Hoofdstuk 1 - Oliver

27 3 1
                                    



Met een ruk schoot ik overeind. Ik voelde iemand zacht in mijn arm prikken.

'Ga recht zitten!' siste iemand zacht in mijn oor.

Het was Liv. Ik keek een beetje wazig op en om me heen toen ik iemand vlak voor me zag staan.

'Dit is de laatste keer dat ik het zeg, Oliver,' fluisterde mevrouw Livestone zacht en kil in mijn oor, toen brulde ze: 'Als je nog een keer in slaap valt in mijn lokaal tijdens mijn les, dan zorg ik er hoogstpersoonlijk voor dat jij vijf minuten later buiten staat.'
Ze legde extra nadruk op het woord buiten zodat het duidelijk was wat ze bedoelde, en er ging een schok door het klaslokaal. Ik hoorde hier een daar wat geroezemoes. Mevrouw Livestone had mij wel eerder bedreigd, maar altijd met onschuldige dingen, zoals:

'Ik pak je vast bij je voeten en ik doop je in de prullenbak!' of
'Ik doe een dikke laag seconde lijm op de uiteinden van twee potloden en ik ram ze recht in beide neusgaten, zodat ze voor altijd vast zitten!'.

Een keer heeft ze me zelfs met twee rinkelende wekkers, één in mijn hand en één op mijn hoofd gebonden, door de hele school laten hinkelen. Maar dreigen met buiten, dat had ze nog nooit gedaan. Ik zou met deze uitspraak naar de politie kunnen stappen, ik had tenslotte een klas vol getuigen. Ze zou langer de gevangenis in moeten dan sommige moordenaars en het waarschijnlijk niet overleven. Hoewel mevrouw Livestone een strenge en stijve vrouw was had ze een tenger figuur. Ook al was ze echt een bullebak, had ze weliswaar een grof karakter en geen greintje humor in haar hele lichaam, ook zij zou breken in de gevangenis. De gevangenis in Alleia is een ramp. Het is niet georganiseerd, er lopen moordenaars vrij rond met messen in hun sokken, de agenten zijn corrupt en al de sterke en zelfverzekerde mannen zitten samen in cellen met bange en kleine vrouwen. De enige manier waarmee ze misschien ook maar één kans heeft om te overleven is om door saaie geschiedenis jaartallen en feiten te gaan vertellen zodat iedereen vanzelf in slaap zou vallen en ze vrij spel zou hebben.

Zoals ik al zei, is de gevangenis verschrikkelijk, en zover we gehoord hebben, waren ze vroeger beter. Veel geschiedenis leren we niet, want we weten niks van voor de vijfde wereldoorlog, want om een of andere reden zijn er nergens geschiedenis boeken waarin de gebeurtenis van na de oorlog gemeld zijn. De vijfde wereldoorlog was zevenendertig jaar geleden, en duurde achttien jaar. Er zijn maar een paar mensen op de wereld die al leefden voor de oorlog begon, maar of zij vertellen niks, of ze zijn het op een of andere manier vergeten. Wat het ook mag zijn, het helpt ons niks. Ook al hebben we een wel een paar geschiedenis boeken, ook daar vallen nog gaten in. Wat weten is niet veel: na de vijfde wereldoorlog, wat aanduidt dat er al eerder vier wereldoorlogen zijn geweest, ging het slechter en slechter. De oorlog begon omdat andere landen zich tegen Engeland keerden, wat er gebeurde en waarom is onduidelijk. Eerst viel Frankrijk Engeland aan, en uiteindelijk stond de halve wereld achter Frankrijk, en de andere helft achter Engeland. Er werden duizenden legers naar de fronten gestuurd en honderden pogingen gedaan hele steden laten te ontploffen. Miljoenen militairen zijn in die verschrikkelijk achttien jaar gedood, tot na al die jaren Frankrijk won. Maar wat er daarna gebeurde is niet duidelijk. Nam Frankrijk Engeland over? Werd Alleia toen gesticht? Er is niemand in heel Alleia die het weet, en als het wel zo is, weten ze het goed te verbergen.

Na twaalf minuten stond mevrouw Livestone nog steeds te schreeuwen, ik knikte een aantal keer duf terwijl ze doorraasde, hoewel ik maar een paar dingen meekreeg.
'...en ik heb kinderen en die zijn afhankelijk van mij...'

'...het is net als die keer in een paar jaar geleden...'

'...en als jij niet oplet, krijg ik geen salaris en dan gaat iedereen dood en dan sterft de wereld uit en dat is dan allemaal jouw schuld...' bleef ze maar door ratelen, tot eindelijk de bel ging.

Opgelucht sprong ik op. Liv stond langzaam op en propte haar boeken ruw in haar tas. Ik liep naar haar toe. Zachtjes pakte ik bij haar schouder om haar niet te laten schrikken en ik vroeg wat er aan de hand was. Ze schudde mijn hand van haar schouders en liep weg. Ik rende haar achterna en ik pakte haar arm. 

'Wat is er nou?' vroeg ik.

'Ik weet het niet, ik ben nerveus, het is overmorgen al...' antwoordde ze.

Ik probeerde het tegen te houden, maar toen begon ik te lachen. Ze keek me beledigd aan: 'Lach je me nou uit?'.

'Geloof me volgens mij is het voor jou helemaal niet zo moeilijk,' legde ik uit.

Ze trok een wenkbrauw op en keek me vragend aan. 'Kom op, je bent super avontuurlijk! Geloof me ik probeer je niet te pushen, ik zal je missen, maar misschien moet je niet alleen denken aan de slechte dingen die kunnen gebeuren, maar ook de goede dingen.' Ze knikte en we liepen samen verder.

Elke dag vond ik het weer grappig hoe weinig Liv en ik op elkaar leken, en dat we desondanks al jaren beste vrienden waren. Ik ben tenslotte een jongen. Ik heb zwart haar, fel groene ogen en een bril. Ik draag het liefst simpele dingen, zoals een zwart of wit shirt met een spijkerbroek. Ik hou van lezen en gamen, terwijl Liv juist houdt van films en gedichten schrijven. Volgens mij is onze enige overeenkomst dat we beiden op meisjes vallen. Liv heet eigenlijk Olivia, of om precies te zijn: Olivia Amy Highland-Stone, maar ze wordt liever Liv genoemd. Ze heeft rijke ouders. Haar ouders zijn rijk geworden door het kopen en verkopen van aandelen en vastgoed, iedereen op school weet ervan. Liv heeft een donkere huid en dik zwart afro haar met paarse highlights. Ze is het type meisje dat op plateau zolen, met een crop top en een choker door de school dendert. Misschien is het wel waar dat opposites attract.

Met een zacht gilletje stopte Liv opeens, ik botste tegen haar op en keek haar vragend aan. Ze wees naar een gat in de grond en ze liep erna toe. Ze struikelde bijna over haar schoenen en ging op haar knieën zitten.

'Hoe zou het komen?' vroeg ze me zacht, 'Wat zou er in zitten?'.

Ik haalde mijn schouders op en ging naast haar zitten. Ze pakte mijn pols vast en liet zichzelf tot haar ellebogen vooruit in het gat zakken.

'Het is hier vooral heel zwart,' vertelde ze, 'en best wel heet.'

Ze probeerde zichzelf uit het gat te wurmen. 'Ik zou er wel in willen klimmen, maar we moeten zo door naar wiskunde,' zei ze bedroefd.

Zo was Liv altijd al geweest: onderzoekend, en avontuurlijk. Ik zit liever thuis op de bank. Het wordt voor mij makkelijk om te kiezen, maar dat zal wel betekenen dat ik Liv waarschijnlijk kwijt raak. 

Project AWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu