Hoofdstuk 1

20 2 2
                                    


Een motor rijdt met een snelle vaart voorbij. Ik schrik. Even dacht ik dat hij mij zou raken. 'Marnie.' Wie is dat? Ik kijk om me heen. Niemand die ik ook maar lijk te herkennen. 'Hier.' Ik draai me om. Leysa! 'Waarom zo geheimzinnig?' Ze zet een stap buiten de bosjes. 'Ik ben weggelopen. Kom. Ik weet een plek.' 'Weggelopen? Plek? Wat bedoel je nou allemaal?' Mijn hoofd lijkt deze informatie niet te kunnen hendelen. 'Kom nou maar mee.' Leysa pakt mijn arm en sleurt me mee naar de geheime plek. Het lijkt niet heel bijzonder. Een klein, oud huisje, tussen al die bomen. Maar het voelt niet goed. 'Weet je zeker dat dit veilig is?' Ik kijk beangstigend om me heen. Leysa pakt mijn arm en voor ik het door heb, sta ik binnen. Het ziet er modern uit. Met hier en daar wat spinnenwebben, maar daar kijk ik niet van op. Overal ligt stof en er staat een oude, versleten bank. Ik hoor iemand aankloppen. Snel draai ik me om. Niemand te zien. Opeens verschijnt er iets voor het raam. Ik kan het niet goed zien. Op het raam zitten vingerafdrukken en veel stof. Brianna? Ze lijkt erop, maar ik weet het niet zeker. Haar ogen lijken licht te geven. Maar hoe kan dat? Steeds meer begin ik te twijfelen aan alles om me heen. Is deze plek echt wel veilig? En waar is Leysa eigenlijk? Geen spoor van haar te bekennen. Er valt een groene, slijmerige druppel op mijn neus. Wat is dit? Ik durf niet omhoog te kijken. Het enige wat ik nu wil, is zo snel mogelijk hier weg. Leysa springt op de bank. 'Je laat me schrikken!' Leysa grinnikt. 'Dat was ook de bedoeling.' Brianna komt binnen. Ik had dus toch gelijk. Maar haar ogen, er lijkt niks vreemds mee aan de hand. 'Haha, je was bang hè?' Brianna pakt een klein lichtje uit haar jaszak. Het was dus allemaal om mij bang te maken. 'Maar hoe zit het nou met dat weglopen?' 'Ik was het gewoon even zat, al dat gezeik thuis.' Ik snap haar wel, maar waarom zou ze zomaar weglopen? Ik zou haar wel willen helpen, maar hoe? Is er eigenlijk wel een goede manier? Ik kan me zo even niets bedenken. 'Komen er eigenlijk nog meer mensen?' Snel probeer ik op een ander onderwerp te komen. 'Eh, ik weet het niet. Misschien Dyenna, Abbi, Delano, Taylor en Jaël.' Mijn gezicht verkleurt. Jaël, mijn ex. Ik weet niet goed wat ik hiervan moet denken. Ik voel me er niet goed bij. Ik heb hem al zo lang niet gezien. En dat is niet zonder reden. Alles wat we samen hebben meegemaakt, het was niet altijd makkelijk. 'Ley, ik weet het niet hoor. Ik ga liever terug.' 'Ah kom nou, blijf nog even.' Ik moet lachen. Leysa weet me ook altijd over te halen. Hoe, weet ik niet. Langzaam stroomt het kleine huisje vol met mensen. Nouja, zo lijkt het dan. 'Wat gaan we hier eigenlijk doen?' Ik begin nu toch echt nieuwsgierig te worden. 'Verbouwen.' Dyenna lacht. 'De muren verven en opnieuw inrichten. We maken er gewoon een geheime plek van.' Al mijn twijfels zijn snel verdwenen. Dit alles is nog niet eens een heel slecht idee. Ik begin het allemaal eigenlijk wel leuk te vinden. En Jaël, ik merk niet eens dat hij er is. Hoe laat zou het zijn? Twaalf uur. Shit. Ik had allang thuis moeten zijn. 'Niet zo stressen, Marnie. We hebben de hele week om dit af te maken.' Abbi komt naast me staan. 'Nee, daar gaat het niet om. Mijn moeder, ze gaat het nooit goed vinden.' 'Zeg dat je bij mij logeert.' Dyenna probeert zich te mengen in het gesprek. Ik loop naar buiten, even weg van al het lawaai. Ik ga zitten. Moet ik dit wel echt doen, alles verzwijgen voor mijn moeder? Ik weet het niet. Één klein leugentje kan wel toch? Lang hoef ik er niet over na te denken, dit is de enige manier. Zonder ook maar iets te laten merken ga ik terug naar binnen. Niet veel later hoor ik opnieuw vreemde geluiden. Iedereen is stil. Wie zou dat zijn?

CandlelightWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu