brrr, wat is het koud. Bianca Vermeulen rilt als zehaar voeten op de grond zet. in bed is het veel warmer.
lang kan ze daarniet over nadenken. want de wekker
heeft al tweemaal zeer nadrukkelijk gerinkeld en dat
betekent opschieten.
bianca spurt naar de douche, ze is weer te laat. men-
no, haar broer, is haar voor. ze klopt op de deur, maar
menno hoort het beslist niet, want er klinkt vals een lied
vanuit de badkamer .
"menno, doe niet zo flauw," stampvoet bianca.
daar is moeder Vermeulen, ze schudt haar hoofd.
"het is hier iedere morgen hetzelfde liedje. bianca, zet
die wekker toch een kwartiertje vroeger, straks kom je
weer te laat. je moet nog ontbijten, en je paard marie-
ke en pony bonnie voeren en daarna nog naar lies van
dungen fietsen."
bianca zucht diep. 's zomers heeft ze met opstaan
geen enkel probleem, maar in de winter valt het niet
mee om dat hele eind naar het dorp te fietsen en dan
nog op de bus te moeten wachten, die haar naar school
brengt. eindelijk kan bianca de badkamer ingaan.
menno haalt zijn hand door zijn vochtige kuif en grin-
nikt. "jij moet vroeger opstaan, zuster."
"nu is het warme water zeker ook op?" zegt bianca.
hun boiler is namelijk niet zo groot en bianca heeft
een hekel aan koud water.
"daar kom je vanzelf achter." menno gaat fluitend
naar zijn kamer om zich klaar te maken voor dage-
lijkse fietstocht naar het Atheneum in assen.
bianca moppert onder de lauwe straal van de douche.
ze droogt zich af en wrijft haar sluike haar ook droog.
dan schiet ze haar ribcord broek en warme trui aan;
haar laarzen staan beneden.
op haar sokken rent ze de trap af. de boekentas
ontglipt haar en met een hels lawaai rollen de boeken
achter elkaar naar beneden. bianca laat zich een lelijk woord ontvallen.
menno heeft zijn jas al aan en met een lachend ge-
zicht zegt hij: "die boeken zijn sneller dan jij beneden,
zus!"
"bianca, ben je nog niet weg?" klinkt moeders stem.
"ben je al bij marieke en bonnie geweest, vast niet, he?
ik zal voor deze keer de paarden verzorgen, pak nou
maar gauw je fiets, anders mis je de bus." moeder ver-
meulen fronst haar voorhoofd. af en toe krijgt ze wat
van haar dochter, zo traag als die 's morgens is... nee,
alleen zaterdagen is "mevrouw" vroeg op, maar dat
zijn dan ook dan de "manegedagen".
bianca schiet haar winterjack aan en prutst aan haar
laarzen. "dag, tot vanmiddag." bianca rent naar buiten
en pakt haar fiets. waar heeft ze haar wanten nu weer
gelaten? die dingen is ze altijd kwijt. ze blaast op haar
handen. o daar liggen haar wanten in het stro.
"marieke, vandaag zorgt moeder voor jou, ik moet echt
opschieten. wat een morgen," mompelt bianca, "nu is
mijn band ook nog zacht." ondertussen kijkt ze op haar
horloge. als alles zo tegen blijft zitten, komt ze natuurlijk
te laat. waar is die fietspomp nou weer gebleven? bianca
pompt zo snel mogelijk de banden op en neemt een aan-
loopje. wat is die bosgrond hard en wat blaast de wind
vals, het lijkt wel of ze geen kleren aan heeft.
bianca bijt op haar lip en fietst hard door.
lies van dungen staat al te trappelen voor hun boer-
derij. "wat ben jij laat," begroet ze bianca.

JE LEEST
bianca naar de manege
Adventurebianca en haar vriendinnen van de paard- en ponyclub gaan op een grote manege in Belgie logeren. bij het station van brussel staat johan van wamelen, de zoon van eigenaar van de manege, ze al op te wachten. bianca heeft zich erg verheugd op het re...