Hoofdstuk 5

5.9K 217 23
                                    

Justin

Tevreden steek ik mijn sigaret aan en zak ik achterover. Het is zo rond 12 uur s'avonds en de sterren staan al hoog aan de hemel. Ik zit verstopt op een open plek, achter wat struiken, in een hoek van de tuin waar bijna nooit iemand komt.
Ik neem een trek van de sigaret in mijn hand en kijk tevreden om me heen. Niemand die hier ooit komt, dus alle rust voor mij en mijn peuken. Nog een trek volgt. Ik weet best dat roken slecht voor je is, dat het je huid verouderd, je er kanker van kunt krijgen, het stinkt, blablabla. Maar in stress-situaties is het kalmerend en helpt het te ontspannen, dus ik ga nog lekker even door.

Ik druk mijn sigaret uit in het zand naast me en steek een volgende op. Relaxt zak ik weer achterover. Voor even ben ik af van de afkeurende blikken van mijn ouders. De rede dat ze me die blikken geven, weten we allemaal wel. En Camrynn maakt het er niet beter op. Mijn ouders staan volledig aan haar kant, terwijl ík hun zoon ben. Waarom moet ze nou die kwetsbaarheid -wat haar overigens schattig maakt- over zich heen hebben? En waarom moet iedereen haar aardig binden? En waarom denk ik nu nog steeds aan haar?! Ik kan haar maar beter uit mijn hoofd zetten, het is over. Ik heb verknald en dat heb ik goed geweten ook. Ik heb ineens geen zin meer in de half opgerookte sigaret in mijn hand, en gooi hem een paar meter van me af. Waar hij vervolgens land op een hoopje zand en smeulend dooft. Ik leg mijn hoofd in mijn handen en knijp mijn ogen dicht. Dit is mijn eigen fout. Het is míjn schuld. Ik moet de consequenties onder ogen zien.

Geritsel onderbreekt mijn moment van zwakte en meteen zit ik weer recht op. Camrynn's hoofd verschijnt, vanuit de bosjes en ze haalt hijgend adem. "Jesus..." Hijgt ze, "Dit is moeilijker dan ik dacht." Ze wringt zich uit het web van takken en bladeren en komt naast me zitten. "Dus dit is jouw plek?" Ze kijkt me schuin aan. "Wat doe je hier, Camrynn?" Vraag ik, haar vraag negerend. "Euhm, ik kom jou halen." Antwoord ze. Ik trek mijn wenkbrauwen op, "Van wie?" Ze krabt op haar voorhoofd en kijkt naar de verte. Aangezien de buurt waar we in wonen bovenop een heuvel ligt, kun je vanaf deze plek het centrum van Liverpool zien, waar allemaal lichtjes branden. "Je ouders, mijn ouders, Flint. Eigenlijk iedereen. Ze wilden het over iets belangrijks hebben!" Antwoord ze. Ik zucht,  terug de drukte in. "Hoe heb je me eigenlijk gevonden?" Voor het eerst in ons gesprek kijk ik haar aan. Ze tikt lachend op haar neus, "Ik volgde die walgelijke rookgeur van je." Lachend kijk ik haar aan, "Is het zo erg?" Ze brengt haar hand omhoog en wappert overdreven voor haar neus, "Je moest eens weten!"

Grinnikend stompt ze me op mijn schouder. Verbaasd kijk ik haar aan, "Wat deed je nou net?" Met grote ogen kijkt ze terug, alsof ze zelf ook niet had verwacht dat ze dat zou doen.  "Dat was haast een vriendelijk gebaar." Zeg ik grijnzend. Ze rilt haar ogen, maar kan een klein glimlachje niet bedwingen. "Ja, you wish. Dit was een moment van zwakte. Ik zou je dus maar niet teveel in je hoofd halen, want ik heb nog steeds een enorme pesthekel aan je!" Antwoord ze. Ouch, die kwam aan. "Dus, dit is een soort wapen stilstand?" Vraag ik. Ze schud resoluut haar hoofd, "Oh, nee. In je dromen. The war is still on. Ik word je grootste nachtmerrie, Justin." Ze staat op, veegt het zand van haar broek en loopt zonder nog iets te zeggen, door de struiken, weer weg. "Ha! Jij een nachtmerrie? Eerder een droom, sunshine!" Roep ik haar nog na.
Maar ik betwijfel ik ze het gehoord heeft.

Ik zucht en sta met een kreun op. Tijd om uit te zoeken wat de volwassenen nu weer te melden hebben. Ik baan me een weg door de struiken en haal opgelucht adem als ik weer rechtop kan lopen. Op mijn aller sloomst loop ik naar de veranda, waar ze nog steeds zitten. Flint is al naar huis, want hij heeft morgen een belangrijk examen waar hij nog aan moet beginnen. Die sukkel heeft nog meer onvoldoendes dan Samantha, gelukkig wordt zij van school getrapt, maar Flint helaas ook. Of nou ja, helaas. Hij komt in ieder geval wel naar onze school, dus geen helaas voor mij. Alleen weet Camrynn dat nog niet, dus ik moet nog even mijn mond houden.

Ik maak het me gemakkelijk op een stoel vlakbij Camrynn. Geërgerd kijkt ze me aan, "Kan je niet voor een keer uit mijn buurt blijven?" Ze fluistert zacht en dwingend. Ik kijk haar met een schijnheilige grijns aan, "Nee, sorry." Ze rolt haar ogen en richt zich weer op haar ouders. Camrynn's moeder, Macy, schraapt haar keel en kijkt Camrynn en mij doordringend aan. "Wij, de ouders, hebben besloten dat de laatste week van onze vakantie jullie vrienden mogen komen." Camrynn schiet rechtovereind en kijkt met grote, blije ogen in het rond. "Echt?!" Schreeuwt ze opgewonden, ze stuitert zowat van haar stoel af. Onhandig gaat ze weer recht zitten. Iedereen kijkt naar mijn reactie. "Cool." Zeg ik met een grijns. Ik bedoel, ik moet het wel relaxt houden. Als ik zo opgewonden ga doen als Camrynn denk ze straks nog dat ik een meid ben, dus ja. Camrynn kijkt me raar aan en ik gebaar dat ze weg moet draaien. Ze blijft koppig zitten en trekt een wenkbrauw op. Ik haal mijn schouders op en vorm met mijn mond het woordje 'wat'. Camrynn rolt met haar ogen en draait zich naar haar moeder.

"Maar..." Begint haar moeder. Camrynn's gezicht veranderd opslag van opgewonden en blij, naar verveeld en ontmoedigd. Een zucht verlaat Camrynn's lippen. "Ik had het kunnen weten." Mompelt ze. Haar moeder gaat ongestoord verder, "Ik wil dat iedereen bij elkaar blijft. Niemand mag zomaar ergens anders slapen, zonder dat iemand het weet!" Opgelucht kijkt Camrynn in het rond. Ook ik ben opgelucht. Ik dacht dat er een ouder bij moest blijven ofzo. Daar had ik dus echt geen zin in! De tweeling springt blij op. "Yes!" Gillen ze. Onze ouders kijken hen verbaasd aan. "Waarom zijn jullie zo blij?" Vraagt mijn moeder. De armen van Audrey blijven ergens halverwege de lucht hangen. "Wij mogen toch ook mee?" Vraagt Audrey verontwaardigd. Mijn moeder schud lachend haar hoofd, "Nee, nee, nee, nee. Daar komt niks van in, jongedames." Willow kijkt met een teleurgestelde blik naar mijn moeder, "Waarom niet?"
"Jullie zijn nog maar 13. Kom op, je dacht toch niet dat ik mijn kleine meisjes op hun 13e naar Ibiza stuur? Ik zal wel gek wezen!" Antwoord mijn moeder. Audrey en willow zakken boos neer op de bank. "Dit is niet eerlijk!" Roept Willow. "Waarom mogen Camrynn en Justin dan wel?!" Roept Audrey. Mijn moeder kijkt ze met een ingehouden lach aan,
"Omdat Camrynn al 16 is -bijna 17- en Justin al 17 is. Jullie gaan gewoon met papa en mij mee naar huis!" De tweeling slaan hun armen over elkaar en kijken met een frons vooruit. "Ik ben het er nog steeds niet mee eens!" Zegt Willow mokkend.

Ik daarentegen, ben blij dat die 2 niet meegaan. Dat scheelt een hoop ellende!
Ik hou van mijn zusjes, maar ze zijn soms erg lastig. Al helemaal als ze met z'n tweeën zijn, wat bijna altijd is.
Zijlings kijk ik naar Camrynn, die al weer druk bezig is met het typen op haar telefoon. Ze nodige vast al haar vrienden uit. Ineens worden mijn ogen groot.

Als ze maar niet die blonde kakker uitnodigt!

------------------------------------------------------------------------------------------

Tam tam taaaaam

Weer een nieuw hoofdstuk dames en heren! Dit was een beetje saai, maar binnenkort gaan ze op vakantie, dus wie weet wat er dan gaat gebeuren?! Ohja, ik natuurlijk. Lol

Zeg in de comment wat je van het hoofdstuk vond en vergeet niet te stemmen. Tot snel, mijn lieve lezers, tot snel!

Kissss,
Sam

So you're that kind of guy? 2Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu