Ondertussen is het 3 dagen later en ik heb de moed verzameld om te vragen aan Gerard of ik volgende week donderdag bij mijn tante the kan drinken. Ik hoef die hele dag niets te doen, maar inkomen het alsnog vragen en ik ben bang dat hij boos wordt. Ik haal diep adem en vraag Theodorus of hij Gerard wilt halen. Ik wou dat ik mijn stalen masker weer kon opzetten, zo had ik ook Jeroen weer teruggehaald, maar die is permanent gebroken. Dus ik moet het vanuit mijzelf doen. Zelf duidelijk zijn. Ik kalmeer mijn ademhaling en loop de woonkamer binnen. Ik ga niet zitten, dat maakt me kwetsbaar en sta met rechte rug te wachten tot Gerard komt. Terwijl ik sta te wachten breekt het zweet me uit en ik wrijf mijn voorhoofd aan met een doekje dat ik uit mijn decolleté haal. Snel prop ik het doekje weer terug en ik zie de deurklink naar beneden gaan. Ik span al mijn spieren aan en forceer een glimlach.
"Duna, popje, wilde je me spreken?" Gerard stapt de kamer binnen en heeft nog meer gedronken dan anders. Kwijl hangt in zijn mondhoeken en ik kokhals bijna. Hij loopt zo schuin dat hij omvalt om vervolgens heel hard om zichzelf te lachen. Die lach laat me inkrimpen en snel recht ik weer mijn rug. "Help me eens overeind." Lalt Gerard, het is bijna niet te verstaan. Ik loop voorzichtig naar hem toe en trek hem overeind. Snel draai ik me om en wil ik weglopen, maar hij mept hard op mijn kont en begint te gieren van het lachen. "Hahaha, je kont trilt!" Ongemakkelijk kijk ik langs hem op. Misschien moet ik het een ander keer vragen. Nee, lafaard, nu. Anders komt het er nooit van. Ik haal diep adem. "Ik wil volgende week donderdag naar mijn tante om thee te drinken." Zeg ik snel. Gerard kijkt me scheel aan. "Wat?!" Buldert hij door de kamer. Ik slik nog een keertje. "Ik wil volgende wel donderdag naar mijn tante en oom." Gerard kijkt boos. "Nee." Ik kijk hem wanhopig aan. "Ik heb dan niets gepland. Ik wil het graag." Hij zet een stap in mijn richting. "Ik... Zij.... Nee!" Ik krijg tranen in mijn ogen. "Toe, alsjeblieft!" Gerard boert een keertje en schud zijn hoofd. "Jij gaat helemaal nergens heen." Zegt hij met dubbele tong. Ik word boos en kijk hem chagrijnig aan. "Ik ga gewoon!" Schreeuw ik terug, ik weet niet waar ik het lef vandaan heb. "Jij wat?" Gerard komt op me afgestormd en ik vlucht de kamer uit.
Ik hoor Gerard roepen en schreeuwen. "Deze keer ben je te ver gegaan, Duna. Jij bent dood! Ik vermoord je! Zo praat een vrouw niet tegen haar man. Door wie ben jij opgevoed? Diegene moet zich schamen!" Ik ren de trap op en hoop dat Gerard me niet achterna komt. Hij is ten slotte heel dronken en kan nauwelijks gewoon lopen, bijna niet rennen. Dan kan hij vast niet traplopen. Ik kijk hoe hij toch de trap opstormt en elke keer bijna zijn evenwicht verliest, hij zwaait elke keer met zijn armen om niet te vallen. Met grote ogen zie ik hem dichterbij komen, ik kan me niet bewegen. Verstijfd van angst. "Jij bent dood, hoor je dat? Dood!" Schreeuwt hij buiten zinnen. Hij is bijna bij me en gaat nog harder rennen, daardoor mist hij een trede en ik zie hem zwaaien met zijn armen. Zijn gezicht gaat van kwaad, naar verbaast, naar bang. Als versteend kijk ik hoe hij zijn evenwicht probeert te bewaren. Het lukt hem echter niet. Met een schreeuw valt hij achterover, hij slaat een heel aantal stuk traptreden over en knalt met zijn hoofd op de onderste trede. De marmeren trede. Bloed kleurt de trede rood en Gerard beweegt niet meer. Ik sla mijn hand voor mijn mond en kijk met grote ogen naar het monster, dat bewegingsloos onder aan de trap ligt. 2 dienstmeisjes, die ook het hele gebeuren hebben gezien, kijken me verdwaast aan. Waarschijnlijk weten ze niet of ze mij moeten condoleren of feliciteren, Gerard ziet er namelijk aardig dood uit. Iedereen hier weet hoe hij me behandelde. Thomas komt de gang ingerend en onderzoekt Gerard. Maar het is duidelijk, dat zie ik zelfs van deze afstand. Hij is dood. Ik voel me heel raar. Ik ben niet blij, niet verdrietig, niet boos. Het is of ik een toneelstuk zie, alsof ik toeschouwer ben. Alsof het niet echt is.
Ik voel iemand me in een knuffel trekken. "Oh mijn hemel! Is Gerard... Dood?" Sanne kijkt over mijn schouder naar Gerards levenloze lichaam en vervolgens naar mij. "Hoe... Hoe voel je je?" Ik haal mijn schouders op. Ik heb werkelijk geen idee, ik heb ergens het gevoel dat Gerard zo opstaat, een mes pakt en mijn keel doorsnijd. Ik ben alsnog doodsbang voor hem. Opeens voel ik me heel misselijk en duw Sanne bij me weg. Net op tijd want ik houd het niet meer binnen en mijn ontbijt komt er in een keer uit. Ik laat me vervolgens naar achteren vallen en ik voel dat ik door Sanne naar achteren wordt gesleept, weg van de stank. Ik kijk naar mijn jurk (zie foto) en trek het recht. Mijn hoofd heeft besloten om niet meer te werken en mijn hersenen zijn vervangen voor watten. Ik staar een beetje verdwaast voor me uit en probeer uit te zoeken wat dit voor de toekomst betekend. Mijn toekomst, zonder Gerard. Een heel klein glimlachje breekt door op mijn gezicht. Ik ben van hem af! Ik kijk Sanne aan. "Hij kan me niet meer pijn doen." Fluister ik tegen haar, ik kan het nog steeds niet geloven. Sanne grijnst breed en knikt. "We zijn voor altijd van die flapdrol af!" Ze knuffelt me nog een keer en trekt dan haar neus op. "Kom, we moeten jou even opfrissen." Ik knik en leg mijn haden in die van haar. Ze trekt me omhoog en samen lopen we weg.
😻😻😻😻😻
OMG Rosafiere, mijn andere verhaal, heeft 5 duizend reads!
Ik vind dit zo gaaf!
Aangezien jullie waarschijnlijk ook dat verhaal hebben gelezen (dit is ten slotte het vervolg van dat boek) heel erg bedankt voor het lezen van mijn boeken!
❤️❤️❤️❤️❤️❤️❤️❤️❤️❤️❤️❤️❤️❤️❤️
JE LEEST
Duna - Bloedband - Boek 2
Исторические романыDe gouden eeuw. Duna is net 18 jaar geworden, haar vader vindt dat het tijd is om te trouwen en zoekt een echtgenoot voor haar. Maar het is de verkeerde! Hij is gemeen, agressief en altijd dronken. Het leven voor Duna wordt nog ingewikkelder wannee...