21

141 8 7
                                    

Die stem... Die bekende stem waarvan ik dacht hem nooit meer te horen. ''Thomas...?'' Met een betraand gezicht draai ik me richting de stem toe. Het is echt Thomas... Ik laat mijn zakmes vallen en lijk al vergeten te zijn wat ik van plan was. Thomas had overduidelijk niet verwacht mij hier aan te treffen en rent naar me toe. De uitdrukking op zijn gezicht zegt me al meer dan duizend woorden. Hij trekt me in een knuffel en ik begin opnieuw te huilen, dit keer is het alleen anders. Het is niet van verdriet of angst, maar van opluchting.

Thomas laat me los en bekijkt me. Ik zie de tranen in zijn ogen staan. ''Naomi, ik ben zo blij dat je oké bent. Je ziet er slecht uit weet je.'' zegt Thomas met een plagerig lachje. Normaal zou ik het niet leuk vinden als hij zoiets zegt, maar nu kan ik er wel om lachen. ''Ik en Ian waren zo bang dat er iets met je gebeurd was.'' zijn ogen staan somber bij het zeggen van deze zin. ''Thomas, wat is er... Is er iets met Ian?'' Ik zie dat hij het moeilijk heeft als ik het over dit onderwerp heb. Na een tijdje wachten op een antwoord kijkt hij me weer aan. ''Ik... Ik..''hij lijkt het niet te willen zeggen, maar hij weet dat als ik iets weten wil, ik hem niet met rust zal laten voordat ik een antwoord heb. ''Ik heb hem vermoord Naomi...'' De woorden lijken niet tot me door te willen dringen. Hij heeft Ian vermoord? Thomas zou zoiets nooit doen, toch?

Thomas merkt dat ik een tijdje niets zeg en probeert oogcontact te maken. Als hij ziet dat ik angstig terug kijk grijpt hij mijn arm stevig vast. ''Ik laat je niet nog een keer gaan Naomi'' zijn stem klinkt heel zwaar en totaal niet als Thomas. Plotseling trekt alle kleur weg uit zijn huid. Wat is er aan de hand? Hij gaat zwaarder ademen en zijn ogen draaien weg. Ik wil wegrennen, maar hij houdt me met zoveel kracht vast dat ik geen kant op kan. Sinds wanneer is hij zo sterk? Het volgende moment zie ik zijn ogen uit zijn oogkassen druipen, letterlijk. Een witte substantie vloeit over zijn gezicht naar beneden, en laat twee lege oogkassen achter.

Zijn vingennagels boren zich in mijn arm, het is zo pijnlijk dat ik weer moet huilen. ''Stop alsjeblieft'' smeek ik, in de hoop dat hij me laat gaan. Ik voel bloed over mijn arm stromen op de plek waar Thomas zijn nagels in mijn arm boort. Hij opent zijn mond en laat rijen met scherpe tanden aan me zien. Mijn angst lijkt hem te voeden. Wat gebeurd er? Hoe kan dit? Thomas begint me in mijn nek te bijten, het bloed spuit alle kanten op. ''AAAAHHHHHHH!'' Het enige wat ik kan is schreeuwen, terwijl Thomas mijn lichaam langzaam opeet. Stukken vlees scheurt hij van mijn nek af. Ik wil schreeuwen, maar het lukt niet meer. Ik stik langzaam in mijn eigen bloed. Een paar minuten geleden was ik nog zo blij geweest om hem te zien. Ik snap niet hoe dit kan gebeuren. Een logische verklaring is er ook niet voor. Ik voel mijn einde naderen. Ik hoor iemand op de achtergrond mijn naam roepen, maar reageren kan ik niet meer. Ik ben weg.

Ik open mijn ogen en ontmoet Liam's bezorgde blik. ''Naomi gaat het?'' vraagt hij bezorgd. ''Thomas.... Waar is Thomas...?'' is het enige dat ik eruit kan brengen. Hij kijkt me medelevend aan. ''Weet ik niet.'' antwoordt hij. ''Maar... hij was hier net nog en toen..'' ik kijk verward om me heen. ''Thomas is hier nooit geweest. Ik zag dat je jezelf wilde neersteken, riep je naam en toen viel je flauw. Ik denk dat het je even teveel werd.'' hij gaat naast me zitten terwijl ik nadenk. Heb ik het me dan allemaal verbeeld? Ik wist wel dat Thomas niet zo was. Ik hoop gewoon dat ze me snel vinden.

''Liam?'' hij kijkt me aan. ''Hmm?'' ik staar even naar mijn versleten schoenen. Mijn schoenen zijn nog nooit zo versleten geweest, ik kon jaren met mijn schoenen doen en ze zagen er dan ook nog redelijk netjes uit. ''Dankje'' hij kijkt me even niet begrijpend aan. ''Dankje, ik meen het. Je geeft me gewoon het gevoel dat ik niet alleen ben hier. Zonder jou was ik waarschijnlijk allang doorgedraaid.'' ik glimlach even naar hem bij het zeggen van deze woorden. Snel draait hij zich van me weg. Heb ik iets verkeerd gezegd? ''Liam, heb ik iets verkeerd gezegd? Het spijt me'' zeg ik beschaamd. Hij zucht even. ''Nee, je hebt niks verkeerd gedaan. Ik weet gewoon niet wat ik moet zeggen. De meeste gilde als ze me zagen, of vervloekte me, zeiden dat het mijn schuld was. Jij bent de enige die gewoon... een beetje aardig was.'' hij kijkt me somber aan. ''Het is ook niet jouw schuld.'' ik weet niet goed wat ik nog meer moet zeggen. ''Ik wil ook gewoon rust. Ik zit hier al jaren vast en ik kan niet weg tot de vloek is opgeven.'' Ik knik. ''Geen zorgen ik zal je helpen en Ian en Thomas willen vast ook helpen als we ze vinden.'' hij glimlacht kort en knikt.

We zitten al een tijdje zwijgend in het lokaal. Ondanks dat niemand iets zegt voelt het niet ongemakkelijk. Ik vraag me af wat er met Liam is gebeurd toen hij nog leefde. Ik wil erover vragen als mijn aandacht door iets anders wordt getrokken. Plotseling geeft Liam's arm licht. Ik staar verbaasd naar zijn arm en hij lijkt mijn gedachte te lezen. Hij tilt zijn mouw op en er komt een tatoeage tevoorschijn van een soort kristal dat oplicht. Het licht is overigens best zwak, maar sterk genoeg om te zien. Het blauwe licht verlicht zijn gezicht en hij kijkt fronsend naar zijn arm. ''Wat is dat Liam?'' vraag ik nieuwsgierig. Het antwoord dat ik daarop krijg geeft me helaas niet veel duidelijkheid. ''Hij is geactiveerd...''

exitWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu