Hoofdstuk 1: Weggelopen...
Amania begroef haar gezicht in de flank van Iris. Haar bonte paardje. Haar gezicht zat vol tranen... Haar vader was overleden in de strijd tegen Tera, Een machtig maar kwaad land. Het land Valios waar Amania bij hoorde had gewonnen. Maar Amania voelde geen enkele glorie... Vreugde.. Voor haar part hadden ze nu verloren.. Het enige wat ze nu nog voelde was verdriet en pijn... En een holle leegte.. Amania drukte haar gezicht verder in de warme wintervacht van Iris, Die haar troostende duwtjes op haar schouder gaf. Amania zacht op haar schouder getikt. Ze draaide zich om en keek in de zachte ogen van haar moeder. ''Amania ik weet wat je doormaakt..'' Probeerde ze nog maar Amania keek haar met kille ogen aan. ''Dat weet je niet! Ik heb je nog geen enkele keer zien huilen om Papa!'' Haar moeder snakte naar adem. ''Amania.. Ik probeer het te verbergen... Voor de dorpelingen en legeraanvoerder was hij een gewone soldaat...'' Amania werd overmand door woede en de leegte en verdriet verdween plots. Maar ze beheerste zich. ''Amania..'' Zei haar moeder. Amania keek weer op naar haar moeder. ''Niemand weet of je vader wel dergelijk dood is... Een paar mannen hebben hem zien vluchten richting Brejainer. ''. Amania keek met een openhangendemond naar haar moeder. ''Dus we gaan hem zoeken?!'' Vroeg ze vastberaden. ''Nee natuurlijk niet! Dat is veel te gevaarlijk!'' Snauwde haar moeder.
Die nacht schrok Amania wakker. Ze wist dat ze maar een ding zou kunnen doen: ''Weglopen van huis...'' Amania pakte een veer en doopte het in een inktpotje. Toen schreef ze op de witte berkenhoutenmuur: ''Ik ben papa gaan zoeken. Het spijt me mam. Ik ga richting Brejainer. Ga niet achter me aan en stuur niemand op me af''. Toen ze dat had geschreven sloop ze behoemzaam het houten huisje uit de straat op. Ze voelde de kille nachtbries door haar tintelende huid. Plots zag ze een flits langs een boom. Amania wou weten wie of wat haar aan het bespieden was. Ze sloop erheen langs de schaduwen van de bomen en struiken en zag een vage schaduw van een kleine gestalte. Het had een soort mantel aan met de capushon ver over zijn gezicht getrokken. De gestalte had haar blijkbaar nog niet opgemeld. Tenminste... Dat dacht Amania... De gestalte haalde een boog tevoorschijn en schoot razendsnel een pijl op haar af. Met een gilletje ontweek Amalia de scherpe pijl en dook in de struiken. ''Kom maar tevoorschijn'' Zei de gestalte. Amalia wist niet of ze hem kon vertrouwen maar kwam de struiken uit.
Word vervolgd....