De Donderclan krijgers liepen de grens met de Windclan over. De wind trok aan Grindvacht's pels. Hij rilde van de kou. In de verte zag Grindvacht het Windclan kamp al. Bliksempoot's staart zwiepte nerveus heen en weer. "Kunnen we Snorster niet gewoon vragen om weg te gaan?" vroeg hij. "Tuurlijk", miauwde Modderplons sarcastisch, "laten we hem ook meteen vragen of hij zijn prooi met ons wil delen. Misschien geeft hij ons zelfs een stuk van zijn territorium!" Vlamstaart tikte haar zoon met haar staart op zijn oor. "Niet zo gemeen" miauwde ze. Modderplons mompelde iets onverstaanbaars. Mosster stak haar staart in de lucht als teken dat iedereen moest stoppen met lopen. Ze waren op een heuvel dichtbij het Windclan kamp. Grindvacht voelde het gras tegen zijn buik. "Hoe wil je dit doen?" vroeg Streepvacht aan Mosster. "We gaan gewoon aanvallen en zeggen tegen Snorster dat als hij niet weggaat dat we hem vermoorden" miauwde Mosster alsof het niets was. "Is dat niet een beetje te erg?" vroeg Streepvacht. In plaats van een antwoord op die vraag schreeuwde Mosster: "Aanvallen!"
Grindvacht volgde zijn leider en rende de heuvel af. Voor hem sprong Streepvacht op een Windclan krijger. Grindvacht rende het kamp in en keek om zich heen. Hij wou geen katten aanvallen die niet bij Snorster hoorde. Opeens voelde Grindvacht iets tegen zijn schouder aanbotsen. Het was een witte Windclan poes. Grindvacht belandde op zijn rug en de poes sprong op Grindvacht. "Denken jullie zomaar dat jullie Snorster kunnen wegjagen? Hij is de leider van de Windclan en hij blijft dat ook voor de rest van zijn leven!" blies ze in Grindvacht's gezicht. Daarna haalde ze haar klauw over Grindvacht neus. Grindvacht schopte de Windclan krijger van zich af en sprong omhoog. "Hij is geen echte leider" blies Grindvacht terug. De witte poes gromde en schoot naar voren. Grindvacht sprong over haar heen, draaide zich om en beet in de zachte, witte staart van de Windclan poes. De poes krijste het uit van de pijn. Ze draaide haar gezicht naar Grindvacht. Grindvacht sloeg met zijn klauwen naar de poes maar de poes beet in zijn voorpoot. Grindvacht trok snel zijn poot terug. De witte poes sprong over Grindvacht heen. Grindvacht voelde haar tanden in zijn achterpoot zinken. Hij schopte met zijn achterpoot. De witte poes liet los. Grindvacht draaide zich om en haalde uit. Zijn klauw maakte een diepe wond in de wang van de witte poes. De witte poes haalde ook uit maar Grindvacht dook net op tijd weg. Snel schoot Grindvacht op de witte Windclan krijger af. Hij duwde haar om en sprong op haar buik. De Windclan krijger maaide wild met haar poten. Grindvacht beet hard in een van de voorpoten van de witte poes. De poes krijste het uit van de pijn. "Alsjeblieft, laat me gaan" miauwde ze machteloos. Ze probeerde Grindvacht van zich af te schoppen maar het lukte niet. "Oké, als je belooft dat je geen één Donderclan krijger aanvalt, laat ik je gaan" miauwde Grindvacht. Hij was nooit van plan om de Windclan krijger ernstig te verwonden, maar hij deed alsof. "Oké, oké" miauwde de poes. Grindvacht sprong van haar af. De poes krabbelde overeind en stormde het kamp uit. Grindvacht keek om zich heen. Meteen zag hij dat Snorster's aanhangers in de minderheid waren. Sommige Windclan krijgers vochten samen met de Donderclan krijgers. Dit gevecht gingen de Donder- en Windclan krijgers makkelijk winnen. Verderop zag Grindvacht dat Mosster en Snorster met elkaar aan het vechten waren. Zou ik haar helpen? vroeg Grindvacht zich af. Nee, besloot hij, dit is Mosster's gevecht. Grindvacht keek verder. Hij zag dat Nachtpels met een Windclan kater aan het vechten was. Snel rende Grindvacht naar zijn vriend. Hij wierp zichzelf op de Windclan krijger. De Windclan krijger viel om. Nachtpels beet in de voorpoot van de Windclan krijger en Grindvacht in zijn staart. De Windclan krijger sprong omhoog en vluchtte. Er kwam bloed uit Nachtpels oor en er zat een kleine snee in zijn wang. "Gaat het?" vroeg Grindvacht aan zijn vriend. "Gaat het wel met jou? Je staart ziet eruit alsof hij er bijna af valt" miauwde Nachtpels. Grindvacht had eigenlijk weinig gemerkt van de pijn in zijn staart. Hij draaide zich om om ernaar te kijken. Nachtpels overdreef gelukkig. Er zaten wel tand afdrukken in staart maar die waren niet heel diep. Grindvacht merkte opeens de pijn in zijn voorpoot. Hij begon hem zachtjes te likken. "Mosster is aan het winnen!" riep Nachtpels opeens. Op dat moment schoot Snorster langs Grindvacht heen. Hij rende het kamp uit. Veel Windclan katten juichten van blijdschap. "Snorster is weg!" riep Haankreet. Bliksempoot sprong ook op en neer. Spikkelpoot stond naast hem. Ze keek verward maar ook blij. "Hooipels!" riep een stem.
Hooipels lag aan de rand van het Windclan kamp. Hij bewoog niet. Alle Windclan katten verzamelde zich om hun doodde clangenoot. "Hij zou de volgende leider zijn!" jammerde Spikkelpoot. Bliksempoot leunde troostend tegen haar aan. Graantand duwde zijn neus in de vacht van zijn vader. "Dit had nooit mogen gebeuren" miauwde Eekhoornvacht, de medicijnkat van de Windclan. "Wie wordt de volgende leider?" vroeg Lichtvoet. "Misschien moet Graantand dat maar worden" miauwde Eekhoornvacht. Iedereen draaide zijn hoofd om naar Graantand. "Hij kan altijd naar Maanpoel. Als hij geen goede leider is, geeft de Sterrenclan hem ook geen negen levens" miauwde Spikkelpoot. Iedereen knikte instemmend. Graantand keek verlegen om zich heen. "Ik kan het altijd proberen" miauwde hij zachtjes. "Morgen ochtend gaan ik en Graantand naar Maanpoel" ,miauwde Eekhoornvacht, "Als we weg zijn heeft Lichtvoet de leiding." Lichtvoet keek Eekhoornvacht dankbaar aan. Ze wou zelf blijkbaar ook graag een leider zijn. "Wij gaan weer" miauwde Mosster. "Heel erg bedankt voor alles!" riep Eekhoornvacht. Mosster knikte alleen maar. "Bliksempoot" miauwde Nachtpels. Bliksempoot draaide zich om. "Ga je mee of blijf je hier?" vroeg Nachtpels. Bliksempoot keek twijfelend naar zijn vader. "Ik vind het heel leuk in de Donderclan, maar ik ben loyaal aan de Windclan. Sorry" miauwde Bliksempoot. Nachtpels keek teleurgesteld. "Ik snap het" miauwde hij. "Kom, we gaan!" riep Mosster. De Donderclan vertrok. Alleen Grindvacht en Nachtpels bleven staan. Nachtpels nam afscheid van Haankreet. "Ik zie je tijdens de Grote Vergadering!" riep hij. Haankreet duwde haar snuit nog één keer in Nachtpels vacht en daarna verdween ze in het krijgershol. "Kom, we gaan!" riep Grindvacht. Nachtpels volgde zijn beste vriend, op weg naar hun eigen kamp.
JE LEEST
Warrior Cats Bruine Ogen (#4)
Fanfiction*dit is het 4e boek van mijn Warrior Cats serie. Ik raad je aan eerst de andere boeken te lezen voordat je dit boek leest. De andere boeken staan op mijn profiel* Grindvacht en Maanregen verwachten kittens. Als de kittens geboren zijn, ziet Grindv...