Hoofdstuk 19

54 8 8
                                    

Ik zit tegenover Justin aan een tafeltje in de ijssalon met een smurfenijsje in mijn hand.
'Mary, zullen we vanavond bij mij pizza eten? Mijn ouders gaan met mijn broertje twee dagen naar plopsaland.'
'Ik ga al logeren met Maaike.'
'Ik dacht dat jullie ruzie hadden?'
'Mja. Maar we hebben wel afgesproken, dus we gaan gewoon. Kan ik het goedmaken, want ik hou niet van ruzie.'
Ja. Ik ga het goedmaken. Dat klinkt goed. Alsof je de wereld gaat verbeteren. Ja.
Dan voel ik Justins lippen op de mijne.
'We zijn in een openbare ruimte met heeeeel veel mensen he.' Lach ik na een paar minuten.

'Veel plezier, Mary,' roept mijn moeder als ik op het punt sta om weg te fietsen, 'niet vergeten je tanden te poetsen, he. Ik weet hoe dat gaat als er geen ouders bij zijn. Komen er eigenlijk ook jongens? Geen dingen doen die je niet wilt he? Heb je dat goed gehoord?'
'Ja mam, net als de vorige vijfhonderddertig keer dat je dat gezegd hebt.'
'Maar het is heel belangrijk. Moet ik je condooms meegeven? Weet je eigenlijk wel hoe je die moet omdoen?'
'Mam!'
'Gewoon voor de zekerheid. En vergeet geen schone onderbroek aan te doen. Veel plezier schat!'

Het regent. Top. Gelukkig woont Maaike dichtbij.

In de regen lijkt het net alsof alles langer duurt, gelukkig ben ik er eindelijk. Het is huis is donker. Maar Maaike's ouders zijn natuurlijk niet thuis, misschien zit ze gewoon op haar kamer. Ik bel aan.

Het GEWELDIGE (en een heel klein beetje chaotische) Leven Van Mary van BerkelenWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu