Hoofdstuk 5 - Anna

219 27 10
                                    

Hoofdstuk 5

20 November, 1943, het spoor naast de Hoofdweg.

De rest van de dag spookte de envelop door haar hoofd. Ze kon haar aandacht niet bij de gesprekken van haar vriendinnen houden en de leraren, die er normaal aan gewend waren dat ze altijd overal doorheen praatte, waren aangenaam verrast dat ze de hele dag haar mond hield. De leraar wiskunde vroeg zelfs grinnikend of ze zich niet lekker voelde, maar ze kon slechts flauw glimlachen. Alles waar haar gedachten naar stonden, was die eenzame envelop, liggend naast het spoor.

Ze wist dat ze niet rustig zou kunnen slapen die nacht als ze niet alsnog terug zou gaan, om te kijken of de envelop er nog lag.

Natuurlijk was het gevaarlijk. Ze wist o zo goed hoe gevaarlijk het was, wat ze allemaal op het spel zette, maar ze wilde liever riskeren te verliezen dan helemaal niet spelen. Anna deed niet aan passen, ook niet als de inzet werd verdriedubbeld.

Na school reed ze regelrecht naar het spoor toe, nadat ze een smoesje tegenover haar vriendinnen had verzonnen over het moeten helpen van haar moeder.

Sinds wanneer, vroeg ze zich af, terwijl ze als een bezetene naar het spoor fietste, was één van haar idealen belangrijker geworden dan al het andere?

Ze kon zich het moment niet meer herinneren dat ze zich verloren had in het idee van verzet plegen, een superheld zijn. Misschien was het toen zij doorging, terwijl haar vriendinnen het te gevaarlijk vonden, misschien was het zelfs al op het moment dat ze de brieven had zien liggen en besloten had bode te spelen.

Nu was het te laat om zich terug te trekken. Ze had zichzelf al te ver laten gaan om nu te stoppen. Zodra Anna eenmaal ergens aan begon, moest ze het ook afmaken. Zelfs als dat betekende dat ze regelrecht naar het einde van het spel marcheerde; misschien juist dan.

Deze keer deed Anna een stuk rustiger toen ze aankwam bij het spoor. Het was midden op de dag en er was een veel groter risico dat iemand haar zou zien. Ze prefereerde veiligheid boven snelheid.

Eerst reed ze een rondje, om zorgvuldig te inspecteren of er niemand aankwam. Toen ze zeker wist dat er echt niemand aankwam, zette ze voorzichtig haar fiets tegen de boom.

Op een drafje liep ze naar het spoor. Voor ze bukte, wierp ze nog een laatste blik over haar schouder. Niemand.

Toch ging haar maag tekeer terwijl ze in het gras speurde voor de enveloppen. Al snel had ze er twee gevonden. De Duitsers hadden het blijkbaar niet de moeite gevonden de brieven mee te nemen, en andere mensen die ze hadden zien liggen, ook niet.

Was zij de enige die zo dapper was - of was het domheid, die haar hiertoe dreef?

Ze hurkte om de enveloppen op te rapen. Ze waren gekreukeld, de één zelfs besmeurd met modder. Anna probeerde de viezigheid er zo goed en zo kwaad mogelijk af te vegen met de mouw van haar jas, om nog iets van het adres intact te houden, maar ze maakte het alleen maar erger.

'Hè,' mopperde Anna geërgerd. Hopelijk zou haar moeder iets weten tegen de vlekken. Ze stopte de brieven in haar zak en stond weer op. Toen ze over haar schouder keek om te controleren of er nog steeds niemand was, zakte haar hart ineens in haar schoenen. Ze keek recht in het gezicht van niet één, maar drie Duitse soldaten die haar nors aankeken.

Ze voelde een golf van misselijkheid in zich opkomen.

'Wat denk je dat je aan het doen bent?' blafte er één. Anna kon geen antwoord geven. Haar keel leek dichtgelijmd te zitten.

'Dat dacht ik al,' zei de soldaat bars. Hij maakte een handgebaar en de andere twee pakten haar ruw bij haar armen vast.

Ze had het spel verkeerd ingeschat. Haar pion was aan het begin van het spel afgepakt en hoe hard ze ook met de dobbelstenen gooide, ze kon niet meer winnen.

Ze keek om zich heen, maar er was niemand. Aan de ene kant was dat een opluchting, omdat niemand haar zou zien. Aan de andere kant had ze graag gehad dat iemand er was om haar te helpen, desnoods alleen te knikken, om te bevestigen dat wat ze deed, het juiste was.

Maar niemand zag het.

A/N

Sorry jongens, dat ik niet op tijd heb geüpdatet. Ik ga vandaag op vakantie en gisteren moest ik nog allerlei dingen inpakken, en toen was ik in de vakantiestress vergeten te updaten. Ik heb ook helaas geen wifi op de camping, maar ik ga proberen toch de hoofdstukken te plaatsen, als we in een café zitten of zoiets. De updates zullen dus iets onregelmatiger zijn, alvast sorry daarvoor. Hopelijk vonden jullie het hoofdstuk toch wat, en hopelijk hebben jullie ook een fijne vakantie.
De groetjes, Cacaoboon.

Vergeet me nietWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu