Hoofdstuk 6 ~ Benjamin

39 4 2
                                    

Mijn hart bonkte en trilde. Ik had haar weer gezien. Ik was blij en opgelucht, dat het goed ging met haar. Maar maakte me nog steeds zorgen en het voelde alsof ik me opdrong in haar wereld. Haar rust kwam verstoren.
We hadden elkaar plotseling aangekeken en elkaar herkent, ze had mij herkent.
We hadden samen gepraat, maar nu kregen we de kans er niet meet voor en we mochten niet met elkaar praten.
Ik beet op mijn tong. Ik wist niet wat ik moest doen. Ik wilde naar Thomas toe en het vertellen, maar dan zou heel de school het binnen no time weten en ik wilde haar interviews en nieuwsgierigheid besparen.
Wat moest ik doen?

In de pauze zocht ik haar op, maar zag dat ze voor me liep. Haar lichtbruine krullen dansten heen en weer en haar licht blauwe jurk stond haar netjes.
Ik volgde haar de trap af en liep achter haar het plein op. Ik ging bij mijn klasgenoten staan en keek met mijn gezicht naar haar.
Ze keek niet achterom of om zich heen en zag mij ook niet.
Mijn klasgenoten schoven opzij en ik kwam erbij staan. Pratend en tegelijkertijd Lauren op te nemen.
Wist zij eerder dan mij dat ik hier op school zat? Had ze mij al eerder gezien?
Hoe ging het met haar en haar familie? Ze leek er goed uit te zien, maar uit eigen ervaring wist ik dat je toneel kon spelen en doen alsof alles prachtig was en alles perfect was, terwijl in werkelijkheid je baalde en het niet goed ging, maar je moest verder.
Ik was hier drie jaar terug komen wonen, een frisse nieuwe start wilde ik gaan maken.
Niemand wist dat ik in Friesland nog een broer had achtergelaten. Die nu in de gevangenis in Breda zat. Niemand.
Dat dacht ik tenminste.
Ik wilde normaal zijn, net als iedereen. Maar iedere keer kon ik het niet aanzien en horen om te zwijgen over ..
Ja wat?
Lauren zat heerlijk op een bankje, alleen. Ze had haar beide ogen gesloten en genoot van de zon.
Waarom zat ze alleen? Had ze geen vrienden? Of wilde ze geen vrienden.
Niemand leek door te hebben dat wij elkaar al kenden. Behalve Thomas betrapte ons gisteren toen ik haar ontdekte en wij elkaar aankeken.
Niemand die toen in de gang was leek het door te hebben. Ze was geschrokken, ze had mij niet hier verwacht. Angst was te lezen in haar ogen. Ze wilde weg en normaal doen.
Ik moest haar met rust laten. Haar laten gaan. Maar dat was helaas niet makkelijk. En vooral niet als ik haar dagelijks zou zien.
De bel ging en ik liep naar de deur. Mijn vrienden liepen erg traag en zaten nog te klieren. Daardoor kwamen wij tegelijk bij de deur aan.
Ze zag me niet, ik haar ook eerst niet, pas toen ik me omdraaide zag ik haar en zij keek naar degene voor haar die stopte.
We keken elkaar weer lang aan. Te lang. Want ik keek recht in haar hart.
Verdriet.
Ze sloeg haar ogen neer en ik stapte opzij. Het was pijnlijk om elke dag te worden geconfronteerd met het feit dat je elkaar kende. En vooral de reden.
We liepen dicht bij elkaar in de buurt en hadden tot overmaat van ramp naast elkaar les ook.
Thomas, Jan-Willem en Hielke stonden er al en keken naar Lauren.
Ze ging achter hun staan en leunde tegen de muur.
Ik ging naar die jongens en deed net alsof ik ze niet zag.
Opeens tikte Hielke op haar schouder en stapten al de jongens naar achteren.
"Lauren, dit is Benjamin van Houten. Benjamin, dit is Lauren, ze is een paar weken terug nieuw gekomen in de klas!"
Ik keek gespannen naar Lauren. Ze toonde geen emotie maar had mijn naam duidelijk gehoord. Ze stak haar hand uit en we gaven elkaar een hand.
"Aangenaam."
Ik knikte met een bonkend hart en keek haar niet in de ogen.
Toen draaide ze zich om en liep de klas binnen.
"Een vreemde spriet." mompelde Walter.
Ik wilde hem vastpakken en door elkaar schudden en gillen dat het niet waar was, maar besloot mijn mond dicht te houden.
"Tot zo hé!" zei ik en liep naar mijn klas.
De docent stond nog in de deuropening en keek mij lachend aan. Meneer Bronk was een jonge jongen. Tot overmaat van ramp gaf hij AK het stomste vak. Hij was ook mijn mentor, een betrokken mentor die zich kon inleven in jeugd. Sportief en een magneet voor de meiden.
"Hey! Hoe gaat het met je?"
"Mwah." zei ik wat onverschillig.
"Zullen we anders een afspraak maken?"
"Handig voor lessen te missen, maar nee bedankt!"
Hij keek me onderzoekend aan.
"Toch wil ik het." zei hij vastberaden.
"Ik niet."
"Kom gewoon vanmiddag en dan zien we wel."
Ik haalde mijn schouders op en liep naar Olivier waar ik naast zat.
Met veel blikken op de klok ging de les voorbij en toen de bel ging wilde ik snel weg, maar Meneer Bronk stond voor mijn tafel.
"Nee, weglopen gaat niet makkelijk."
Ik bleef staan en keek hem vragend aan. Hij leek qua gedrag op mijn broer, Mark.
Ik kreeg een brok in mijn keel als ik er aan dacht.
"Ga even zitten, ik ga straks wel naar Mevrouw Van Leiden om je afwezigheid te melden, want je ziet er niet happy uit."
Ik zuchtte wat een gezeur. Ik was blij dat ik de les van Mevrouw Van Leiden miste, want ze ging een huiswerk so geven.
"Wat is er aan de hand?"
Ik keek Meneer Bronk grijnzend aan.
"Ieder mens heeft toch ups en downs?"
Hij knikte en lachte.
"Maar daarom is het goed erover te praten."
Ik dacht na, zou ik het zeggen? Van Lauren, mijn broer? Ik schudde nee, hij kon haar familie best kennen.
"Ik wil er niet over praten, omdat ik sommige mensen met opzet verraad, en dat wil ik niet."
Meneer Bronk liet het op zich inwerken.
"Waarom zou je iemand verraden?"
"Het heeft te maken met personen op school."
Probeerde ik vaag te antwoorden. Terwijl ik de hersenen zag kraken van Meneer Bronk, ging mijn hoofd ook tekeer. Ik moest mijn lippen op elkaar houden, voor ons eigen bestwil.
"Je bent vaag."
Ik knikte en stond op.
"Je mag gaan, maar ik wil je toch nog echt spreken. Niet in een lokaal."
Ik salueerde voor de gein en liep het lokaal uit.
"Ik ga niet meer naar Nederlands hoor!"
Meneer Bronk lachte hardop.
"Ik snap je, ik zorg dat je geen gezeur krijgt, maar ga niet midden in de gang zitten!"
Ik knikte en liep weg. Hij was aardig.
Zij was ook aardig.
Maar wij samen, zou nooit gaan..
Nooit...

Het onbekende meisjeWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu