Winterwonderland

76 11 5
                                    

P.O.V. Roy - Bo en Roy zijn hier 17 jaar oud.

Lichte sneeuwvlokken vallen uit de lucht. Ik buig mijn hoofd naar boven om ze op mijn gezicht te laten vallen en ze te laten smelten op mijn warme huid. Ik hou niet altijd van sneeuw maar op dit moment hou ik ervan.

                    "Hey dagdromer ben je er nog?" Hoor ik Bo naast me zeggen.

                   "Hmm, wat is er."

                   "Ik zei dat ik wil schaatsen op de schaatspiste daar verderop. Ga je mee?"

                   "Ja is goed." We liepen richting de schaatspiste in het park dat door de gemeente is geplaatst. Omdat het ijs in het meer niet dik genoeg is en er elk jaar toch mensen op willen schaatsen heeft de gemeente besloten om een schaatspiste te plaatsen tijdens de winter. Zodat niemand nog in z'n hoofd haalt om op het meer te staan. Ik zie het beeld van het 11 jarige meisje dat door het ijs zakte weer voor me. Ik hoor het gegil van een bang 11 jarig meisje terug in mijn oren. Ik zie een moeder dat een paar meter van me stond een naam roepen wanneer ze naar het 11 jarig meisje wilde toelopen op het ijs maar niet op het ijs geraakte omdat andere mensen haar tegen hielden. Ik kan me niet voorstellen hoe het moet zijn als anderen je tegen houden wanneer je naar een dierbaar persoon wilt rennen die een paar seconden van de dood is verwijderd. Ik kan het me echt niet voorstellen.

                   "Roy, stop nou eens met dagdromen en help me met mijn schaatsen aan te doen, dit is niet voor mijn voeten gemaakt." We stonden al bij de schaatspiste en had op een of andere manier een paar schaatsen in mijn handen.

                   "Sorry, ik zat weer te denken aan het ongeluk van dat meisje vorig jaar." Zei ik wanneer ik Bo hielp met haar voeten in de schaatsen te duwen. Deze schaatsen zijn echt niet gemaakt voor haar.

                   "Probeer het uit je hoofd te zetten, dat gebeurt echt niet meer. Nou probeer te genieten van deze dag want de rest van de week gaat het gieten en heb je de kans niet om hier te schaatsen."

                   "Je hebt gelijk. Wie het eerst op de piste is!"

                   "Hey dat is niet eerlijk, ik geraak niet rechtop!" Schreeuwt Bo me achterna wanneer ik al op de piste ben beland. Ik draai me weer om en zie haar wankelend opstaan. Ik moet lachen om hoe Bo zonder schaats ervaring op me toe komt.

                   "Lach me niet uit!"

                   "Jawel, je bent hilarisch op schaatsen." Lach ik nog een beetje. Bo geeft me een stomp tegen mijn schouder en ik geef er een terug. Maar mijn stomp was veel harder. Te hard. Bo verloor haar evenwicht en viel achterover. Tijdens het vallen botste ze tegen een 7 jarig kind aan die begon te huilen. Ik reek een hand naar Bo en trok haar omhoog.

                   "Ik haat je." Zegt Bo wanneer ze ijs van haar jas klopt.

                   "Ik jou ook." Zeg ik lachend wanneer ik terug denk aan het hilarische moment. Het 7 jarig kind dat ook alweer recht stond sloeg tegen Bo's been. Snel sloeg ik m'n hand naar mijn mond om mijn lach te verbergen. Ik hoor achter me een vrouw roepen naar onze richting. "Pascal niet slaan!" De vrouw komt op ons afschaatsen en kijkt boos naar het kind dat blijkbaar Pascal heet. "Bied nu je excuses aan aan dit meisje, anders straks geen ijsje!" Ik lachte in mezelf om de rijm dat de vrouw maakte. Wie wil er nou ook een ijsje in de winter eten? Je kan dan even goed de sneeuw opeten. Ieuwl.

                 "Sorry meisje." Zegt Pascal kijkend naar zijn schaatsen.

                "Het is al goed." Zegt Bo niet wetend hoe ze moet reageren tegen een 7 jarig kind die ze op de grond heeft geduwd. Perongelijk. De vrouw en het kind schaatsen weg en wij barsten in lachen uit.

                "Nou dat was onverwachts." Zei Bo.

                "Zeg dat wel, ooit gaan we hier later op terug denken en lachen we ons ook weer helemaal kapot."

                "Daar ben ik wel zeker van."

We schaatsten weer een tijd verder maar er kwamen almaar kleine kinderen op de piste waardoor je amper nog kon schaatsen.

                "Ik ben er wel klaar mee, ik heb genoeg kleuters gezien voor een hele week denk ik." Zegt Bo om zich heen kijkend.

                "Laten we ergens anders heen gaan." We gaan de piste af en geven de schaatsen weer aan het loket waar we ze hadden gehaald.

               "We kunnen ook op het meer schaatsen, het is dik genoeg en er zitten geen kleuters op." Ik kreeg het warm van wat Bo zei. Ik ga echt niet dat meer op. Niet na wat ik zag wat er gebeurde met een 11 jarig kind.

               "Je bent gek. Ben je dan vergeten wat er elk jaar gebeurd met mensen die erop gaan staan?"

               "Doe niet zo mal, er zitten nu ook mensen op en zie je hun zakken door het ijs? Nee." Er zitten inderdaad andere personen op het meer te schaatsen.

                "Wie er het eerst bij het meer is!" Roept Bo wanneer ze wegrent. Ik loop achter haar aan. Zelf ga ik niet op het meer, echt niet. Liever wil ik Bo ook niet op het meer zien staan maar er is niets of niemand die haar van gedachten zou kunnen veranderen. We staan aan de rand van het bevroren ijs. "Alsjeblieft doe het niet." Zeg ik met wat angst in mijn stem.

                 "Doe nou eens niet zo bang, jij kan hier wel staan wachten op me maar ik ga het ijs op, doei hé." En weg is Bo. Ze schuifelt over het ijs. En wanneer ze bijna struikelt schoot er een zenuw door mijn hele lichaam. Alles kan nu gebeuren.

En er gebeurt inderdaad wat. Wanneer Bo in het midden van het bevroren meer staat en uitbundig naar me zwaait zie ik hoe snel ze stopt met zwaaien en stokstijf blijft staan. Haar gezicht spreekt boekdelen. Ik zie dat ze wat tegen zichzelf zegt en heel voorzichtig naar haar voeten kijkt. Ik volg haar blik. En ik zie de scheur in het ijs, net onder haar voeten. Ik zou alles willen schreeuwen naar haar op dit moment. Hoe dom ze was om het ijs op te lopen. Hoe dom ik was om haar niet tegen te houden. Hoe ik in enkele minuten mijn beste vriendin kan verliezen. Ik kijk weer naar Bo's gezicht die zich vastklemt op mijn blik. Ik voel een traan over mijn wang vallen, Bo ziet er zo bang uit. Ik heb haar nog nooit zo bang gezien. Maar dat is ook omdat ze nooit in de buurt van het einde van haar leven kwam. Alsof ik hier minuten heb staan kijken is het toch maar in 7 seconden voorbij geflitst. Bo wilt wat zeggen tegen me maar ik kan het alleen maar lezen op haar lippen. "Ik hou van je" zag ik haar mond bewegen. Op dit moment wil ik alles doen. Ik wil terug roepen dat ik ook van haar hou. Ik wil terug in de tijd gaan om nooit naar dit duivelse park te gaan met mijn beste vriendin. Ik wil op haar afrennen en haar van het ijs halen, en net wanneer ik op haar wilde afrennen werden er sterke armen om me heen geslagen waardoor ik geen kant op kon. Mensen hebben me tegen gehouden zodat ik niet op het dierbaarste persoon wat ik heb in mijn leven kan aflopen. Dus zo voelt het om tegen gehouden te worden van het redden van een persoon waar je van houdt. Zo voelt het dus.

AlltheseOneshotsWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu