'Indy! Je kan ook helemaal niks, als ze jou trekken staan wij als familie totaal voor gek. Je bent een Beroeps, Indy! Een Beroeps!' Ik zuchtte zacht, mijn moeder begreep me totaal niet. Ik kon gewoon niet vechten, het was niet dat ik het niet wilde. 'Je traint al je hele leven, je moet over een tijd mee doen, we hebben te weinig geld. Je bent bijna twaalf, er is een kleine kans dat ze je trekken.' Haar moeder ratelde maar door. Ik zou voor geen goud de arena in willen, ik had nog nooit iets of iemand gedood en vechten ging me ook niet goed af. Mijn moeder wilde dat ik meedeed aan de spelen voor de roem, de eer en het geld. 'Mam, ik moet naar school, tot zo.' Ik liep de kamer uit, pakte mijn versleten rugzak en begon aan de wandeling naar school.
School was afschuwelijk, ik was de enige die niet altijd over wapens praatte. Over de nieuwe messenverzameling die ik van mijn ouders kreeg. Nee. Ik haatte school ook om een andere reden. Ik werd gepest, omdat ik niet met wapens kon omgaan. Ik kreeg de hele tijd reacties naar mijn hoofd geslingerd als: 'Daar is de amateur,' 'Wat als zij getrokken zou worden, ze zou als eerste sterven!' 'Ik wil niet met jou omgaan, niet goed voor mijn plek in de klas, ieuw, zij wil met me omgaan. Ik moet er niet aan denken!' en 'Ik heb medelijden met haar ouders, als je zo'n kind krijgt wordt je niet blij!'
En elke dag eindigde ik huilend in een hoekje in de gang, op een plek waar niemand kwam, niemand merkte dat ik er niet was in de klas en ik kon daar rustig nadenken. Waar ik op dit moment ook zat. Ik dacht aan wat er zou gebeuren als ik inderdaad getrokken werd, wat er zou gebeuren als ik zou winnen... Winnen... Nee. Winnen zou toch niet gebeuren, ik zou de Beroeps niet aankunnen, de rest wel, dat wist ik zeker.
Mijn ouders begrepen het gewoon niet, ik was goed in eten zoeken, kon best strikken zetten en een vuur maken lukte ook wel. En mijn geheime wapen... Daar wisten zelfs mijn ouders niets van. Ik was goed in verstoppen, dat deed ik nu ook, dacht ik. Maar ik kon niet vechten, ik was klein, kwetsbaar en zwak, maar ik kon wel hard rennen en was slim. Indy, hou op met hierover na te denken, je wordt toch niet getrokken. Maar ik kon mezelf niet met deze woorden kalmeren.
Opeens hoorde ik voetstappen, ik dook in elkaar, misschien waren het mijn pesters wel. Ik was bang voor de pesters, heel bang, ze schopten me vaak, lachten me uit, scholden tegen me. De woorden deden het meest pijn, de tranen sprongen me in de ogen toen ik eraan dacht. Maar het was iemand anders, een meisje met lang zwart haar tot haar kont, iets wat ik heel graag zou willen hebben inplaats van mijn korte piekerige blonde haren.
Het meisje kwam naar me toe en begon tegen te praten: 'Hey, waarom zit je hier zo alleen? Gaat het wel met je? Ik zie dat je gehuild hebt,' ik knikte lichtjes. 'Ik zit hier omdat ze me pesten, omdat ik niet kan vechten, begrijp je?' het meisje knikte instemmend. 'Dat begrijp ik, mag ik vragen hoe je heet?' vroeg ze op een kalme en beleefde toon. 'Indy,' zei ik zacht, 'ik ben elf jaar, bijna twaalf, ik ben bang dat ze me trekken dit jaar.' 'Indy, je hoeft niet bang te zijn, ik neem je plek wel in als ze je trekken, ik beloof het je. Ik ben trouwens Alinda,' ik schudde snel mijn hoofd, 'Nee, dat hoeft niet, dan zouden mijn ouders je voor altijd haten, ze willen dat ik meedoe.' 'Ik wil graag meedoen, heel graag zelfs, mijn broertje van zes is gehandicapt, hij heeft een operatie nodig, als ik win hebben we het geld om die te betalen.' Toen was ik stil, Alinda had het geld heel hard nodig, een steek van medelijden schoot door me heen.
De volgende dag liep zoals normaal, ik werd uitgescholden, maar dit keer ging ik niet naar mijn plekje, maar opzoek naar Alinda. Maar ik kon Alinda niet vinden, waar ik ook zocht, toen dacht ik aan mijn plekje. Misschien zocht Alinda me ook! En inderdaad, Alinda was er, ze zaten een tijd naast elkaar zonder iets te zeggen. Ik was degene die de stilte doorbrak, 'Alinda, je moet het niet doen, je jaagt jezelf dood in. Je moet er zijn voor je broertje, hij heeft je nodig. En Alinda, ik heb je ook nodig. Echt.' Alinda dacht daar even over na maar knikte toen, 'je hebt gelijk, anders heeft hij niemand meer die voor hem zorgt. Mijn moeder is ziek en mijn vader is vorig jaar overleden. Ze kunnen niet zonder me, als ik een klein foutje maak, gaan we alle drie dood... Ik beloof het je, ik zal niemands plaas innemen.'
Hier werd ik stil van, veel mensen hadden het slecht hier, ookal was District 1 een van de welvarendste Districten. Ik dacht dat ik het slecht had, met ouders die zich voor me schaamden en wilden dat ik een arena inging om te wachten tot ik vermoord werd. Ouders die heel trots waren en alleen maar aan roem en geld dachten. Maar wat Alinda doorstond was veel en veel erger. 'Dankjewel, Alinda,' fluisterde ik naar mijn nieuwe en enige vriendin en ze omhelsde haar.
De dagen verstreken en we spraken elk dag af en werden steeds hechter. We dachten ook steeds minder aan de Hongerspelen, die gevaarlijk dichtbij kwamen...
JE LEEST
De 56ste Hongerspelen
FanfictionWat als je in district 1 woont, dus een beroeps bent en niet kan vechten? Wat als je om diezelfde reden gepest wordt, dat je ouders voor je schamen? Wat gebeurt er als je getrokken wordt? Als twaalfjarig meisje? Wat gebeurt er met Indy, die dit alle...