Hoofdstuk 30

202 22 1
                                    

Ik ben nu een week bij tante Rosafiere, oom Phillip, Simon en Mathilde. Ik heb Sanne met me meegenomen, net als Thomas, Thom en Jeroen. Zij steunen me en ik kan me mijn leven niet zonder hen voorstellen. Het is fijn hier, rust en vrede. Ook in mijzelf is er eindelijk rust. Ik heb veel met Simon en Mathilde gespeeld en ook met Heyle en Johan als ze kwamen om te spelen. Daarbij ben ik veel met tante Rosafiere, gaan we samen naar de markt en samen op stap. Ook is oom Phillip veel bij ons, maar die moet ook vaak werken. Tante Rosafiere helpt ook veel mee in het bedrijf en de gouvernante let dan op de kinderen. Ik vind het wel grappig, ze hebben een gouvernante, maar de hoeft vaak niets te doen want tante Rosafiere is veel bij de kinderen en voed ze op. Alleen als zij werkt, maar de markt gaat, of iets anders, dan moet de gouvernante wat doen. Niet zoals vroeger bij ons, dat zij ons opvoedde en mijn moeder altijd iets anders deed. Jeroen is veel met Phillip mee. Hij helpt mee in het bedrijf, blijkbaar heeft hij er kijk op want oom Phillip is blij als hij meegaat. Volgens mij overweegt oom Phillip om Jeroen een baan aan te bieden.

Nu zit ik met tante Rosafiere op de bank thee te drinken. De kinderen spelen in de tuin en Lara, de gouvernante is met hun mee. Ik bijt op mijn wang en pieker een beetje over mijn gevoelens naar Jeroen. Mijn tante ziet het. "Waar zit je met je gedachten?" Vraagt ze. Ik kijk haar moeilijk aan. "Het is lastig." Ik kijk naar mijn jurk, ik heb momenteel een prachtige jurk aan (zie foto). Van mijn tante gekregen. Mijn tante kijkt me doordringend aan. "Je kan me alles vertellen. Zelfs als het over Jeroen gaat." Met een ruk kijk ik op, ze lacht. "Het is overduidelijk." Ik bloos een beetje. "Dat kan toch niet. Hij is een stalknecht, ik een weduwe die haar man net een paar dagen gelden heeft begaven." Mijn tante lacht even. "Hoezo niet? Ben jij er klaar voor?" Ik kijk haar met gefronste wenkbrauwen aan. "Ja, maar... Wat moeten de anderen wel niet van ons denken? Ik bedoel, hij is een stalknecht, ik een weduwe." Ze maakt een wegwerpgebaar. "Wat maakt jou het uit wat mensen ervan denken?" Ik lach even emotieloos. "U kunt makkelijk praten." Mijn tante kijkt me serieus aan. "Er wordt heel veel oven mij gepraat. Dat ik meehelp met Phillips bedrijf, dat ik vroeger mee ging op handelsreis, dat ik niet een hertog was en hij wel, dat hij eerst verloofd was met een gravin en ga zo maar door." Mijn wenkbrauwen schieten omhoog. "Verloofd?" Ze grinnikt. "Niet belangrijk. Er wordt nu zo veel geroddeld over ons. Hoe wij ons leven leiden. We horen het gefluister wel, we negeren het alleen." Ze kijkt me aan met een warme glimlach. "Dat zou jij ook moeten proberen." Ik kijk haar bedenkelijk aan. "Maar moeder zou een hartverzakking krijgen en vader..." Mijn tante lacht vrolijk. "Ja, ik wil hun gezichten wel zien als je het nieuws verteld!" Ik grinnik. Mijn tante legt een hand op mijn knie. "Luister, doe wat je wilt. Dat werkt het beste, kijk naar je zusje, kijk naar mij, kijk naar je tante Badelog, kijk zelfs naar je ouders. Die hebben allemaal uiteindelijk toch gedaan wat ze zelf wilden. En die zijn gelukkig." Ik knik. "Maar het is lastig, ik wil niemand teleur stellen. En wat als ze gelijk hebben?" Tante Rosafiere haalt haar schouders op. "Dan zie je dat dan weer. Maar het belangrijkste is dat je jezelf niet teleur moet stellen. En je kan pas achteraf zeggen dat je een fout hebt gemaakt." Dat laatste zegt ze zo vrolijk dat ik ervan moet lachen. "Daar zegt u wat!" Ik denk even na over ons gesprek als ik wordt opgeschrikt door een deur die open gaat.

Oom Phillip en Jeroen komen de kamer binnen en lachen luid om iets. Ik vind het zo raar dat mijn oom en tante hun personeel, en mijn personeel, zo familiair behandelen. Alsof het vrienden van hen zijn. Volgens mij behandelen ze hun personeel erg goed en hoeven ze niet zo hard te werken. Tante Rosafiere heeft wel eens gezegd dat ze extra veel personeel hebben om zo veel mogelijk mensen een baan te geven en ze veel vrije tijd te geven. Daarbij wordt het personeel goed betaald en fijn behandelt. Dat vind ik bewonderenswaardig.

Nog steeds zit ik te piekeren over mijn gevoelens jegens Jeroen, zo erg dat ik niet merk dat mijn oom en tante de kamer hebben verlaten. "Duna." Hoor ik zachtjes. Ik kijk op, besluiteloos. Jeroen kijk me schuin aan. "Waar zit jij met je hoofd?" Ik bijt op mijn lip. "Ik ben nu een paar dagen weduwe... En ik zou kapot moeten gaan van verdriet om mijn overleden man." Mompel ik. "Maar dat ben ik niet." Voeg ik er nog even aan toe. "En weet je waarom? Wat het gekke eigenlijk is..." Ga ik verder. "Ik, eh, houd van jou." Besluit ik. Ik zie Jeroen even met verwarring kijken en glimlacht vervolgens breed. "Ik ook van jou." Zegt hij. "Maar wat doen we nu?" Hij kijkt beschamend naar beneden. Ik kijk hem aan, sta op van de bank en trek zijn hoofd naar mij toe. Ik druk mijn lippen op de zijne en hij omvat met beide handen mijn gezicht. We laten elkaar los en Jeroen grijnst. "Niet precies wat ik bedoelde met 'wat doen we nu?', maar zeker niet erg." Ik bloos en stap naar achteren. Jeroen trekt me gelijk weer terug en knuffelt me, een fijn en veilig gevoel. "Ik voel me veilig bij jou, altijd al gevoeld." Mompel ik tegen zijn schouder. Jeroen streelt mijn haren en plant een kus op mijn voorhoofd. "Ik voel me ook veilig bij jou, bij jou kan ik mezelf zijn." Mompelt hij. Daar moet ik van glimlachen en ik druk me nog dichter tegen hem aan. "Maa nog een keer: wat doen we nu?"

❤️❤️❤️❤️❤️❤️❤️

Wat zullen ze gaan doen?
Spannend...
Wat denken jullie?

Ik vind het zo leuk dat jullie mijn verhaal lezen😘.
I love hou guys!
Please like and subscribe.
😍😍😍😍😍

Duna - Bloedband - Boek 2Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu