De vreemde vos keek ons aan. De kinderen verzamelden zich naast haar. Ik vestigde mijn blik weer op de vos en zag dat ze aan het veranderen was: haar kop werd een hoofd met lang zwart haar. haar poten werden armen en benen. Ze veranderde in een mens, of iets dat lijkt op een mens... Ze glimlachte naar ons. Wij glimlachten terug. Ze begon tegen ons te praten, heel snel en in een vreemde taal. Toen ze klaar was met haar verhaal glimlachte ze weer naar ons, alsof ze verwachtte dat we alles hadden verstaan. Ik keek de anderen aan. Jasper schraapte zijn keel en vroeg: ' Doe joe spiek english?' De vrouw keek hem onderzoekend aan en schreeuwde iets naar achter. Er kwam een klein jongetje aan lopen met lang zwart haar met oranje dip dye. hij glimlachte zenuwachtig naar ons. De vrouw wees naar het jongetje en zei 'Joespiek englis.' 'Ik denk dat ze bedoeld dat hij zo heet.' fluisterde ik richting de anderen. 'Dit begint al goed,' zei Jasper, die probeerde zijn lach in te houden, 'gaan we door zo'n poort, belandden we in een wei met pratende vossen.' 'Hoe gaan we dit oplossen?' vroeg Lindsey. 'Tja...' zei ik, 'gebarentaal, vrees ik.'
Uiteindelijk stapte mijn moeder naar voren, ze begon vloeiend Japans te spreken. 'Oke, handig.' fluisterde ik. Na een lang, maar snel, gesprek keerde ze zich om. 'We mogen hier één nacht overnachten,' zei ze,' daarna moeten we weg.' De vrouw zei iets tegen mijn moeder. Mijn moeder knikte. De vrouw keerde zich om en liep richting een groot gebouw, waarschijnlijk een soort paleis. Om ons heen veranderden de kinderen weer in vossen en hervatten ze waar ze gebleven waren. Het zag eruit als een droom: spelende vosjes in een weiland vol met felgroen gras en gekleurde bloemetjes. Ik keek omhoog en zag alleen maar blauwe lucht, ik had het gevoel dat er iets niet klopte. Mijn blik ging weer naar de anderen. Toen bedacht ik me iets. Ik keek weer omhoog en zag dat er inderdaad iets belangrijks miste. Ik tikte mijn moeder aan 'mam, er klopt iets niet.' 'Hoezo?' 'Kijk eens naar boven.' Ze keek. 'Wat?' Ik zuchtte 'er is geen zon.' Snel keek ze weer, zoekend naar de zon.' Maar waarom is het hier dan zo licht?' Daar had ik geen antwoord op. Ik keek naar de vossenvrouw, ze liep vrolijk door het hoge gras.
Na een tijdje lopen, kwamen we bij een pad aan. De vrouw liep door, tot we bij de enorme deuren van het paleis aankwamen. Daar stond een man die de deur openhield. Toen we binnen kwamen, stonden we opeens in een enorme hal. De muren waren rood geschilderd, met gouden krulletjes. De pilaren waren ook van goud, en aan het einde van de hal was een enorme trap met gouden leuningen. Aan het plafond hing een gouden kroonluchter. De vrouw leidde ons naar boven. We liepen achter haar aan de trap op. Eenmaal boven gingen we een lange gang in, bij één deur bleven we staan. Ze deed de deur open, en we zagen dat er een prachtige kamer achterzat. Er stonden zes éénpersoonsbedden. Het behang bestond uit verschillende tinten rood. Ik legde mijn rugzak, die ik op een of andere manier nog steeds had, op een bed en ging ernaat zitten. De anderen deden hetzelfde, terwijl mijn moeder de vrouw bedankte. De vrouw knikte en ging weg. Mijn moeder deed de deur dicht. Ik gooide mijn tas op de grond en ging liggen. Op het plafond zweefden vosjes met gouden vachtjes. Dat was het laatste wat ik zag, voor ik in slaap viel.Halloow,
Ik ben net begonnen aan een ander verhaal, en heb het eerste hoofdstuk online gezet. Het gaat over vampiers. Ik zou het leuk vinden als jullie het even bekeken... :) Ik weet niet of het wat wordt, maar misschien wel.
xx welmoed2000
JE LEEST
Gevecht ~Vervolg op Wolf~
WerwolfIk rende door het bos. Het was vroeg in de ochtend. Er flitsten bomen voorbij. Ik hoorde de vogeltjes fluiten. Ineens stond ik stil, wat was dat voor een geur? Ik draafde naar de geur toe, en ik kwam op een open plek uit. Midden in de open plek ston...