Hoofdstuk 48..

198 20 9
                                    

NYMPHADORA

Uren later houd ik de kleine Edward Remus Lupos, of te wel Teddy,in mijn handen. Het kleintje ligt te slapen in mijn armen en Remus zit naast mij. Samen kijken we naar onze zoon, zonder ook maar één woord te zeggen. We hoeven ook niks te zeggen, we weten wat de ander denkt. We denken op dit moment aan onze kleine, onze eigen zoon. We bedenken ons hoe een geweldige tijd, ook als ligt er een oorlog voor de deur, we tegemoet gaan samen met hem. 

Uiteindelijk leg ik, op Remus' verzoek, Teddy in zijn nieuw wiegje. Daarna ga ik zelf terug op bed zitten en kijk ik naar Remus, die breed naar me glimlacht. "Ik dacht dat ik nooit zelf een gezin kon hebben." fluistert hij zachtjes. Tranen springen hem in de ogen en ik geef hem snel een knuffel. "Alles kan, zo lang je er maar in gelooft. Dat is wat ik deed en wat ik doe. Ik geloof... Ik geloof in ons, in ons kind. Ik geloof in een prachtige toekomst, wat er ook gebeurt." ik fluister mijn geruststellende woorden in zijn oor. Hij knuffelt mij steviger. "Ik hou van jou." De tranen springen mij nu ook in de ogen. "Ik hou ook van jou."  

Zo blijven we zitten, totdat Remus zegt dat me maar beter wat kunnen slapen. Gelijk heeft hij want aangezien Teddy om de paar uur eten nodig heeft, zullen we niet veel nachtrust krijgen de komende dagen. Ik leg mij tegen hem neer, met mijn hoofd tegen zijn borst, en sluit mijn ogen. Zijn handen aaien zachtjes over mijn haren. Ik voel mij slaperig en niet veel later val ik in slaap. 

Ik droom over Teddy, Remus en ik. Samen, als een gezin. Ik voel me gelukkiger dan ooit. 

A/N: I know. Fucking kort. Sowwy daarvoor. T spijt me. Ik zal me moeten straffen net zoals Dobby zichzelf moet straffen. 

I won't give up on us.. Ronks lovestoryWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu