De Stadsmuzikant van Bremen

19 2 2
                                    

Er was eens een man,die een ezel had,die vele jaren onvermoeid zakken voor hem naar de molen had gedragen.
Maar ten slotte raakten de krachten van het dier uitgeput.
Hij kon niet meer werken en zijn baas zich af te vragen hoe hij zo voordelig mogelijk van het dier af te komen.
Maar de ezel ,die voelde dat er moeilijkheden op komst waren,liep weg.
Hij trok in de richting van Bremen,waar hij stadsmuzikant wilde worden.
Hij was nog maar nauwelijks op weg toen hij een hond zag,die midden op het pad lag,hijgend,alsof hij zich de poten uit het lijf heeft gelopen.
'Wat lig jij daar te liggen,luien brompot?vroeg de ezel
'Praat me er niet van,zuchtte de hond.
'Omdat ik een dagje ouder word en niet meer zo goed mee kan wilden mijn meester me doden.
Toen ben ik weggelopen .
Maar nou weet ik niet hou ik aan mijn kost moet komen.
Als dat alles is' lachte de ezel.
'Als dat alles is lachte de ezel.
'Ga maar met mij mee,naar Bremen,dan kan je net als mij straatmuzikant worden.
Ik ga de fluit spelen en jij kan daarbij prachtig de grote trom slaan.
'Als dat zou kunnen!
De hond stond opgelucht op en volgde de ezel.
Even later liepen zij een kat tegen het lijf,die een gezicht trok van zeven dagen slecht weer.
'Wat zit jou dwars? wilde de ezel weten.
'Wie zou er nou nog vrolijk zijn als hij zo aan wal os geraakt als ik?antwoorden de kat.
Ik wordt er ook niet jonger op.
Mijn tanden zijn niet meer zo scherp en ik zit liever achter de kachel dan dat ik achter de muizen loop aan te jagen.
Daarom wilde mijn bazin me verdrinken .
Ik heb me nog net op tijd uit de voeten kunnen maken.
Maar wat nu?
Ga mee met ons mee naar Bremen stelde de ezel voor.
Als je een goede serenade kan brengen kun je bij ons straatmuzikant worden.
Waarop de kat ,die gretig is op het voorstel inging,zich bij hem aansloot.
Daarna kwamen de vluchtelingen langs een schuur,waar op de onderdeur een haan uit volle borst zat te kraaien.
Je kraait zo hard sprak de ezel verwijtend ,dat het me door merg en been gaat.
Is er soms. Iets aan de hand?
Ach ik had nog wel mooi weer voorspeldt voor de komende feestdagen.
Maar mijn bazin waardeert dat niet en medelijden met ze kent ze al evenmin,want omdat zij zondag eters krijgt heeft ze de keukenmeid gezegd dat zij soep van me moet koken.
Dus vanavond wordt me de nek omgedraaid.
Vandaar dat ik nu uit alle macht en zolang ik kan blijf kraaien.
Kom dan maar mee ,Roodkam,zei de ezel.
Kom dan maar met ons mee!
Wij gaan naar Bremen en daar staat je heel wat beters te wachten dan kippensoep van een oude haan.
We gaan muziek maken en omdat jij een goede stem hebt pas je prachtig bij ons.
De haan bedacht zich geen ogenblik en met z'n vieren trokken zij verder in de richting van de stad .
Maar die konden zij niet in één dag bereiken.
Daarom besloten zij de nacht door te brengen in het bos,dat zij tegen de avond bereikten.
De ezel en de hond gingen onder een boom liggen.
De klom er innen de haan vloog helemaal naar het topje,waar hij zeker veilig was voor de keukenmeid .
Toen hij voor het slapen gaan nog eens goed rond keek zag hij in de verte een lichtje.
Daarginds in een huis riep hij naar beneden.
Ik zie een lamp branden.
Dat komt mooi uit dacht de ezel .
Laten we daar dan eens een kijkje gaan nemen ,want hier is de bediening ook maar niks !
De hond,die best trek had in een mals stuk vlees was het daar mee eens.
Ze trokken op het licht af en kwamen zo bij een helder verlicht rovershuis .
De ezel gin,omdat hij de grootste was,voor het raam staan en gluurde naar binnen.
Wat zie je ouwe langoor?
Wilde de haan weten.
Ik zie een tafel met de heerlijkste dingen en ik zie een stel rovers,die daarvan zitten te smullen !
Dat is dan ook wel wat voor ons,kraaide de haan zachtjes .
Bij mijn bazin mocht ik nooit. . .
We moeten wel binnen zien te komen,onderbrak de hond de herinneringen van de haan.
Enige tijd beraadslaagden de dieren over de vraag hoe zij de rovers zouden kunnen verdrijven .
Ten slotte maakten zij een plan.
De ezel zou met zijn voorpoten op de vensterbank steunend ,de hond op zijn rug laten klimmen .
Vervolgens moest de kat boven op de hond springen en als laatste zou de haan opvliegen en op de kop van de kat gaan staan.
Toen zij zo gereedstonden begonnen ze op een afgesproken teken allemaal tegelijk hun eigen muziek te maken:de ezel balkte de hond blafte ,de kat miauwde en de haan kraaide als ware het heerlijkst ochtendstond .
Daarna sprongen zij dwars door het raam ,zodat het glas in splinters naar binnenvloog waar de rovers opgesprongen bij het gruwelijke lawaai,meenden dat een boze geest hen overviel .
Zij vluchtte halsoverkop het huis uit en het bos in.
De vier muzikanten gingen rond de tafel zitten en deden zich te goed aan alles

You've reached the end of published parts.

⏰ Last updated: Nov 22, 2016 ⏰

Add this story to your Library to get notified about new parts!

De sprookjes van GrimWhere stories live. Discover now