De leraar vroeg ons pagina 57 te nemen in ons werkboek, dus ik bladerde verder in mijn boek van Godsdienst, tot ik bij het thema liefde en vriendschap kwam. Dit ging het nieuwe onderwerp worden voor op zen minst de drie komende weken. Er stonden verschillende vragen in ons boek, maar ik had geen tijd om ze zelfs maar te lezen, want de leraar vroeg al meteen: "Hoe ziet jouw ideale partner eruit?" Ik keek op, want dit trok mijn aandacht. Hij duidde vrijwillig een paar leerlingen aan, aangezien niemand zen hand opstak. "Een grote blonde jongen die sportief is.. en hij moet lief en grappig zijn", zei Morgan na aangeduid te worden, ze giechelde naar haar vriendinnen en daaruit kon ik opmaken dat ze iemand op het oog had, maar de beschrijving was vaag genoeg, zodat hij anoniem zou blijven. "Quinten, en de jouwe?" "Een mooi slank meisje, niet groter dan mij, en ze mag getint zijn, en natuurlijk moet ze trouw zijn en lief en grappig." De leraar leek genoeg te hebben aan die vage omschrijvingen. Natuurlijk wilt iedereen iemand die lief is en grappig en als het kan ook nog eens mooi. Iedereen behalve ik dan. Ik val op mensen die de wereld, het leven net zo donker en uitzichtloos vinden als ik, misschien zelfs nog erger. Iemand die neerkijkt op mensen die het leven door een roze bril zien, mensen die kleingeestig zijn, dom, omdat ze niet zien, of willen zien dat er meer is in de wereld dan rozengeur en maneschijn. Iemand die me snapt, als ik zeg dat ik het vlakaf haat om hier te zijn, dat ik melancholisch ben. Een echte pessimist. Iemand die leeft in zijn eigen wereld, maar die toch meer wil weten van de wereld waar we ons allemaal in bevinden, die altijd bereid is bij te leren, maar alleen de dingen die hem interesseren. Iemand die niet bang is zijn mening te geven, ook al is die schokkend of niet ethisch toelaatbaar. Iemand die anders denkt, of die dat beweert te doen. Iemand die denkt dat gevoelens hebben, hetzelfde is, als zwak zijn. Op meer eigenschappen kon ik niet komen, maar net als Morgan zat er ook een bestaande persoon achter deze beschrijving. Hij bestond, maar of hij wist dat ik dat ook deed, was me een raadsel. Hij praatte tegen me, althans zo noemde ik het, want eigenlijk typten we gewoon, aangezien ik hem alleen heb ontmoet op internet. Voordien lachte ik mensen uit, die beweerden iemand leuk te vinden via het internet. Tot het mij gebeurde, eerst wilde ik het zelf niet geloven, maar het was duidelijk. Ze kunnen beweren wat ze willen, dat het onmogelijk is, niet bestaat. Het bestaat wel degelijk, daar was ik zeker van. Ik had die persoon niet eens gezien, dus op het uiterlijk was ik niet gevallen, maar op het karakter misschien? Al kun je je natuurlijk wel heel anders voordoen op internet, maar toch. Ik viel voor hem. Misschien was ik zo wanhopig? " Jacklin, hoe ziet jouw toekomstige partner eruit?", vroeg de leerkracht opeens. Ik schrok uit men gedachten en voelde al dat ik rood werd. Wat moest ik in Gods naam zeggen? Ik stotterde en zei toen maar iets dat sociaal aanvaardbaar was. "Bruin haar, bruine ogen, heel groot en hij mag niet jaloers zijn." De leraar leek voldaan met mijn antwoord en ging daarna verder met een andere vraag, die ik niet meer hoorde, omdat ik daarna weer in mijn eigen gedachten aan het wroeten was.