Voorzichtig klim ik uit het krakkemikkige stapelbed. Ik sluip naar het stapelbed aan de overkant om er vervolgens zo stil mogelijk op te klimmen, hopend dat niemand wakker zal worden. Voorzichtig plof ik naast haar neer. Ze ligt op haar rug en ademt rustig in en uit. Voor ik weet waar ik mee bezig ben zit ik op haar buik. De tranen komen vanzelf. Alle woede komt naar boven en mijn hand komt met een harde klap op haar wang terecht. Ik schrik van mezelf maar ga door. Bebloed en niks vermoedend laat ik haar achter op het oude stapelbed in het motel.
Helemaal in paniek wordt Rosemary wakker. Haar hele pyjama is nat van het zweet. Ze gaat rechtop zitten en reikt naar haar beker water op het nachtkastje. Al drinkend probeert ze te kalmeren. Er klopt iemand op haar slaapkamerdeur. Tergend langzaam komt ze uit haar bed om de deur te openen. Er staat niemand. Ze kijkt voor de zekerheid om zich heen. Toch weet ze zeker dat er geklopt werd.
Ik duw haar hard naar achter. Met een klap valt ze op de grond, de lamp meenemend in haar val. Voor ze de grond raakt ontsnapt er nog een gil. Haar ogen smeken om genade. Ze heeft niks gedaan, maar wat je begint moet je afmaken. Een fractie van een seconde twijfel ik nog. Het is al te laat, ik heb mijn beslissingen al lang geleden gemaakt. Ik grijp het mes stevig vast en zak door mijn knieën. Er komen een paar angstige kreetjes uit haar keel. Glimlachend door mijn tranen kijk ik haar aan. Ik kijk haar nog een keer doordringend aan voor ik het kleine mes in haar nek steek. Ze schokt een beetje als ik het mes uit haar tere nek trek, maar daarna ligt ze doodstil.
Dit is niet echt, denkt Emily. Ze wordt gek van de nachtmerries de laatste tijd. Snel klimt ze uit haar bed en gaat zitten op haar rode bureaustoel, om even tot rust te komen. Het heeft niet het gewenste effect, integendeel, ze raakt er nog gestresster van. Er wordt geklopt op haar slaapkamerdeur. Ze snelt naar haar deur om vervolgens een lege gang aan te treffen. Toch weet ze zeker dat er geklopt werd.
Woedend ren ik op haar af. Mijn vuist raakt haar voorhoofd. Struikelend deinst ze achteruit. Aan haar ogen zie ik dat ze duizelig is. Ik loop dreigend naar haar toe. Met een vluchtige beweging grijp ik haar armen vast en plant ik mijn nagels diep in haar huid. Ze probeert zich los te rukken uit mijn greep, maar ik heb haar onder controle. Ik duw haar op de grond en hurk over haar heen. Ze gilt. Ik buig me over haar heen en knijp haar keel dicht. Haar gezicht wordt langzaamaan roder en roder. En opeens ligt ze doodstil.
Haar hoofd bonkt, al die dromen maken Zoë gek. Ze wordt bang van zichzelf. Met trillende handen knipt ze haar nachtlampje aan. Ze kijkt haar kamer rond, overal waar ze kijkt hangen posters en foto's aan de muur. Allemaal met verschillende herinneringen. Ze staart diep in gedachten naar een van de foto's als ze opschrikt van geklop op haar slaapkamerdeur. Zuchtend staat ze op en sjokt ze naar de deur. Niemand. Toch weet ze zeker dat er geklopt werd.