Het is zaterdag. Ik word wakker om 8:00uur. Ik loop naar beneden. Als ik beneden ben, ga ik op de bank zitten. Als het middag is, gaat de deurbel *ting dong*. Mama doet open. Dan roept ze mij. Iemand vraagt of ik wil spelen. Ik zeg ja, doe m'n schoenen aan, en pak mn jas. We gaan naar haar huis, op de trampoline. Er komen na een tijdje ook andere mensen, waar ik geen zin in heb, dus zeg ik dat ik naar huis moet. Het is niet zo, maar ik wil niet met die kinderen spelen. Als ik thuis kom vraagt mama waarom ik niet meer buiten ben. Ik zeg dat we niks te doen hadden en dus naar huis gingen. Mama hoeft niet te weten waarom ik eigenlijk thuis ben. Na een tijdje ga ik avond eten. Na het avond eten ga ik weer tv kijken. Na een tijdje ga ik douchen en dan slapen.
JE LEEST
Nobody knows my secret.
Non-ficțiuneik voel me niet fijn op school. pesten, schoppen, slaan, noem maar op. ik probeer me er niks van aan te trekken, makkelijker gezegd dan gedaan.