Proloog

331 33 12
                                    

"Maak je klaar, mannen! We gaan deze stad plunderen!" Roept de kapitein als ze Londen zien.
Michael staat met zijn pistool te spelen terwijl hij naar de woorden van zijn vader luistert.

"Michael, kom hier." Zegt zijn vader.
Braaf doet hij wat hem wordt opgedragen.

"Jij gaat samen met half poot naar het huis van de gouverneur, pak zoveel als je kan, geef niks terug, goed?"

"Ja, vader."

"Dat is mijn jongen." Grijnst Michael's vader.

Zodra ze het anker laten zakken, haast iedereen zich aan land.
Half poot, ook wel Willy, trekt Michael mee naar het huis van de gouverneur.

"Dit wordt lachen!" Sneert hij opgewonden.

"Jaja." Zucht Michael verveeld.
Het huis is gelukkig niet zo lang lopen.

Als ze er zijn, beuken ze de deur open.
Een dienstmeisje valt van flauw schrik.

"Oh god, gaat het?" Vraagt Michael bezorgd.

"Laat haar, pak wat je pakken kan!" Zegt Willy.
Vanuit zijn ooghoek ziet Michael iemand wegrennen.

"Dat is de zoon van de gouverneur! Pak hem!" Roept Willy.
Meteen rent Michael hem achterna.

Angstig rent Luke door de gangen.
Hij weet dat een smerige piraat hem achterna zit.
Zo snel als hij kan duikt hij de kamer van zijn vader in en verstopt hij zich in de kast.

Michael komt de kamer in waar Luke ook is.

"Kom tevoorschijn, ik doe je niks." Zegt Michael, waarna hij zijn pistool op de grond legt en zijn armen in de lucht steekt.
Luke gluurt naar hem door een kiertje van de kast.

"Ik doe echt niks." Herhaalt Michael.

"Beloofd?"

"Ja."
Langzaam opent Luke de kast.
Michael's mond valt open als hij de jongen ziet.
Zijn blonde haar ligt plat op zijn hoofd, aangezien het 's nachts is.
Hij ziet er moe, maar ook heel bang uit.
Zijn blauwe ogen schitteren.

"I-Ik ben Michael." Zegt Michael.

"Je bent een piraat." Fluistert Luke.

"Echt? Dat was me niet opgevallen."
Luke lacht even, maar wordt dan weer serieus.

"Waarom doe je me niks aan?"

"Ik heb het niet zo op mensen doden."

"Mijn naam is Luke." Zegt Luke zachtjes.

"Aangenaam, Luke." Antwoordt Michael, waarna hij een buiging maakt.

"Michael! Verdomme, we moeten gaan!" Roept Willy.

"Oh oh, mijn taxi is er! My dear Luke, onthou één naam; The Black Pearl. Ik kom nog wel is langs als we in de buurt zijn." Zegt Michael, waarna hij de kamer uitholt.
Terwijl hij rent laat hij expres iets vallen, een medaillon met een schedel erop.
Hij heeft dat ding al heel lang.
Samen met Willy sprint hij terug naar de boot.
------------
Luke kijkt naar de boot in de verte, die snel de haven verlaat.
De zwarte zeilen glinsteren in het maanlicht.

"Luke?!" Hoort Luke zijn vader roepen.
Snel loopt hij naar de gang.
Dan valt zijn oog op het medaillon van Michael.
Glimlachend raapt Luke het op.
Hij hangt het om zijn nek en verstopt hem onder zijn pyama.

"Luke, gelukkig, ben je oké?!" Vraagt zijn vader terwijl hij op zijn zoon afrent.

"Pap, het gaat goed." Antwoordt Luke met een glimlach.

"Heb je piraten gezien?! Ik laat die piraat onthoofden als dat zo is!"

"Pap, niet alle piraten zijn slecht, ze lijken slecht, maar zijn het niet."

"Luke, praat geen onzin, ga naar je kamer, ik heb veel te doen."

Als Luke uit het raam van zijn kamer kijkt, ziet hij in de verte het schip weer varen.

"Tot snel, Michael." Zegt Luke zachtjes.

The Pearl {Muke}Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu