P.O.V: Sem
Na een lange tocht komen we bij een groot kamp aan. 'Holy shit' mompel ik. 'Ik heb een idee' mompelt Ashton en stapt al ver van te voren af. Ook wij stappen af en kijken hem vragend aan. 'Ik ga naar binnen als vreemdeling om vervolgens jou vader te doden, jij zoekt Isis. Luke, Calum en Michael beschermen Merissa en helpen je om haar te vinden' knikt Ashton. We kijken elkaar en knikken. 'Goed, ik ga eerst en zorg er voor dat alle bewakers weg zijn, dan kom jij oke?' vraagt hij. Weer knik ik waardoor Ashton glimlacht en weg rijd. Al gauw horen we geschreeuw voor mij een teken om mijn paard achter te laten en te rennen. Rennen voor mijn leven. Ik ren het kamp binnen, opzoek naar Isis. Overal waren tentjes, allemaal het zelfde. 'Dochter' hoor ik een stem roepen. Ik bevries bij het horen van zijn stem. Achter hem zie ik Isis staan, bebloed. 'Vader' sis ik. En grijp naar mijn mes. Maar voordat ik mijn mes kan laten zien voel ik iets kouds tegen mijn hoofd aan. 'Handen omhoog' grijnst hij en loopt op me af. Twee andere mensen pakken Isis vast en brengen haar weg. 'Isis!' gil ik. 'Red je zelf Sem, ik houd het wel' gilt ze terug. 'Nee' huil ik. 'Ashton! Ashton ze pakken haar' gil ik. 'Rustig meisje, die jongen is al knock out' lacht mijn vader en wijst naar een jongen met blonde krullen die levenloos op de grond ligt. 'Ashton!' gil ik geschrokken. 'Je komt met ons mee, lekker gezellig praten' lacht mijn vader en grijpt mijn arm. 'Voor geen meter' gil ik en probeer me los te rukken. 'Dacht het wel' snauwt hij en grijpt me beter vast. Ik piep van de pijn en strompel hulpeloos mee. Ik word een tent in gegooid met een kooi aan de binnenkant en opslot gedaan. 'Laat me gaan' gil ik. 'Ik had je al verwacht' lacht mijn vader en kijkt me aan van buiten de kooi. 'Ik zei laat me gaan' schreeuw ik. 'Denk je echt dat ik jou laat gaan?' grijnst hij en schud zijn hoofd lachend. 'Lieve schat, ik laat mijn dochter niet opnieuw gaan. Jouw dood word de mooiste dood voor het hele dorp' lacht hij luid en grijpt naar zijn buik. 'Kannibaal' gil ik. 'Moordenaar' ga ik verder. 'Har-'. 'We hangen je op aan een groot touw, terwijl we je armen, benen en je hoofd eraf trekken, word dat niet een mooie dood?'. 'Als dat gedaan is gaan we je botten eruit halen terwijl je nog leeft. Of je bent zo zwak dat je het al niet meer red na je eerste been of arm' grijnst hij en schud zijn hoofdje. 'Jammer dat zo'n meisje nou net gedood moet worden' lacht hij en pakt iets vast. 'Dat doe je niet' mompel ik moedeloos. 'Dat doe ik wel' lacht hij en neemt een slok van de fles. 'Als ik iets begin, moet ik het ook afmaken, voordat ga ik niet dood' grijnst hij en gooit een mes mijn richting op. Ik duik opzij met een gil en kijk mijn vader huilend aan. 'Laat me gaan, ik heb een dochter. Een dochter waar ik op moet letten, die ik op moet voedden' huil ik. 'Oh? Dan moet ik die ook doden, heel deze familie moet dood' grijnst mijn vader. 'Nee laat haar er buiten' huil ik. 'Waarom zou ik? Ik zeg toch heel deze familie moet dood' grijnst hij breed. 'Laat haar leven, alsjeblieft' snik ik. 'Dat gesmeek van jou gaat niet helpen, ik doe wat ik wil niemand houd me tegen' lacht hij en doet een stap naar achteren. 'Heb een fijn verblijf schatje, ik kom je straks nog even bezoeken en morgen ochtend leggen we je boven het vuur zodat het iets makkelijker word je armen en benen er vanaf te trekken. Slaaplekker, wees niet bang' om zijn laatste zin lacht hij luid en loopt hij grijnzend weg. 'ASHTON, MICHAEL, CALUM, LUKE? MERISSA ALSJEBLIEFT' gil ik. Ik begin rond te rennen in de kooi. Ik bonk met mijn hoofd tegen de trailies probeer ze uit één te trekken, te snijden met mijn mes maar het lukt niet. Nog nooit van mijn leven heb ik zo hard gehuild, nou één keer. Bij de dood van mijn moeder en zusje. 'IEMAND HELP ME, ALSJEBLIEFT LAAT ME LOS, LAAT ME GAAN' gil ik. 'Geef me een banaan' hoor ik achter me. Ik schrik en draai me om. Een jongen onder het bloed, vies en met rood doorlopende ogen staat achter me. 'Wie ben jij' vraag ik wantrouwend en grijp naar mijn mes. 'Niemand, weet niemand weet'. 'Ja, ja ik weet je naam niet. Vertel me gewoon je naam' schreeuw ik. 'Waarom zou ik?' lacht hij en stapt wat verder in het licht. Ik schrik me dood als ik zie dat zijn huid rondom zijn hard weg is. Ik kon zijn hart letterlijk zien pompen. Ik begin te kokhalzen en richt mijn blik snel op zijn ogen. 'Wat hebben ze je gedaan?' vraag ik. 'Dat zie je toch? Morgen gaan ze met een spelt in mijn hart prikken daarna langzaam verder scheuren' antwoord hij schouderophalend. Het bloed spuit eruit waardoor ik opnieuw kokhals. 'Je bloed dood voor mogen' mompel ik. 'Ach, het kan me toch niet meer schelen' mompelt de jongen en haalt opnieuw zijn schouders op waardoor ik snel mijn blik afwend. 'Wat doe jij hier?' vraag ik hem. 'Dat zie je toch?' mompelt hij. 'Wat heb je gedaan?' vraag ik hem. 'Je vader aangesproken' antwoord hij en grijnst breed. 'Hoe?' vraag ik hem. 'Voor loner' mompelt hij. 'Wat een klootzak' mompel ik. Op dat moment word de jongen lijkbleek. Zijn ademhaling begint te stotteren en voordat ik het door heb valt hij op de grond. Dood. Ik schrik en ren naar hem toe. 'Oh god zeg me niet da-' ik stop al wanneer ik zijn hart niet meer zie pompen. 'Shit' mompel ik en laat me vallen in het zand. Mijn leven is gedaan.
'mama?'
Nieuw hoofdstuk, sorry voor het lange niet-updaten. nog één hoofdstuk en nog een epiloog en dan is het boek afgelopen.
Ik hoop dat jullie het leuk gevonden hebben (alvast een klein einde haha)
JE LEEST
The Desert
Hayran KurguSem een 18 jarig meisje word wakker in the middel of nowhere. Ze gaat op onderzoek uit en loopt hopeloos de woestijn rond. Op een gegeven moment ontdekt ze een huisje waar ze wel 4 hele bijzondere jongens ontmoet...