heksenvuur

55 1 1
                                    

Heksenvuur

‘Op de brandstapel met haar!’

‘Weg met die heks.’

‘Ja, dat je ziel weg mag rotten in de hel, smerige feeks!’ Een fluim speeksel werd in haar gezicht

geslingerd. Tirza de B’Elor nam niet eens de moeite om te ontwijken maar keek recht in de woedend

fonkelende ogen van de bakkerszoon.

‘Jij bent de eerste die er zometeen aangaat,’ siste ze koud. Heel even leek de jongeman onder de

indruk, toen zweepte de joelende menigte hem echter weer op.

‘En hoe wou je dat doen, sloerie? Branden zal je, als een fakkel in de nacht en ik zal luisteren naar

je gejammer en smeekbeden.’ Zijn gezicht hing nu vlak voor haar. ‘En morgenochtend siert jouw

stinkende schedel de stadspoort.’

Haar gezicht brak open in een hatelijke, spottende lach. ‘Bedreig nooit een heks, want je

dreigement is een vloek.’ Staalharde grijze ogen keken hem aan. ‘Je ongeboren kinderen zullen

branden terwijl het licht uit je ogen verdwijnt.’

De lach op zijn gezicht bevroor terwijl met deze woorden de angst zijn ziel binnensijpelde.

‘Verbrand haar, verbrand haar!’ Scandeerde de menigte ondertussen. Ze werd geschopt en

geslagen, sommige trokken aan haar lange zwarte haren. De twee soldaten die haar begeleidde deden

niets. Gewillig liet ze alles over zich heen komen, totdat ze uiteindelijk tegenover de graaf stond. Met

een uitgestreken gezicht keek hij op haar neer, maar achter dat aristocratische masker ging angst

schuil. Een angst die de hele menigte met hem deelde.

‘Tirza de B’Elor, u staat hier terecht voor hekserij,’ begon hij met licht trillende stem.

‘Verschillende beschuldigingen zijn tegen u aangevoerd…’

‘Ja, ze heeft mijn dochter vergiftigd,’ riep een vrouw uit de menigte. ‘Ze speelt gemene zaken met

de duivel.’

‘Gooi haar op de brandstapel, de waag heeft toch al beslist!’ Houten staken werden omhoog

gestoken toen de menigte weer bijviel.

‘Tirza de B’Elor, wat is hierop uw reactie?’

‘Wat mijn reactie hierop is?’ Antwoordde ze zachtjes. Ze was bijna niet te verstaan maar scheen

het hele plein in haar ban te slaan. ‘Maar graaf toch,’ heupwiegend liep ze naar hem toe. ‘U moet beter

weten.’ Haar volle rode lippen lachten hem toe terwijl ze hem lonkend aankeek. Hij voelde de zwoele

warmte van haar lichaam weer, haar zachte en volmaakte vrouwelijke rondingen die allang geen

geheimen meer voor hem hadden. ‘Laat je gaan, zoals je gisteren ook deed!’ klonk het fluisterend in

zijn oor. En net zoals gisteren gleed haar doorschijnende jurk van haar schouders en stond ze in Eva’s

kostuum voor hem.

‘Op de brandstapel met die heks.’ Klonk het als vanuit de verte. Zijn hoofd tolde, waar was hij?

‘Verbrand ze! Verbrand ze!’ Het werd een wederkerend vers dat de werkelijkheid langzaam

Je hebt het einde van de gepubliceerde delen bereikt.

⏰ Laatst bijgewerkt: Nov 12, 2013 ⏰

Voeg dit verhaal toe aan je bibliotheek om op de hoogte gebracht te worden van nieuwe delen!

heksenvuurWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu