hoofdstuk 9

205 14 0
                                    

21 mei 1944

Frans is nu 2 dagen dood, het lijkt al veel langer. Zijn lichaam is weggehaald, ik ben gaan kijken toen ze dat deden. Dat had ik beter niet gedaan. Het was zo gruwelijk, zijn wonden waren nog erger dan toen ik hem daar achterliet. Ze zaten vol met mieren en vliegen. De ratten hadden de wonden groter gemaakt door er aan te knagen. Het binnenplein ligt vol met gestold bloed? Maar dat ruimen ze niet op, waarom zouden ze? Straks liggen er weer lijken. Mama's hart zou breken moest ze dit zien. En op deze plaats moest haar enige zoon sterven. Ik weet niet of ze het al weet, of mijn brief of zijn afscheidsbrief al zijn aangekomen, maar anders zal ze het snel te weten komen. Al die tijd hadden ze gewoon gelijk. We dachten dat we slimmer waren dan hen, hoe konden we dat ooit denken?

"Mathilde, Mathilde", het was de altijd vrolijke Yvon die me uit mijn gedachte haalde. Ik snap niet hoe ze altijd vrolijk kan zijn, zelf hier en zelf nu. Maar gelukkig houdt ze zich een beetje in vandaag, omdat Frans nog maar net dood is. Ze weet hoeveel hij voor me betekent, betekende? Ik bedoel hij is dood maar hij betekent nog steeds veel voor me. Betekent dus, of betekende? "hoe gaat het nu met je?" Het gaat wel, maar het is natuurlijk wel zwaar. "Ik begrijp het." Nee, ze begrijpt me niet, ze denkt dat ze me begrijpt maar dat doet ze niet. Niemand begrijpt hoe het voor me is om hem te verliezen. Maar nu moet ik sterk zijn, zodat hij trots op me zou kunnen zijn. Zodat mijn ouders trots op me kunnen zijn. Ik moet hier blijven, ik moet andere soldaten helpen, want voor hen is het nog niet te laat. Ik heb al zoveel mensen kunnen redden, ik ga hier niet mee stoppen omdat ik iemand niet heb kunnen redden. Ik ben hiermee begonnen, nu ga ik het ook afmaken want zo kende Frans me.

Een klein meisje in een grote oorlogWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu