Er was eens een doodnormale jongen die zich verveelde, dat was best normaal want hij zat op school. Op een gegeven moment viel hij in een diepe diepe diepe slaap. Toen hij wakker werd was hij in een soort jungle zelf was hij er niet heen gegaan dus wie had hem daar dan gebracht??? Die vraag kon hij niet beantwoorden want zijn eerste doel was overleven zonder dat hij werd opgegeten door een wild dier of wat er ook zou leven in de onbekende jungle. Plotseling hoorde de jongen die Harm hete iets in de struikjes kraken. Een paar seconden later fluisterde een stem uit de donkere struik: hey Harmpieee kom eens wat dichter bij. De jongen twijfelde een fractie van een seconde en liep toen naar de struik toe. Onderweg merkte hij dat hij heel slaperig werd, zo slaperig was hij dat hij neerviel. Toen hij weer wakker werd was hij in een paddenstoel. Hij liep uit de paddenstoel en keek naar boven. Daar zat een kleine kabouter op maar de kabouter was niet klein, hij was even groot als Harm. De paddenstoel was btw rood met witte stippen. Hij sprak de kabouter aan maar deze was doof stom. Eigenlijk had de kabouter niets te bereiken in zijn leven. Toen kwam er een meeuw, de meeuw vloog tegen zijn kop. Toen viel Harm weer neer. Opnieuw werd hij wakker het kwam dit maal niet door zichzelf maar een aap maakte hem wakker. Maar een aap? Hoe kon het nou weer een aap zijn hoe kon die aap nou onderwater ademen. Dit vroeg Harm zichzelf af omdat hij niet kon ademen. Toen pakte de aap hem beet en nam hem mee naar het oppervlak. Daar zag hij alleen maar rood zand. Het leek een beetje op de planeet mars. verderop stond een raket waar nog meer apen waren het waren btw chimpansees. De aap nam hem mee naar het ruimteschip en bracht hem naar binnen. Toen reisde hij samen met al de apen terug naar de aarde. Daar leefde hij nog lang en gelukkig.
Oops! This image does not follow our content guidelines. To continue publishing, please remove it or upload a different image.
