Beste Meghan Molemaker,
Gefeliciteerd, het is je inderdaad gelukt!
En dat mag gevierd worden, je krijgt het lichaam van je vriendinnetje Autumn terug.
Volgende week zaterdag wil ik jou om 01:26 's nachts exact zien. Daar zie je mij ook. Geen zorgen, ik doe jou niks en ik vermoord ook niemand meer.
Maar, als je iemand met je meeneemt of de politie inlicht, dan gaan jij en het hele dorp er alsnog aan.
Gesnopen?Opgelucht kijk ik naar het papiertje in mijn handen. Ik krijg het lichaam van Autumn. Ik krijg de kans om een begrafenis te regelen voor haar en de anderen. En ik krijg de kans om met de man te praten die het heeft veroorzaakt. Ik weet niet zeker of dat het meest strakke plan is, maar dat kan me niet schelen. Alleen het feit fat ik Autumn terug krijg en hij stopt, telt. Al moet ik er ook voor sterven. En nu moet ik in spanning wachten tot volgende week.
"Zeg, wat ben jij vrolijk, Meghan", zegt Savannah tegen me.
"Goedemorgen, en ja, ik heb ook een goede reden", antwoord ik. Samen lopen we door naar wiskunde, waar we samen les hebben. De wiskundeleraar zijn zoon zit ook bij ons in het leerjaar, dus hij krijgt les van zijn vader.
"Waarom ben je zo vrolijk?" vraagt ze lachend.
"Kan ik nog niet zeggen." Ik plof neer op mijn stoel en ik zie de docent me aanstaren. Snel houd ik mijn mond en ik pak mijn boeken.
"Hij kijkt steeds naar je." Savannah port me in mijn zij en fluistert het tegen me. Ik wil niet opvallend opkijken, dus draai ik me met een ruk om. Onopvallend genoeg. De docent kijkt weg zodra ik kijk.
"Vreemd", zeg ik tegen Savannah. "Waar zijn die twee meiden eigenlijk waarmee je normaal bent?" Ik zie haar ogen dof worden en haar glimlach verdwijnt.
"Ze zijn van school, verhuisd", mompelt ze.
"Dat is jammer om te horen. Maar hé, je hebt mij", zeg ik. Haar glimlach komt weer op haar gezicht en ze knikt.
"Kom je vanmiddag weer langs na school?"
"Is goed." Ik ben echt blij met Savannah. Ze zorgt ervoor dat ik even aan andere dingen kan denken dan de moordenaar en de glijbaan. Ik krijg Autumn zaterdag terug en alles is dan voorbij, maar het is alsnog spannend.Nog twintig minuten. Twintig hele minuten. Het is zes minuten over één. Zou ik er nu al heen moeten lopen? Moet ik stipt op tijd aankomen? Moet ik er eerder zijn, of juist later?
Stipt op tijd. Dat is het best. Over vijf minuutjes vertrek ik naar het Hendelswood park. Ik ga de moordenaar van mijn vriendinnen over negentien minuten zien. Woedend bal ik mijn handen tot vuisten. Ik zweet als een otter. Mijn voeten, benen, oksels, armen, hoofd en zelfs mijn billen zweten. Alles zweet.
Ik loop naar de voordeur toe. Een rugzak bengelt aan één bandje op mijn schouder. In de rugzak heb ik een flesje water, een zaklamp, wat eten, een zakmes - je weet maar nooit - en mijn mobiel gestopt. In mijn hand zit ook een zaklamp. Ik sluit de voordeur en stop het sleuteltje in mijn broekzak, zodat ik er makkelijker bij kan. Ik knip mijn zaklampje aan en schijn op de tegels. Langzaamaan begin ik naar het park te lopen. De wijzers van mijn horloge geven aan dat het 01:21 is. Nog vijf minuten. Ik houd mijn pas in, anders ben ik er al over een minuut.
01:22. Ik ben onderweg.
01:23. Nog steeds aan het lopen.
01:24. De zweetdruppels rollen over mijn hoofd.
01:25. Ik ben er bijna.
01:26. Ik sta voor het park. Aan de andere kant van het park, de glijbaan kant, stopt een auto. Uit de auto stapt een donkere gedaante. De gedaante loopt naar de passagiers kant en pakt iets vast. Het is een lijk. Die van Autumn, om precies te zijn. De man tilt het meisje op en draagt haar het park in. Ik loop ook het park in. De man komt aan bij de glijbaan en legt het lichaam neer. Ik nader de glijbaan nu ook. Het hoofd van Autumn is van me afgekeerd, ik zie haar achterhoofd. In haar haren zitten allerlei klitten. Haar armen hangen over de zijkanten van de glijbaan. Ik sta nu voor de glijbaan. Hij steekt zijn hand uit. Ik pak hem niet. Ik ben niet gek. Ik kan zijn gezicht niet eens zien, een grote, zwarte capuchon maakt zijn gezicht duister. Hij doet het ding af en ik zie zijn gezicht.
"Nee!" roep ik verbaasd. "Nee man, wat is dit?" Hij kijkt me aan. "Meen je dit? Dit kan niet waar zijn. Ik had altijd al een hekel aan je."
"Het feit dat jullie me niet mogen, was niet mijn reden voor dit." De man - die ik intens haat - spreekt de woorden rustig uit.
"Wat was je reden dan?"
"Jullie meiden hebben nooit interesse gehad in mijn zoon, Sahand. De een wees hem nog gemener af dan de ander. Vooral deze meiden. Ik wilde wraak."
"Dus, omdat we niet een relatie willen met je zoon, vindt u het een goed plan om ons even lekker neer te steken?"
"Hij is een goede jongen, jullie hadden hem een kans moeten geven! Vooral jij! Hij houdt van je, Meghan Molemaker!"
"Ik ga geen mensen die ik niet leuk vind een kans geven, puur omdat hij een aardige jongen is. Wat is dit nou weer voor een onzin!" sis ik kwaad.
"Je verdient deze pijn!"
"Nee, dat doe ik niet. Ik verdien dit niet. Zij verdienden dit niet. Niemand verdient dit. Jij spoort gewoon niet!" Ik ben kwaad. Woedend. Ziedend.
"Deed je zoon ook mee met dit?"
"Nee. Alleen ik."
"Beter, anders is hij niet zo'n goede jongen meer", zeg ik sarcastisch. Ik kan hem elk moment vermoorden, maar dat heeft geen nut. "En wat nu?" vraag ik nu ik merk dat er een stilte is gevallen en hij me alleen stom aankijkt.
"Dat is aan jou. Je hebt in ieder geval je vriendin. Ik ga maar weer, denk ik", zegt hij, "ajuus! En tot maandag, bij wiskunde" Hij keert zich om en beent weg.
JE LEEST
De blauwe glijbaan #Wattys2016
Mystery / ThrillerV E R S I E É É N --- Elke week zaterdag, om 01:26 exact, wordt er een lijk op de blauwe glijbaan in het Hendelswood Park gevonden. Het eerste lijk vindt het dorp al niet interessant genoeg. Het komt alleen op de publieke omroep. Het tweede lijk...