6

450 17 3
                                    

Koen

Ik sla met mijn vuisten op tafel, schop tegen stoelen en bonk hard op de muren. Mijn woede moet eruit maar het blijft zich alleen maar meer en meer opstapelen. Tot zover ik me nog kan herinneren ben ik nog nooit zo boos geweest. Het lukt me maar niet om rustiger te worden. Ik blaas en wrijf met mijn handen in mijn ogen, nu merk ik pas hoe vochtig ze zijn. De gedachten dat Tineke mij misschien nooit meer zal willen zien maken me van slag. Ik moet gewoon naar haar toe. Ik moet zien te praten met haar. Mijn hart brak in duizenden, miljoenen, gewoonweg miljarden stukken toen ik Tineke huilend zag weglopen. Ik moet er voor haar zijn, ze moet weten dat ik haar altijd zal steunen. Ook al ben ik de reden waarom ze verdriet heeft. En dat zal ik haar ook zeggen. Ik neem mijn autosleutels, trek mijn schoenen aan en stap de auto in. Ik weet dat het niet verantwoord is om te rijden als je onder druk staat maar voor Tineke doe ik alles. Ik zou mijn leven geven voor haar.

Tineke

Na nog een tijdje op de grond te zitten vind ik de kracht om recht te staan. Ik ga verder naar binnen en twijfel aan wat ik zal doen. In de zetel gaan zitten of onmiddellijk naar mijn bed gaan. Uiteindelijk beslis ik om naar mijn bed te gaan. Het is al laat en ik ben doodop van het huilen. De tranen blijven maar komen. Ik wandel de trap op en ga naar de badkamer. Ik bekijk mezelf in de spiegel. Ik lijk wel een monster. Mijn mascara is uitgelopen en mijn haar zit ook niet zo netjes meer. Op een trager tempo dan normaal doe ik mijn pyjama aan. Ook poets ik mijn tanden en was ik mijn make-up af. Voor ik mijn bed in ga doe ik nog een poging om mijn tranen te stoppen maar zonder succes. Toch ga ik liggen en niet veel later kan ik de slaap vatten.

Koen

Ik kom aan aan Tinekes huis. Haar auto staat hier maar nergens brandt er licht. Ze is misschien al gaan slapen dus wil ik haar niet wekken. Ik haal wat papier en een balpen uit de wagen en schrijf iets op.
Ik hoop dat we kunnen praten, het is allemaal niet wat het lijkt. Ik doe dit nu via een briefje omdat ik gekomen ben maar er was geen licht meer aan dus ging ik er van uit dat je was gaan slapen. Ik wilde je niet wakker maken. En ik wil gewoon nog even zeggen dat je altijd bij me terecht kan. Ik zal je altijd steunen. Altijd. Ook al ben ik de reden waarom je verdriet hebt.
Ik hou van je.
X Koen
Voorzichtig schuif ik het briefje onder de deur, in de hoop dat ze dit morgen zal zien. Ik stap terug in mijn auto. Ik blijf nog even kijken naar Tineke haar huis. Een traan rolt over mijn wang. Ik zucht, start de wagen en ik rijd terug naar huis.

Tineke

Langzaam word ik wakker. Een lichtstraal schijnt mijn kamer binnen. Ik doe mijn ogen open maar ik voel heel goed dat ze nog steeds een beetje gezwollen staan. Volgens mij heb ik zelfs in mijn slaap geweend, mijn kussen is doorweekt. Ik zucht en tranen komen terug in mijn ogen te staan. Vandaag zou ik normaal de dag met Koen doorbrengen. Ik weet niet of dat er nog van zal komen. Ik blijf nog even piekeren en besluit dan om op te staan. Ik ga onder de douche staan. Het warme water verwarmt mij en zorgt ervoor dat ik kalmeer. Na enkele minuten sluit ik de kraan en ga ik de douche uit. Ik droog mijzelf af en trek mijn kleren aan terwijl ik nadenk over wat ik vandaag zal doen. Misschien moet ik wat inkopen gaan doen. Ik maak mij helemaal klaar en ik ontbijt. Daarna vertrek ik naar de supermarkt. Ik neem een winkelkar en steek mijn boodschappenbriefje achter zo een klepje. Ik loop de winkel af en steek alles wat ik nodig heb in mijn kar. Salade, tomaten, eieren, water, melk,.... Dan nog de laatste benodigd heden. Ik ga naar het laatste rek, bij de kaas. Ik neem de kaas die ik wil en leg hem in mijn kar. "Ah, wie we hier hebben! Wat was het weer? Tina? Tine?" Ik herkend de stem. Met een zuchtje draai ik mij om. "Tineke." Verbeter ik haar. "Dag Amélie." Vervolg ik dan nog. "Wel wel, ben je niet bij je Koen?" Met een grijns kijkt ze me aan. "Ik vermoed dat je wel doorhebt dat ik hier niet met hem ben maar dat je dit vraagt om het er nog wat extra in te wrijven?" Ik neem mijn winkelkar en rijd verder. Amélie komt naast me wandelen. "En ik denk dat je zelf ook wel weet dat jíj de reden bent daarvoor." Zeg ik bot. "Wel ja, ik wilde je gewoon helpen." "Mij helpen door mijn vriend te kussen?" Ik trek mijn wenkbrauwen op. "Luister. Ik ben ooit nog samen geweest met Koen en ik wil niet dat jou hetzelfde overkomt als mij. Koen eiste veel, als hij iets niet kreeg was hij agressief en boos. Hij heeft me ooit geslagen. Ook heeft hij mij ooit geduwd waardoor ik tegen een vaas belande. Ik viel, de vaas viel, en ik heb er een litteken aan overgehouden." Ratelt ze aan een stuk door. "En kun je dat allemaal bewijzen?" Vraag ik. Ze ontbloot haar arm. Ze wijst naar een groot litteken. "Dat is van die vaas." Ik kijk verbaasd. Ik weet niet wat ik moet geloven. Langs de ene kant, Koen zou zoiets nooit doen. Ik zie hem dat niet doen. Maar langs de andere kant, Amélie heeft bewijs, ook al is het niet veel, ze heeft er.

Verschillende keren geüpdatet zoals je ziet, ik had een paar kleine foutjes gemaakt ;)

Wij.Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu