9.

793 46 4
                                    

Ik loop de trap af, naar de keuken, waar iedereen al zit.

Ik heb zo slecht geslapen, even serieus. Bilal zijn woorden spookte de hele nacht rond in mijn hoofd.

'Ik zal heel snel actie ondernemen'

Dat ene zinnetje blijft maar rondspoken door mijn hoofd. Ik wil gewoon niks met hem, waarom kan hij dat niet gewoon begrijpen? Hij zegt dat hij "niet voor niets veel voor mij heeft opgegeven",  maar wie zegt dat hij überhaupt iets voor mij moet opgeven? Hij hoeft helemaal niks op te geven voor mij, ik wil gewoon dat hij mij met rust laat. Dat is alles wat ik wil. Zo veel is dat niet gevraagd, toch?

Ik heb mijn ware al gevonden, en dat dient hij te accepteren.

Mijn vader haalt mij uit mijn gedachtes, door met zijn hand voor mijn ogen te wuiven.

'Waar zit jij met je gedachtes? Ga je nog lang in de deuropening blijven staan?', vraagt hij. 'Laat haar, ze denkt na over wat ze gaat eten', grapt Soufiane.

Ik keek om me heen. Stond ik al in de keuken? 

Ach, zal wel. 

Ik neem plaats, en neem een slokje van mijn thee. Ik denk dat ik gewoon Bilal zijn zin ga geven. Ja, wat moet ik anders? Toekijken hoe hij iedereen één voor één pijn gaat doen? Dat kan ik toch niet toelaten? Het ligt nu eenmaal allemaal in mijn handen.

'Pa' 'Ja'

Ik schraap mijn keel.

'Ik uh ik heb me bedacht', zeg ik. 'Waarover bedacht?'

'Soumaya, ga je hem echt zijn zin geven?', zegt een stemmetje in mijn hoofd. 'Geef niet zo snel op zwakkeling', vervolgt het stemmetje. 'Je kan dit, wees niet bang voor hem, Soufiane is er', fluistert weer een ander stemmetje in mijn hoofd.

'Ik uh ik', is het enige wat ik er stamelend uit kan brengen. 'Ik weet niet meer wat ik wilde zeggen', zeg ik dan snel.

'Tazzz raar mens wollah', mompelt Soufiane, waarna hij opstaat en wegloopt. 'We zijn vandaag uitgenodigd bij Faouzi zijn ouders thuis, ga je mee?', vraagt mijn moeder.

'Elke dag ergens anders', mompel ik. 'Kunnen we ook niks aan doen', zegt mijn vader schouderophalend. 'Ik heb een beetje hoofdpijn, maar ik zie wel' 'Je pa en ik gaan boodschappen doen, rond vier uur gaan we', laat mijn moeder weten.

Ik knik, en loop naar mijn kamer. Ik spring als het ware op mijn bed, en zucht diep.

Waarom blijft hij in mijn gedachtes hangen? Waarom kan ik gewoon niet vergeten dat hij überhaupt op deze wereld rondloopt?

'Omdat je weet dat hij alles voor je zal verpesten', zegt dat ene stemmetje in mijn hoofd weer.

Ik ga met mijn handen door mijn haren. 

Als iedereen het huis uit is, bel ik Marouane op, en bellen we zo'n twee uur.

'Soufiane is thuis, ik moet ophangen. Ik hou van je', zeg ik snel, als ik Soufiane zijn auto zie parkeren in de straat, waarna ik ophang.

'Doe even open', zegt Soufiane even later, als hij op mijn kamerdeur klopt. Ik sta op, en draai aan het slot. 'Wat is er a paard?'

Souf gaat op mijn bed zitten. 'Ik had je advies nodig, weet je nog?', herinnert hij mij. 

Een brede glimlach siert mijn lippen. 'Vertel het eens' 

Hij krabt moeilijk op zijn achterhoofd. 'Kijk', begint hij. 'Ja, ik kijk al, vertel snel', zeg ik ongeduldig. 'Oké, oké' 

Hij zucht. 

'Er is een meisje hé'

'Een meisje, oh my god Soufiane', zeg ik enthousiast. 'Laat mij uitpraten dan', moppert hij. 

Destroyed [ The Story of Soumaya ] - Part 1 & 2Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu