Hoofdstuk 6 - Cornelia

210 30 4
                                    

       

Hoofdstuk 6

20 november, 1943, Dorpsstraat 17

De deurbel ging. Cornelia probeerde haar hart onder controle te houden terwijl ze de gang in liep, maar het ging als een gek tekeer. Wie zou het zijn? De bloederigste taferelen spookten door haar hoofd. Wie weet waren het de Duitsers, die haar dochter Anna hadden opgepakt. Misschien was het een kennis, die kwam vertellen dat hij Anna had gezien, terwijl ze halfdood werd meegesleurd. Misschien was ze wel omgekomen bij een bombardement, of een beschieting...

Ze slikte en veegde haar zweterige handen af aan haar rok, voor ze de deur opendeed, verwachtend drie geweren op zich gericht te zien.

Voor de deur stond slechts haar dochter Anna. Ze keek naar de grond en haar armen hingen slap naast haar lichaam. Het was alsof ze elk contact wilde vermijden, maar ze was duizend maal meer in leven dan in Cornelia's fantasieën.

Voor ze iets kon zeggen, glipte Anna langs haar heen en liep de trap op.

Snel beende Cornelia haar achterna. 'Waar ben je geweest?' vroeg ze dwingend. Anna gaf geen antwoord, maar liep haar kamer in, nog steeds naar beneden kijkend.

'Anna, geef antwoord!' snauwde Cornelia. Ze voelde de woede in zich opborrelen. Wat was er gebeurd, dat haar dochter zo vastberaden haar mond dichthield? Normaal gesproken was Anna nooit zo opstandig. Ze hadden zo hun meningsverschillen, maar over het algemeen luisterde Anna prima.

'Wat is er gebeurd? Praat tegen me!' sneed haar stem door de lucht.

Eindelijk draaide Anna zich om en keek haar moeder aan. De linkerkant van haar gezicht werd ontsierd door een grote schram. Haar ogen waren leeg, alsof de levenslust eruit was gezogen.

'Ze hebben me opgepakt,' zei Anna zacht, en richtte haar blik weer op de grond. Cornelia haalde beverig adem. Dus toch.

'Waarom? Hebben ze je pijn gedaan? Wat is die schram op je gezicht?'

'Ik struikelde,' zei Anna kortaf en draaide zich om, alsof ze er niet meer over wilde praten. Maar Cornelia was nog niet klaar met haar.

'Wat is er gebeurd, Anna?' zei ze fel.

'Het was niets, moeder,' zei Anna ontwijkend, maar daar nam Cornelia geen genoegen mee.

'Anna!'

Haar stem schoot de hoogte in. Ze voelde haar wangen gloeien.

Anna reageerde nog steeds niet en Cornelia voelde haar woede tot een kookpunt komen.

'Anna, je vertelt me verdomme wat er gebeurt is en wel nu!'

Ze pakte Anna's arm vast om haar te dwingen zich om te draaien, haar aan te kijken, ook maar íéts te doen.

'Raak me niet aan!' gilde Anna en trok haar arm los uit haar moeders greep. Paniekerig deed ze een stap achteruit en keek haar moeder met grote ogen aan.

'Anna...' fluisterde Cornelia en staarde naar haar dochter, die in slechts een paar uur in een onbekende was veranderd. 'Wat hebben ze met je gedaan?'

Even staarden ze elkaar aan, zoekend naar elkaar in de ogen van de ander. Toen haalde Anna met trillende handen twee enveloppen uit de zak van haar winterjas, die ze op het bed had gegooid.

'Hier,' zei ze en reikte haar moeder de enveloppen aan. 'Dit is wat er is gebeurd. Dit is wat er nog steeds gebeurt, elke dag.'

Cornelia liet de brieven door haar handen glijden. Het duurde even voor ze begreep wat het waren, maar toen zakte haar hart naar haar schoenen.

'Ben je...' begon ze, maar Anna onderbrak haar.

'Ja,' zei ze, en voor het eerst sinds ze thuis was, begon er weer iets te fonkelen in haar ogen. 'Ja, ik ben ze gaan oprapen en nee, ik heb er geen spijt van. Iemand moet dapper zijn.'

Even was Cornelia sprakeloos. 'Dapper?' spuwde ze toen. 'Denk je dat je dapper bent? Denk je dat je de oorlog kunt winnen, één naïef kind van zestien? Omdat je zo dápper bent?'

De woorden bleven in de lucht hangen. 

'Ik hoef niet te winnen,' zei Anna toen verslagen. 'Ik wil alleen iemand helpen, al is het maar één iemand.'

Cornelia zuchtte.

'Dit is niet de tijd om mensen te helpen,' zei ze. 'Je zult moeten kiezen, Anna. Je hebt maar één leven. Wil je het uitgeven aan anderen?' 

Anna zweeg en klemde haar kaken op elkaar, maar Cornelia zag dat haar woorden indruk hadden gemaakt.

'Ja moeder,' mompelde ze op een gegeven moment. 'Ik zal niet meer naar het spoor gaan.'

Bijna wilde Cornelia haar dochter bedanken, maar toen herinnerde ze zich weer wie hier de moeder en de dochter was.

'Goed zo,' zei ze kortaf en liep de kamer uit.

Wat was haar dochter gegroeid.

Hee, kijk eens wie er jarig is en onder haar wifiloze steen vandaan is gekropen! Goed geraden, dat ben ik.
Ik verwacht dus felicitaties en geen gezeur over mijn afwezigheid/late updaten (het spijt me wel, trouwens).
Cacaoboon.

Vergeet me nietWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu