7

438 18 3
                                    

Dit deel speelt zich gelijk af met het vorige hoofdstuk

Koen

Ik kom stilaan wakker en ga terug dieper ademhalen. Met moeite open ik mijn ogen. Ik draai mijn hoofd zodat ik kan kijken naar de grote foto op canvasdoek. Een foto van Tineke en ik. Die foto is eventjes geleden genomen door Brigitte. Tineke en ik waren die dag precies 4 jaar collega's en die dag zijn we met het hele korps ook een soort van teambuilding gaan doen. Het was een leuke dag en het leverde hele mooie en toffe foto' op. Ik blijf nog kijken naar de foto. Misschien moet ik straks nog eens langs gaan... bij Tineke. Want het heeft vannacht veel gewaaid dus denk ik dat dat briefje ook niet meer aan de deur hangt. Ik stap traagjes uit mijn bed en slenter naar de badkamer. Zoals iedere dag, iedere morgen, doe ik mijn slaapkledij uit en ga ik onder de douche staan. Een goede tien minuten. Daarna stap ik er terug uit. Ik kleed me aan en leg mijn haar goed. Zoals gewoonlijk in een soort kuif. Ik wandel de trap af en maak een ontbijtje klaar. Een koffietje kan ook wel deugd doen. Ik heb al de hele tijd zitten piekeren. Over Tineke. Zou ze mij nog willen zien? Zou het briefje weggewaaid zijn of heeft ze het gezien? Wat zal ik zeggen als ik voor haar deur zal staan?,...En dan de vraag die mij het meeste dwarszit. Zal het nog ooit goed komen tussen ons? Zoveel verschillende vragen heb ik in mijn hoofd maar het antwoord is op alle vragen hetzelfde: ik weet het niet. En misschien zal ik het nog lang niet weten. Ik dop mijn boterham in de koffie en neem daarna een hap. Als ik vroeger vertrek.. zal ik dan ook sneller een antwoord op mijn vragen weten? Bij het nadenken over de vraag begin ik automatisch mijn boterham vlugger op de eten. Wanneer hij op is neem ik mijn autosleutels en stap ik de auto in. Ik ruim straks wel de tafel af. Tineke is belangrijker. Niet te traag en niet te snel rijdt ik door de straten. Mijn hart klopt steeds sneller. Zeker wanneer ik Tineke haar huis begin te zien.

Tineke

Ik parkeer op mijn oprit. Amélie had nog een paar dingen over Koen vertelt maar ik weet niet zo goed of ik haar verhaaltjes moet geloven. Dat litteken is een bewijs maar ze kan dat verhaal errond ook ter plekke uitgevonden hebben. Ik stap uit, ik neem de zak met al mijn boodschappen in en ga naar binnen. Ondertussen denk ik na. Over een manier om te achterhalen of de verhalen van Amélie waar zijn. Ik kan het vragen aan Koen. Ik kan vragen of dat hij even wil langskomen. Er is veel kans dat Koen de waarheid zal spreken. Dat weet ik dus kan ik het evengoed aan hem vragen. Terwijl ik de boodschappen uit de boodschappentas haal, zend ik Koen een berichtje.
Kun je eens langskomen? Ik moet je spreken.
Tineke
Het doet pijn om mijn eigen sms'je opnieuw te lezen. Normaal zenden Koen en ik altijd met een x ook toen we nog niet samen waren. Het lijkt nu alsof we gewone kennissen zijn. Geen koppel, geen beste vrienden, gewoon iemand die ik ooit heb leren kennen op een of ander feestje of zoiets. Maar als ik eerlijk ben... Ik zie Koen nog even graag. Wat er ook gebeurt ik zal hem nooit écht haten. Ik zet de laatste boodschappen nog op hun plaats net wanneer de bel gaat. Ik ga naar de deur en doe open. "K.. Koen?" Ik was even de kluts kwijt. "Hey." Zegt hij stil. "Kom binnen." Ik doe het teken. Hij stapt verder naar de zetel en gaat zitten. Ik ga in de zetel naast hem zetten. "Je bent hier rap.." zeg ik. "Uuhm ja. Ik was al onderweg, ik zag nu pas je bericht." Antwoordt hij. "Ja, ik wil je spreken. En jij moet me beloven dat je eerlijk gaat antwoorden. Dat je de waarheid zal vertellen." Ik kijk hem aan. Hij knikt. Met een vragende blik blijft hij me aankijken. "Ik was daarstraks boodschappen gaan doen en toevallig moest Amélie daar ook zijn. Ze begon tegen mij te praten.. over jou." Ik haal diep adem en vertel dan verder. "Ze zei dat toen jullie samen waren, jij veeleisend was. Dat je boos en agressief kwam als ze iets niet deed wat je vroeg." Ik zie hoe Koen zijn mond openvalt maar ik ga verder met vertellen. "Ze vertelde me ook dat je haar ooit tegen en vaas had geduwd. Ze heeft me een litteken getoond. En nu wil ik weten van jou, Koen, is of dat die verhalen waar zijn." Ik kijk hem recht in zijn ogen aan. "Nee. Die verhalen zijn niet waar. Ze heeft de rollen omgedraaid. Amélie was veeleisend, zij werd altijd kwaad en woedend. En dat van de vaas.. dat is een twijfelgeval." Ratelt hij aan 1 stuk door. "Het zit zo. Amélie en ik waren aan het eten. We hadden op dat moment een meningsverschil waarin Amélie gelijk wilde halen. En op een gegeven moment heeft ze gewoon haar mes vlak voor mijn gezicht gezwierd. Ik ben toen rechtgestaan. Zij ook en ze kwam naar me toe. Mét het mes. Uit pure zelfverdediging heb ik haar een duwtje gegeven. Niet hard, gewoon zodat ze op een afstand zou staan die veiliger was voor mij. Maar Amélie zette nog een paar stappen meer naar achteren en belandde zo op die vaas." Ik kijk hem verbaasd aan. "Dus Amélie heeft leugens vertelt?" Vraag ik. Hij knikt bevestigend met zijn hoofd. Koen staat op het punt om recht te staan maar hij gaat terug normaal zitten. "Heb je mijn briefje gezien?" Met een vragende blik kijkt hij me aan. Ik kijk op dezelfde manier naar hem terug. "Briefje?" Herhaal ik. "Nee dus. Ik had gisterenavond nog gekomen maar er was geen licht meer aan dus vermoedde ik dat je was gaan slapen. Toen heb ik een briefje aan de deur gehangen." "Nee niet gezien." "Er stond op dat het een vergissing is. En dat ik je altijd zal steunen, dat ik er altijd voor je zal zijn. Ook al ben ik de reden waarom je verdriet hebt of boos bent. Als laatste stond er nog op dat ik van je hou." Ik kijk hem aan. Even weet ik niet wat te zeggen door de zin over dat hij er altijd voor mij zal zijn. En over de zin dat hij van me houdt. "Wel ja. We kunnen nu even praten?" Ik haal mijn schouders op terwijl ik de vraag stel. "Ik denk dat dat het beste zal zijn." Antwoordt hij en hij geeft me een klein, zwak glimlachje.

Mijn excuses als er foutjes instaan :pp

Wij.Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu