heey, ff n vraagje... voor school moest ik een opdracht doen en een soort van verhaal schrijven. Het moest wel een kort verhaal zijn en het leek me leuk om verder te schrijven. Kunnen jullie dit heel even lezen en dan zeggen of jullie willen dat ik verder schrijf of dat die schrijfstijl helemaal niks voor mij is. En als het je leuk lijkt dat ik verder schrijf, zouden jullie even willen zeggen of het een fanfic moet worden of dat het helemaal one direction vrij moet zijn? Ik zou het leuk vinden als jullie reageren, want dan weet ik of dit wel of geen leuk idee is.
-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Waarom merk ik dit op? Waarom zie ik nu opeens hoe rustig het hier is? Ik kom hier elke avond en nu is het zo rustig dat ik er bijna bang van word. Ik ben op weg naar mijn plekje in het bos. Ik kom daar elke avond en ik vind het heerlijk om daar te tekenen. Ik droom ervan om later illustrator te worden die de kaften van boeken illustreert. Ik droom ervan om mijn naam te zien staan op een boek: geïllustreerd bij Sanne Vogel. Als ik maar wist wat er zou gaan gebeuren had ik nooit naar mijn plekje in het bos gegaan vanavond. Na vanavond kan ik de hele droom wel vergeten. Ik kan er doei tegen zeggen en er zou een hele andere wereld voorgesteld worden aan mij. Ik loop tussen de bomen door en schrik als ik naast me een konijn hoor wegschieten. Ik schrik heel erg maar herstel me dan en loop weer verder. Stel je niet aan Sanne Vogel. Je komt hier elke avond en het is net als vorige avonden. Even rustig en er is helemaal niemand behalve jij en de dieren. Ik loop een beetje angstig verder en ik kijk rond als ik iets hoor ritselen. Ik zie niks en na een poosje rondkijken kom ik erachter dat het de bladeren zijn die zo ritselen. Wat is dit? Ik heb het ritselen van de bladeren nog nooit opgemerkt. Nog nooit!
Het was zo stil en iets zei me dat ik terug moest gaan. Was het mijn gevoel? Voelde ik van te voren al aan dat er iets ging gebeuren? Ik probeer mijn gevoel te negeren en loop verder. Heel mijn hart zei dat ik echt terug moest gaan. Was dit echt zo’n slecht idee? Toch loop ik verder. Ik ben weer eens koppig en luister weer eens niet naar mijn gevoel dat toch zo vaak gelijk heeft. Vandaag zegt het me: “Ga terug naar huis!!! Als je hier nu niet weg gaat gaat er iets vreselijks gebeuren en kan je je deze beslissing nooit meer vergeven. Je moet nu echt terug naar huis! Nu kan het nog. Loop niet verder! Ga terug!!!!” Ik moet echt beter naar mijn gevoel leren luisteren. Dat zal ik deze avond weer leren. Ik leer dat je gevoel negeren echt het domste is wat je kan doen. Opeens bekruipt het gevoel gevolgd te worden me. Ik kijk angstvallig in het rond, maar zie natuurlijk niemand. Pfwiew. Nu de bocht om en ik ben op mijn plekje. Ik kom aan op de kleine open plek met de houten overkapping die nog steeds overeind staat. Toen ik klein was kwam ik hier al en toen voelde ik me hier onder de overkapping al veilig, en dat gevoel is eigenlijk altijd gebleven tot vandaag. Ik voel me niet meer veilig waar ik me wel veilig zou moeten voelen. Ik pak mijn tekenspullen uit een tas die daar elke avond op me ligt te wachten en bekijk wat oude schetsen van mij. Sommige zijn van dieren die hier in het bos verstopt zitten en sommige zijn van dingen die me bezighouden. Ik zie een klein vogeltje zitten in de struiken en besluit dat na te tekenen. Ik begin met de basisvorm, maar kan het niet laten om steeds om me heen te kijken. Ik voel me echt onrustig! SANNE VOGEL! KAN JE NIET FF NORMAAL GAAN DOEN? Denk ik streng tegen mezelf. Dit slaat helemaal nergens op. Ik besluit om naar huis te gaan nadat ik nog heel even probeer om het vogeltje na te tekenen en ik tot de conclusie kom dat het vanavond echt niet gaat lukken met tekenen. Ik doe mijn tekenspullen weer in de tas en leg de tas op zijn plaats. Ik kijk nog even naar de overkapping en denk terug aan die keer dat het heel hard regende en onweerde en ik toch besloten had om hier naartoe te komen. Ik kwam aan en ik zag dat er allemaal dieren onder de overkapping stonden. Heel rustig ben ik er toen naartoe gelopen en tot mijn grote verbazing bleven de dieren gewoon rustig staan waar ze stonden. Die avond heb ik hele mooie schetsen gemaakt. Ik begin aan de weg terug naar huis als ik opeens een tak hoor kraken achter me. Ik weet heel zeker dat ik het zelf niet was, want het was niet heel hard. Het klonk alsof het een paar meter achter me was. Ik draai me om en zie iets wegduiken. Okey, nu vind ik het echt niet meer leuk. Ik draai me om en begin steeds harder te lopen. Op het laatst ren ik door het bos en sta stil als ik bij de bosrand aangekomen ben. ZIE JE NOU WEL? IK ZEI TOCH DAT ER NIKS AAN DE HAND WAS? JE STELT JE GEWOON AAN. Sprak ik mezelf toe. Op dat moment voel ik opeens hoe ik hard aan mijn arm terug het bos in getrokken word. Ik gil, maar niemand hoort mij omdat ik een hand voor mijn mond krijg. Ik draai me om en ik kijk in twee zwarte ogen. “Jij gaat helemaal nergens heen” hoorde ik hem zeggen. Ik keek bang in zijn groene ogen en merkte dat die ogen steeds dichterbij kwamen.