10

576 19 10
                                    

Tineke

Tijdens de terugweg naar kantoor wordt niet veel gezegd. Ik denk dat we beide nog niet helemaal bekomen zijn van het voorval. Koen parkeert de wagen. "We zullen het mogen aanhoren." Zegt hij. Ik zucht zachtjes als antwoord. We stappen uit en wandelen naar het grote gebouw toe. "Koen wacht." Zeg ik terwijl ik blijf stilstaan. "Wat is er?" Hij komt voor me staan. "Ik euhm.. bedankt. Voor daarnet." Antwoord ik. Ik zie hoe er een glimlach op zijn gezicht tevoorschijn komt. "Je hebt me nu al 3 keer bedankt. Zelfs 1 keer was al teveel." Hij lacht. Ik lach automatisch mee. "Kom hier." Met open armen en een grote, mooie glimlach kijkt Koen mij aan. Ik twijfel niet en laat me in zijn armen vallen. Voorzichtig wiebelt hij wat heen en weer. Ik sluit mijn ogen en geniet van het moment. Na even gaan we verder het kantoor binnen.
"We zijn terug!" Roept Koen luid doorheen de ruimte. Ik geef hem een stomp met mijn elleboog. "Niet zo luidruchtig." Lach ik. Hij tuit zijn lippen en schud onschuldig met zijn hoofd. "Zeveraar." Lach ik binnensmonds terwijl ik verder wandel. Ik voel hoe ik aan mijn pols word vastgenomen en word tegengehouden. "Wat zei je daar?" Vraagt Koen zo serieus mogelijk. "Ik? Ik zei niks." Lieg ik. "Maar kom we moeten naar de vergaderzaal ik heb dorst." Subtiel verander ik het onderwerp en aan Koen zijn gezicht te zien heeft hij dat wel door. Toch gehoorzaamt hij. We wandelen de vergaderzaal binnen en grotendeels van het korps zit er om een pauze te nemen. "Hallo!" Zegt Koen weer redelijk luid en op een komieke manier. Ik geef hem weer een stomp. Hij kijkt mij met een vragende blik aan. Ik rol met mijn ogen en lach. Hij weet best wel wat ik wil zeggen. "Hey, Koen en Tineke. Ca va met jullie?" Vraagt Floor bezorgd. "Ja, het gaat hoor. Zit er maar niet mee in." Knipoog ik. "Volgens mij ben ik niet mee." Brigitte kijkt ons nieuwsgierig aan. "Wel ja. Om het simpel te zeggen. Onze levens hingen even aan een zijden draadje." Zeg ik. "Wacht wat?" Ook Robin en Femke komen zich moeien. "Vertel het verhaal." Smeekt Femke. Ik neem een bekertje met koffie en ga dan zitten naast Koen. "Goed. Euhm.. We werden opgeroepen voor een hevige burenruzie maar toen we daar aankwamen was er daar niks te zien. We besloten om dan aan te bellen aan het huis die we via de dispatch hadden doorgekregen." Wanneer ik stop met praten is het muisstil in de kamer. Iedereen luistert aandachtig naar mijn verhaal. "En die man die opendeed was niet echt deftig. We gingen binnen en Koen vond er een vrouw gekneveld in de keuken liggen. Na even hadden we de vrouw naar buiten begeleid want het was blijkbaar de buurvrouw. En toen gingen we terug naar binnen. Die man, Tuur, had een pistool vast." Ik slik. De beelden van het moment verschijnen terug voor mijn ogen. Ik besef dat we beide veel geluk gehad hebben. Koen ziet volgens mij dat ik het moeilijk krijg. Hij legt voorzichtig zijn hand op mijn been en geeft mij een klein knikje om te zeggen dat alles goed is. Daarna begint Koen verder te vertellen. "Hij richtte op Tineke haar hoofd en schoot. Ik riep op Tineke en zonder twijfelen heb ik haar vastgenomen en haar mee op de grond getrokken. Toen ben ik half over haar heen gaan liggen zodat Tuur alleen mij kon raken en niet Tineke. Hij laadde zijn wapen nog eens en ging net schieten maar gelukkig kwamen Floor en Obi net binnen op dat moment en hebben ze Tuur kunnen overmeesteren." Koen vertelt alles aan een stuk door. Iedereen lijkt een beetje onder de indruk te zijn. "Je hebt Tineke haar leven gered." Verwondert kijkt Ines ons aan. Ik kijk Koen aan en ik zie hoe hij lichtjes bloost. "Ik kon haar toch niet laten doodgaan?" Met een glimlachje kijkt hij mij aan. En ik weet wat hij nog denkt, ik zie het aan de manier waarop hij mij nu aankijkt. Ik zie haar daarvoor veel te graag. En Koen ik hoop dat je het niet vergeet maar ik zie jou ook heel graag.

Zaterdag avond

Ik ben net thuis en haast me de trap op. Over 2 uur begint het politiefeest, Koen komt mij ophalen. Ik doe mijn kleerkast open en snuister er wat in. Ik schuif de kapstokken een voor een naar de andere kant van de kast toe. Roze, rood, zwart, wit, grijs, bruin, allerlei verschillende kledingstukken en kleuren hangen in mijn kast. Ik zucht. Wat moet ik aandoen? Ik kijk nog in mijn kast en schuif alle kapstokken terug een voor een naar de andere kant. Plots merk ik iets op in de hoek van mijn kast. Voorzichtig haal ik het eruit. Het is een kledingstuk en er steekt een papiertje tussen. Ik haal het papiertje eruit en leg het even aan de kant. Ik hou het kledingstuk voor me en laat het openvallen. Verwondert kijk ik ernaar. Ik heb dit nog nooit eerder gezien. Of ik weet het niet meer.. Het is een mooi donkerblauw kleed. |FOTO| Het komt tot boven de knie en heeft een mooi lint aan de buik. Zo te zien is het met een open rug, wat ik mooi vind. En dat kant, dat maakt het helemaal af. Het is een prachtig kleed. Ik leg het op mijn bed en neem het papiertje terug.

Wij.Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu