zwarts' zegt Olivander. Na een paar minuten hebben we allebei onze toverstaf. Ik heb een 26.4 Wilg met een haar van een eenhoorn en Caleb heeft een 28.9 Wilg met drakenhartbloed. 'En nu een huisdier' zegt mam. Caleb en ik rennen vrijwel meteen de winkel in en kijken rond. 'Ik wil deze uil' zegt Caleb en hij pakt een bruine uil. 'Ik deze' zeg ik en ik pak een wit kitten met felblauwe ogen. We lopen naar de kassa waar mam betaalt, nu hebben we alles. We gaan terug naar huis en Caleb en ik zijn aan het denken over namen. Aurora, dat is de naam van mijn kitten. 'Ik noem hem Wilson' zegt Caleb. 'Mama, we hebben namen' roep ik. 'Hoe noemen ze' vraagt mam. 'Wilson' zegt Caleb. 'En Aurora' zeg ik. 'Wat mooi' zegt mama glimlachend. Als we thuis zijn pakken Caleb en ik meteen onze hutkoffers in. 'Hoeveel onderbroeken heb ik nodig' vraagt Caleb. 'Ik heb er drie mee' zeg ik. 'Drie' lacht Jason die binnenkomt. 'Hoeveel' vraag ik. 'Allemaal' zegt hij glimlachend en hij helpt ons. 'Na een uur hebben we alles ingepakt en gaan we eten. 'We gaan bijna naar zweinstein' zegt Caleb enthousiast. 'Jullie halen daar niet te veel kattenkwaad uit' zegt mam streng. 'En jij, let op je broertje en zusje'. 'Wij kunnen ook op onszelf letten' zegt Caleb. 'En anders hebben Wilson en Aurora nog' zeg ik als ik zie hoe Aurora van de trap komt. 'Ja en Zweinstein is niet erg of zo, het is één van de veiligste plek' zegt Jason. 'En toch let je op hun' zegt ze. We zuchten alle drie en gaan we naar onze kamers. 'Caleb' vraag ik zacht. 'Wat is er' vraagt hij. 'Stel dat we niet bij elkaar zitten' vraag ik bang. 'Dan lopen we weg' grinnikt hij. Ik kruip uit mijn bed en kruip dan in het zijne. 'Jij en ik' zeg ik. 'Jij en ik' zegt hij. 'Voor eeuwig en vier dagen' mompel ik terwijl ik een deel van zijn deken over me trek. 'Beloofd' zegt hij en dan vallen we samen in slaap. 

The next Generation Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu