21: Op oplichtersjacht

138 9 4
                                    

Ooit moest de zomer afgelopen zijn en het Engelse weer heeft vandaag uitgekozen voor dat moment. Als ik de collegezalen uit kom, stort de regen met bakken uit de hemel. Dikke druppels spatten uiteen op de grijze straatstenen. De hele wereld lijkt een stuk minder kleur te hebben.

Ik haast me naar de metro. Helaas kan ik niet meteen van mijn weekend genieten, maar moet ik eerst nog langs mijn werk. Ik was namelijk zo slim om daar een boek te laten liggen dat ik nodig heb voor een huiswerkopdracht.

Mijn jas is al zo goed als doorweekt als ik de metro eenmaal bereik. Rillend laat ik me op een vrije stoel zakken. Gelukkig kan ik hier een paar stations blijven zitten. In de metro lijkt het namelijk altijd warm te zijn.

Onder de grond raas ik Londen door. Dat is eigenlijk best wel een raar idee. En ook wel zonde als je erover nadenkt. Londen is een vee te mooie stad om je steeds onder de grond te verstoppen.

Bij Ladbroke Grove begeef ik mezelf weer boven zeeniveau. Het is inmiddels gelukkig gestopt met regenen, al zijn de wolken nog niet weggetrokken. Daardoor loop ik evengoed door een donkergrijs Londen naar The Life Store.

Lizzy kijkt verbaasd op vanachter de balie als ik binnenkom. "Hé Maya, jij was toch vrij vandaag?"

"Dat klopt, maar ik heb hier woensdag een boek laten liggen dat ik nodig heb voor mijn huiswerk, dus dat kom ik even ophalen." Ik duik bij haar achter de balie en zoek de plank af waar wij als medewerkers altijd van alles op leggen. Ah, hebbes.

"Moet je morgen wel weer werken?"

"Ja." Ik kom overeind. Meteen blijven mijn ogen haken bij iets dat ik buiten zie. Of misschien kan ik beter iemand zeggen. Het is namelijk Christian die aan de overkant van de straat op de stoep naar de winkel staat te turen. Hij doet niet eens alsof hij ergens mee bezig is. Nee, hij staat daar gewoon openlijk naar binnen te kijken.

Lizzy volgt blijkbaar mijn blik naar buiten, want ik hoor haar een vraag stellen waar ik niet op zit te wachten. "Wie is die leuke jongen?"

"Welke jongen?" doe ik alsof mijn neus bloedt.

"Die daar buiten op de stoep zo naar jou staat te staren."

"O, die. Dat is niemand. De broer van een vriendin." Shit. Ik had moeten zeggen dat hij helemaal niet naar mij staat te staren, maar naar haar. Waarom bedenk ik dat soort dingen altijd pas als het al t laat is?

Lizzy rolt met haar ogen. "En John is de zus van mijn oma."

Ik kijk haar aan. "Hij is echt de broer van een vriendin."

"Dat bedoel ik niet, sukkel." Ze onderdrukt zichtbaar de neiging om nogmaals met haar ogen te rollen. "Je weet zeer dat hij niet een beetje meer is dan dat?"

Ik knik. "Vrij zeker." Tegen hoeveel mensen moet ik nu nog zeggen dat ik naar Londen ben gekomen om te studeren en niet om verliefd te worden?

"Dus je gaat nu naar buiten, je zegt 'hoi' tegen hem en dan ga je alleen naar huis om iets aan je huiswerk te doen?"

"Ja," antwoord ik, maar ondertussen zoek ik naar smoesjes om niet naar buiten te hoeven. Ik kan niet ongezien langs Christian komen, maar ik kan ook niet met hem praten.

De hele dag heb ik het zoeken naar een manier om hem als oplichter te ontmaskeren al uitgesteld. Ik was er gewoon te moe voor. In een college zitten met maar vier uur slaap achter je kiezen werkt ook niet bepaald inspirerend. Bovendien heb ik mezelf er langzaam maar zeker van proberen te overtuigen dat hij alleen maar alle goede antwoorden in heeft gevuld om me te pesten. Omdat ik geen andere reden kan bedenken waarom hij zoiets zou doen, hoef ik hem misschien niet eens meer te ontmaskeren. Het is tenslotte niet alsof hij de lijst zou invullen om indruk op me te maken.

The Life Store #Wattys2016Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu