3

31 6 7
                                    

Over twee uur zou het oefen ritje beginnen. Geduldig wachtte ik tot mijn zusje kwam met ideeën voor wie wat en wanneer zou krijgen.

'Is Lau haar kam al terug gevonden?' Mijn pa kwam net naar binnen vliegen. Waar hij heen was geweest wist niemand.

Het was altijd een raadsel waar hij uithing. Af en toe ging hij 's morgens weg en kwam hij 's avonds laat weer terug. Andere keren ging hij maar een tiental minuten weg en was hij er zo weer, voor je het door had. Waar hij ook heen ging, hoe laat of vroeg, hij kwam altijd terug voor de zon onderging.

'Nee,' beantwoorde ma zijn vraag kort. Pa haalde zijn schouders op.

Moeder haar vleugels zaten in de war en ze zat onder het zweet. Ma hijgde en pufte, ze zocht zo hard als ze kon naar Lau haar kam. Voor mij zou ze het nooit doen, ze zocht nog geen eens twee minuten mee en zei dan: 'Ach, laat het maar. Van je zakgeld koop je maar een nieuwe.'

Ik kreeg alleen zo weinig zakgeld dat ik nooit een nieuwe stoere muts kon kopen, een nieuwe ballon of wat ik ook maar kwijt was en net had gekocht. Ik was altijd haar duiveltje geweest, het omgekeerde van haar engeltje, Lau, die ze alle aandacht, liefde en alles wat maar kon gaf.

Lau banjerde door het huis heen, keek onder de kussens, gaf een zucht en liep naar de eettafel. Daar keek ze ook onder en keek weer meer ongerust.

'Lau, je doet dat nu al twintig keer. Daar ligt je stomme kam niet,' zuchtte ik moedeloos. Waarom zocht ze zo lang door? Ze kon makkelijk die van één van de andere meiden lenen.

'Nou en, ik zoek gewoon door,' snauwde ze.

'Waarom leen je niet er niet één van de andere meiden?'

'Omdat,' ze begon te snuiven en te stampen met haar poten, 'mijn veren kam speciaal voor mij was gemaakt.' Ze stond recht voor me en keek me razend aan.

'Niet mijn zaak,' grinnikte ik.

'Jij... Piepsok!' gilde ze woedend.

Ik begon hard te lachen en kwam niet meer bij. 'Piep-sok... Pi-ep-sok... Piepsok!' aapte ik haar na. Ik kon niet stoppen dat ik nog harder begon te lachen. Lau haar reactie was goud waard.

'Jij, jij, jij... O, ik weet niet eens een woord om je op te plek te zetten!' Ze keek geïrriteerd. Pèpin begon zachtjes te lachen aan de keuken tafel, Lau keek hem kwaad aan.

'Lau, je lijkt net een verbrande kabouterworm,' piepte Pèpin van het lachen. Pèpin viel bijna van zijn stoel af van het lachen.

'Een wát?'

'Een regenkabouterworm, lief zusje van me,' plaagde ik haar.

'Jongens! Wat een stel baby's af en toe zeg.' Lau rolde met haar ogen.

'Nee, een kameelregenkabouterworm!' Pèpin keek me glunderend aan. Hij deed mee met mijn spelletje om Lau te irriteren.

'Of een kattenkameelregenkabouterworm,' proestte ik uit.

'Jongens, kappen nu!' Lau keek niet echt blij.

'Weet jij wat ideeën wie wat krijgt met de weddenschap krijgt?' veranderde ik het onderwerp. Ze liep rood aan. 'Nee, dus. Tot dan plagen we je!'

Mijn oudste zusje probeerde weg te lopen, maar Pèpin en ik volgende haar de hele tijd door. Na een tijdje gaf ze het op, ze ging op haar bed zitten en begon te huilen. Haar veren schokten heen en weer.

'Waarom janken meisjes altijd?' Pèpin keek me verbaast aan.

'Omdat ze kinderachtig en zwak zijn,' gaf ik als antwoord. Zo dacht ik erover.

'O...' zei Pèpin begrijpend.

'Lau,' zei ik. Ze keek op. 'Vertel gewoon je ideeën voor de weddenschap dan is het klaar.' Ik rolde met mijn ogen.

'Oké,' begon ze bibberend, 'als ik win was jij de hele maand af, als jij wint was ik de hele maand af.' Ik schudde mijn hoofd, dat was te makkelijk.

'Als ik win word jij de hele maand mijn slaafje, bediende of hoe je het ook Maar wilt noemen en je komt er niet meer onderuit en andersom als jij wint.'

'Is een oké idee, maar heb je nog meer?' vroeg ik nadenkend.

'Als jij wint betaal ik een hele maand alles wat jij wilt kopen en als ik win betaal jij de hele maand wat ik wil kopen,' zei ze zachtjes, bang dat ik het af zou wijzen.

Het was een goed idee, maar het uitvoeren zou nog wat worden. Eén van beide komt dan in de schulden te zitten en of dat nou de bedoeling was... Nee, daar wil ik niet mijn zusje mee opzadelen, ik zou er even over na denken wat beter was.

'Ik heb het!' Een paar minuten waren verstreken. Lau keek me verwachtingsvol aan.

'Als ík, Xylander, win dan betaal jij vijf dingen die ik wil met een max van twee vogelgoldjes en ben jij mijn bediende, butler, slaaf of hoe het ook wilt noemen voor een maand. Als jij wint is het andersom.' Lau keek me bedachtzaam aan.

Ze stond op, strekte haar vleugel naar me toe en zei dat ze akkoord ging. Ik schudde haar vleugel met mijn vleugel.

'En wat als geen van beide wint?' Lau en ik keken elkaar verbaast aan. Waar kwam dat geluid vandaan?

'Ik sta hier, hoor,' giechelde Pèpin.

'O, sorry, we waren je geloof ik vergeten,' lachte Lau. Ik knikte grinnikend. Hoe hebben we hem kunnen vergeten? Hij stond de hele tijd vlak naast ons.

'Maar wat doen jullie als geen van beide wint?' vroeg Pèpin nogmaals.

'Tja, ik denk dat we dan beide niets winnen of verliezen?' Ik keek Lau vragend aan. Ze knikte met haar vogelkopje.

Pèpin liep terug naar de huiskamer. We volgden hem samen. 'Ik denk dat we hem vergaten omdat hij niets zei,' mompelde ik in Lau's oor.

'Kan. Of omdat hij kleiner is dan ons?' Ik knikte bedachtzaam, daar zat wat in.

'Ik denk beide,' fluisterde Lau.

We liepen de woonkamer binnen en gingen zitten op de bank.

'Mam!' gilde Lau, die een meter voor me zat.

'Schreeuw niet zo, ik zit naast je,' foeterde ik.

'Ja? Wat is er?' Moeder kwam de huiskamer binnengelopen.

Lau toverde een glinsterend ding tevoorschijn. Een paar seconden later zag ik de vorm erin, een veren kam. Die precies op die van Lau leek.

'Mijn veren kam! Hij lag gewoon hier!' Lau keek blij. Ma aaide haar over haar bol en lachte.

'Precies waar we niet keken, lag hij,' giechelde Lau. 'Slim van ons.'

'Hé, hé, die is ook weer terecht,' lachte ik. Lau glimlachte even naar me en ging beter zitten, zodat ze kon lezen. Waar ze het boek vandaan had was me een raadsel, het lag er zo maar ineens. Floep, hoppa en op haar schoot. Of ik keek gewoon even niet en ze haalde hem tevoorschijn. Ik wist niet zeker welke van de twee het antwoord was.

Een aantal minuten later werd Lau opgehaald door haar beste vogeldinnetje, Lya. Hun namen, en hoe ze er uit zagen, leken zo op elkaar dat ik Lau soms Lya noemde en Lya soms Lau. Of Lyra, de tweelingzus van Lya. Wie geeft hun kinderen dan ook van die op elkaar lijkende namen? Ik snapte vogelwassenen echt niet af en toe.

Pèpin begon een krassend geluid te maken. Ik keek op en zag dat hij iets met een kleur potlood deed. 'Wat doe je?' vroeg ik.

'Spelen, en ik maak wat voor Lau en iets voor jouw.' Zijn ogen glinsterden kinderlijk. 'O, nee, nu heb ik de verrassing verpest!' Pèpin keek me geschrokken aan.

'Rustig maar, kleintje. Ik heb niets gehoord en niemand weet er iets van,' zei ik geruststellend. Hij ging vrolijk verder met kleuren.

Zo meteen ga ik gauw nog even langs de merel gaan om vlug met hem te praten, voor het oefen ritje begon, dacht ik. Daar had ik nog even tijd voor, erna zal het oefen ritje beginnen.

De vrekkige kolibrie (#Wattys2016)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu